A: Nou, ehm...zeg maar, die jongen [alias 1] , die kwam op mijn TikTok terecht blijkbaar.
Toen vroeg hij mijn Snapchatnaam. Toen daarna eh...ehm...had ik het gegeven. Toen zei ie dat ie 16 was. Daarna hadden we gewoon zitten chatten met elkaar. En ehm...ehm...daarna gingen we afspreken.
A: En ehm...toen had ik al met hem afgesproken. Dus toen ehm...dat ehm...toen ehm...kwam hij aan bij [locatie 3] (fonetisch)
(de rechtbank begrijpt: camping [locatie 3] )en toen heb ik mijn fiets bij [locatie 3] afgezet, wel op slot. Ehm...ehm...daarna zijn we naar een plekje geweest, waar we hadden afgesproken.
V: Ja en verder?
A: En ehm...toen eh...gingen we gewoon Vapen.
A: Ehm...daarna ging ie mijn broek open maken.
V: En verder?
A: En toen ging ie mijn onderbroek en toen ging ie vingeren. Ehm... en ik schrok
eigenlijk... ehm...toen ehm...daarna ehm...was het...ehm...ehm...daarna ehm...belde mijn
vader of ik thuiskwam. En daarna ehm...een paar
dagen later, hebben wij weer afgesproken. Em ehm...die ochtend heb ik alleen sigaretten
gekregen van hem. Maar ehm...daarna ehm...die avond spreekten wij weer af, bij dezelfde plek in het bos. Toen ehm...ehm...toen ehm...gingen we weer in zijn bus zitten. En ehm...toen...ehm...toen ging hij weer vingeren […]. En daarna ehm...een paar uur later of zo, belde mijn vader weer om thuis te komen. En eh...toen ben ik ook weer gelijk naar huis gegaan.
[…]
V: Ja. En nou zei jij tegen mij...daarna ging ie mijn broek open maken. Vertel mij daar
eens alles over?
A: Ehm...ja...hij ging mijn broek dus open maken. En ehm...ging hij eerst met één vinger,
vingeren. En daarna twee.
V: Is dit één keer gebeurd, wat je nu hebt verteld? Of is dit meer keren gebeurd?
A: Ehm...twee keer of zo?
V: Twee keer. De eerste keer dat dit gebeurde, waar is dit gebeurd?
A: In Haaksbergen
V: En waar in Haaksbergen?
A: Ehm...bij de watermolen...dichtbij.
V: En je bent daar dus met de fiets naar toe gegaan, naar Haaksbergen.
A: Ja.
V: En toen gingen we nadenken over welke dag dat was. Op welke dag?
A: Dat was vrijdag.
(De rechtbank begrijpt: 23 juni 2023)
V: Dat was vrijdag. En weetje dan nog hoe laat je daar naar toe bent gegaan?
A: Ja, kwart voor vijf.
V: En hoe komt dat, dat je dat nog weet?
A: Dat weet ik niet. Het was precies na mijn werk namelijk.
V: Dus kwart voor vijf. Hoe weet je dat je naar de watermolen moest dan?
A: Omdat hij een plaatje had gestuurd.
V: En wat voor plaatjes heb je dan gestuurd gekregen?
A: Van Google Maps, waar ik precies moest zijn.
V: Oh, van Google Maps. En waar heb je die plaatjes dan op gekregen?
A: Ehm...op Snapchat.
V: En wanneer heb je dan contact met hem gekregen?
A: Ehm...woensdag.
V: Op de woensdag. En was dat dan de woensdag voor de vrijdag? Of nog een woensdag
eerder? Hoe ging dat precies?
A: Woensdag voor de vrijdag.
(De rechtbank begrijpt: 21 juni 2023)
[…]
V: En wiens idee was het dan om af te spreken?
A: Ehm...hij.
V: En hoe weet je dan waar je naar toe moet?
A: Wacht, ik had mijn fiets bij [locatie 3] geparkeerd. En toen kwam ie daar met zijn bus.
Toen ging ik in zijn bus en zijn we naar deze parkeerplaats gegaan…
V: En je zei al dat ie onder je onderbroek ging.
A: Ja.
V: Met zijn hand zo. En waar voelde jij zijn hand?
A: Bij mijn vagina.
V: Bij je vagina. En wat deed die hand bij jouw vagina?
A: Eh...nou hij ging eh...ehm...naar het gat van de vagina, waar bloed uitkomt als je
ongesteld bent.
V: Hoe weet je dat ie met een vinger in je gat ging?
A: Dat voel ik. Als ie met twee vingers in gaat, dan gaat dat gat groter worden of zo.
V: Hee nog even terug naar die vinger in je vagina. Ging ie dan een klein stukje er in? Of
tot de helft? Of helemaal?
A: Helemaal.
[…]
V: Over die tweede keer, daar was ik niet bij. En daar wil ik natuurlijk ook alles weten,
hoe die tweede keer ging. Op welke dag was dan die tweede keer? Dit was vrijdag. En op
welke dag spreek je dan weer af?
A: ...( denkt na)...dinsdag.
(De rechtbank begrijpt: 27 juni 2023)
A: In de ochtend, om kwart over acht.
V: En hoe en op welke manier had hij dat tegen je gezegd?
A: Dat ik daar moest komen maar toen was het bij de [locatie 2] .
V: Hij, [alias 1] . En hoe is hij daar dan gekomen?
A: Met de bus.
V: En hoe ben jij daarheen gegaan?
A: Met de elektrische fiets.
V: Met de elektrische fiets weer. Oké en waar staat hij dan bij de Rietmolen met zijn bus?
A: Bij een zandpad.
V: En dan kom je daar bij de bus. En dan? Wat doet [alias 1] ?
A: Toen stapt hij uit de auto. Toen gaf ie sigaretten. Toen gaf hij mij een kusje. En daarna
ben ik gelijk naar school gegaan.
V: En toen ben je gelijk naar school gegaan. En waar gaf ie een kusje?
A: Op de mond.
V: En toen? Hoe gaat het dan die dag verder?
A: Daarna ehm...ehm...of weer vrijdag. Toen fietste ik naar werk toe, daarvoor nog toen
ik uit school kwam. Toen had ie een foto gestuurd van Snapchat. Van...als je raadt
hoeveel geld dit is hier, misschien krijg je het dan. Het was 150 euro. En ehm...die heb ik
toen gekregen...toen die avond.
V: En over welke avond hebben wij het dan?
A: Over vrijdagavond.
(De rechtbank begrijpt: 27 juni 2023)
V: Oké. Op welk moment krijg je dan die 150 euro?
A: Toen we op die ehm...deze parkeerplaats
V: In zijn broekzak. Dus daar zat zijn portemonnee en daar zat die 150 euro in.
A: Ja.
V: Die kreeg je nog voor het aftrekken en het vingeren.
A: Ja.
[…]
V: We gaan weer terug naar de dinsdag. Je bent er kwart over acht geweest en je bent daarna naar school gegaan. En hoe gaat het die dag dan nog verder?
A: Ehm...toen hebben gelijk afgesproken. Die dinsdagavond hadden we afgesproken,
voor kwart over vijf.
V: En waar zou je dan om kwart over vijf naar toe moeten?
A: Naar die parkeerplaats.
V: En hoe wist je dat je daar om kwart over vijf moest zijn?
A: Had ie ook verteld.
V: Dat had ie verteld. Want wiens idee was het om nog een keer af te spreken?
A: Hij. En toen had hij ook nog drie Vapes gekocht.
[…]
V: Heb jij nog iets gezegd?
A: Nee. Toen moest ik wel met mijn hoofd op zijn benen liggen.
V: Wat bedoel je dan dat je met je hoofd op zijn benen moest liggen?
A: Als je zeg maar...hij zit en dan doe je je hoofd op zijn benen. Ja gewoon zo...ja.
V: En heeft hij toen nog iets gedaan, toen je zo ging liggen met je hoofd op zijn benen?
A: Toen kon hij beter vingeren.
A: Eh...mijn broek was, zeg maar, open van de vorige keer. En toen daarna...ehm...ehm...daarna ging ie dus vingeren. En toen een later ging mijn vader weer
bellen. Toen moest ik opnemen, dus toen moest ik weer naar huis.
V: Onder de onderbroek.
A: Oh ja en hij zat ook nog aan mijn borsten.
V: Geen idee. Wat deed ie met jouw borsten?
A: Gewoon wrijven en in knijpen.
V: En die hand, ging ie op de BH?
A: Onder de BH.
[…]
V: Hoe was het dan de tweede keer?
A: Ja...ehm...ja de tweede keer. Ja eigenlijk de eerste keer kreeg ik ook geld van hem.
Was 20 euro. En die tweede keer...of die dinsdag, toen kreeg ik die 150 euro.