Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Samenvatting
2.De procedure
- het tussenvonnis van 20 maart 2024
- de akte van [eiser] van 15 mei 2024, waarbij [eiser] foto’s behorend bij het na te noemen expertiserapport en een offerte in het geding gebracht heeft
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 9 juli 2024
- de conclusie na getuigenverhoor van [eiser]
- de conclusie na getuigenverhoor tevens antwoordakte van WTP.
3.De verdere beoordeling
(“De bewoners hebben in september 2020 aan client gemeld dat er verwering en vlekvormig zichtbaar is op de houten geveldelen”)gebleken is dat de familie [naam 1] [eiser] weliswaar niet aansprakelijk gesteld heeft door hem te verzoeken geleden schade te vergoeden, maar wel dat de familie [naam 1] zich op het standpunt stelt het schilderwerk niet naar behoren verricht is, dat [eiser] zijn verplichtingen uit de overeenkomst jegens haar niet naar behoren nagekomen is en dat [eiser] voor de gevolgen daarvan verantwoordelijk is. Dit heeft WTP niet betwist. De rechtbank kan dat niet anders uitleggen dan dat de familie Van de Heuvel wenst dat het schilderwerk alsnog goed uitgevoerd wordt. Ook stelt de rechtbank vast dat [eiser] zijn aansprakelijkheid jegens de familie [naam 1] erkent. Ook dat betwist WTP niet. De conclusie die de rechtbank aan het voorgaande verbindt luidt dat [eiser] in beide gevallen gehouden is de schade te vergoeden die de familie [naam 1] lijdt en die bestaat uit de kosten van het herstel van het schilderwerk. Deze kosten bespreekt de rechtbank hieronder.
- drie uur voorbereiding: 0,5 x 3 x € 125,00 € 187,50
- reiskosten 111 retourkilometer - 4 retourkilometer =