ECLI:NL:RBOVE:2024:5226

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
10 oktober 2024
Zaaknummer
11024881 \ CV EXPL 24-1314
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor misgelopen subsidies bij isolatiemaatregelen

In deze civiele zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een vordering ingesteld tegen Woningisolatie Nederland B.V. wegens schadevergoeding van € 6.665,- voor misgelopen subsidies op isolatiemaatregelen. Eiser had een overeenkomst gesloten met Woningisolatie Nederland voor het uitvoeren van isolatiemaatregelen aan zijn woning. Woningisolatie Nederland heeft deze maatregelen uitgevoerd, maar heeft nagelaten de subsidieaanvraag in te dienen, waardoor eiser de subsidies misliep. De kantonrechter oordeelt dat Woningisolatie Nederland tekort is geschoten in haar verplichtingen en veroordeelt haar tot betaling van € 2.165,- aan eiser, plus rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De kantonrechter stelt vast dat de juiste partijen in het geding zijn betrokken en dat de overeenkomst geldig is. De vordering voor glasisolatie wordt afgewezen omdat eiser niet heeft aangetoond dat hij recht had op deze subsidie. De proceskosten worden toegewezen aan eiser, die grotendeels in het gelijk is gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 8 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11024881 \ CV EXPL 24-1314
Vonnis van 8 oktober 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: H.S.R. Hörst (Orion New Services Incasso),
tegen
WONINGISOLATIE NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Woningisolatie Nederland,
procederend zonder gemachtigde.

1.De zaak in het kort

1.1.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten. Op grond van die overeenkomst heeft Woningisolatie Nederland diverse isolatiemaatregelen uitgevoerd bij de (toenmalige) woning van [eiser] . Verder heeft [eiser] glasisolatie laten uitvoeren door een derde. In deze zaak gaat het onder meer over de vraag of Woningisolatie Nederland € 6.665,- aan schadevergoeding aan [eiser] moet betalen vanwege het mislopen van subsidies voor isolatiemaatregelen.
1.2.
De kantonrechter is van oordeel dat Woningisolatie Nederland is tekortgeschoten in haar verplichtingen tegenover [eiser] . Woningisolatie Nederland moet daarom € 2.165,- aan [eiser] betalen. Verder moet Woningisolatie Nederland rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten vergoeden. Hierna licht de kantonrechter deze beslissing toe.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 4 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. De gemachtigde van [eiser] heeft tijdens de zitting spreekaantekeningen overgelegd. Deze zijn aan het dossier toegevoegd.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] was (mede)eigenaar van de woning aan de [adres] .
3.2.
Woningisolatie Nederland houdt zich bezig met het verduurzamen van woningen.
3.3.
Op 19 maart 2021 is [naam 1] (hierna: [naam 1] ), destijds medewerker van Woningisolatie Nederland, bij de woning van [eiser] langs geweest om de isolatiemogelijkheden te bekijken. [eiser] en zijn zoon [naam 2] (hierna: [naam 2] ) waren hierbij aanwezig.
3.4.
Op 21 maart 2021 heeft [naam 1] drie offertes uitgebracht van respectievelijk € 2.352,38 incl. btw voor dakisolatie, € 2.688,01 incl. btw voor spouwmuurisolatie en € 2.959,63 voor bodemisolatie. Op de voorpagina’s van de offertes staat onder meer
“omdat u 3 maatregelen treft hebt u recht op subsidie.(…)”.Vervolgens staat telkens op pagina 2 de te verwachten subsidie vermeld. Dit is € 1340,- voor de dakisolatie, € 825,- voor de spouw en € 428,- voor de bodem.
3.5.
Op 25 maart 2021 heeft [naam 1] een offerte uitgebracht van € 3.659,61 incl. btw voor vloerisolatie (i.p.v. bodemisolatie). Volgens de offerte bedraagt de hiervoor te verwachten subsidie € 868,-.
3.6.
Op 30 juli 2021 heeft Sterkkozijnen een factuur van € 24.200,98 naar [eiser] gestuurd.
3.7.
[eiser] is akkoord gegaan met de offertes van Woningisolatie Nederland voor dakisolatie, spouwmuurisolatie en vloerisolatie. Deze maatregelen zijn uitgevoerd. Op 4 oktober 2021 heeft Woningisolatie Nederland een factuur naar [eiser] gestuurd voor dakisolatie, gevolgd door een factuur voor spouwmuurisolatie op 20 november 2021. De factuur voor de vloerisolatie dateert van 13 mei 2022. [eiser] heeft deze facturen betaald.
3.8.
Op 10 juni 2022 heeft [eiser] via Whatsapp contact gehad met [naam 1] . Over en weer zijn toen de volgende berichten gestuurd:
[eiser]: Hoi [naam 1] , kan je de subsidie aanvragen (…)
[naam 1] :Goedemiddag meneer [eiser] ,
Ik stuur de gegevens door naar de afdeling administratie.
Zij zetten de aanvraag in werking. (…)
[eiser]: Kan ik het controleren voordat het wordt ingediend
[naam 1]: (…) Direct al een verzoek van de administratie …
Kunt u ons het betaalbewijs van de faktuur van het glas toesturen ?
Ook dit hebben we nodig voor de aanvraag.
[naam 1] in reactie op de vraag over het kunnen controleren van de aanvraag:Oei, dat durf ik u niet te zeggen.
Dat traject gaat volledig langs mij heen.
Ik ga het ze vragen of dit mogelijk is.
[naam 1] :We hebben het betaalbewijs voor het glas nog nodig.
[eiser] :Dat is de eerste inclusief glas en kozijn.
3.9.
Op 5 september 2022 heeft [naam 1] een appbericht naar [eiser] gestuurd waarin hij schrijft:
“(…) Excuses voor de wat late reactie maar dat heeft te maken met de hoeveelheid werk op dit moment.
Uw aanvraag is ingediend bij het RVO maar ook deze instantie heeft het op dit moment ontzettend druk waardoor vertraging in de verwerking is ontstaan. (…)”
3.10.
Op 14 oktober 2022, 18 november 2022 en 26 januari 2023 heeft [eiser] bij [naam 1] geïnformeerd over de stand van zaken rondom de subsidieaanvraag. [naam 1] heeft niet gereageerd.
3.11.
Op 26 mei 2023 heeft [eiser] een brief naar Woningisolatie Nederland gestuurd waarin hij vraagt om een schadevergoeding vanwege misgelopen subsidies. Toen betaling uitbleef, heeft [eiser] een gemachtigde ingeschakeld. De gemachtigde heeft Woningisolatie Nederland diverse keren aangemaand.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] stelt dat hij met Woningisolatie Nederland is overeengekomen dat Woningisolatie Nederland zorgdraagt voor indiening van de aanvraag voor de ISDE-subsidies voor dak-, spouwmuur en glasisolatie bij de RVO. Volgens [eiser] is Woningisolatie Nederland deze afspraak niet nagekomen en is [eiser] hierdoor € 6.665,00 aan subsidie misgelopen (bestaande uit: € 4.500,00 voor glasisolatie, € 1.340,00 voor dakisolatie en € 825,00 voor spouwmuurisolatie). [eiser] vordert - samengevat - veroordeling van Woningisolatie Nederland B.V. tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
Woningisolatie Nederland B.V. voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] .
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Wie zijn partij bij de overeenkomst?
5.1.
De kantonrechter stelt voorop dat vaststaat dat er een overeenkomst is gesloten. Op grond van die overeenkomst zijn er isolatiemaatregelen uitgevoerd bij de woning van [eiser] in [adres] . Het meest verstrekkende verweer van Woningisolatie Nederland is dat niet de juiste partijen in het geding betrokken zijn. Volgens Woningisolatie Nederland is de overeenkomst namelijk a) niet gesloten met de besloten vennootschap Woningisolatie Nederland B.V., maar met de eenmanszaak Woningisolatie Nederland en b) niet gesloten met [eiser] , maar met zijn zoon [naam 2] .
5.2.
De kantonrechter volgt Woningisolatie Nederland niet in haar standpunt en overweegt hiertoe als volgt. Tijdens de zitting heeft Woningisolatie Nederland verklaard dat er aanvankelijk sprake was van een eenmanszaak en dat dit nu een bv is geworden. Hieruit begrijpt de kantonrechter dat de door de eenmanszaak Woningisolatie Nederland gedreven onderneming is ingebracht in de besloten vennootschap Woningisolatie Nederland B.V. en van daaruit is voortgezet. De verplichtingen van de eenmanszaak zijn daarmee overgegaan naar de vennootschap. Dat geldt ook voor de verplichtingen van en tegenover [eiser] . De gemachtigde van [eiser] heeft de aanmaningen ook altijd gericht aan de bv en daar is nooit tegen geprotesteerd. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de juiste partij is gedagvaard.
5.3.
Verder overweegt de kantonrechter dat de zoon van [eiser] aanvankelijk weliswaar degene was die regelmatig contact had met [naam 1] en dat zijn naam (daarom) ook in de offertes wordt genoemd en de offertes naar zijn e-mailadres zijn gestuurd, maar duidelijk was of in ieder geval moest zijn dat hij dat deed voor zijn vader en dat [eiser] de contractspartij was. [eiser] is immers de eigenaar van de woning. Hij was bij het eerste gesprek ook aanwezig en is degene die de betalingen heeft verricht. Bovendien volgt uit de stukken (bijvoorbeeld de e-mail van 25 maart 2021 van [naam 2] en de reactie van [naam 1] hierop op 26 maart 2021, productie 2 bij antwoord) en wat er ter zitting is besproken, dat ook [eiser] regelmatig contact heeft gehad met [naam 1] en Woningisolatie Nederland.
Is Woningisolatie Nederland tekortgeschoten?
5.4.
[eiser] stelt dat Woningisolatie Nederland is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de met hem gesloten overeenkomst. Woningisolatie Nederland heeft dit betwist.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat onderdeel van de tussen partijen gesloten overeenkomst is, dat Woningisolatie Nederland de subsidieaanvraag zou verzorgen. [eiser] heeft namelijk gesteld dat [naam 1] hem dat heeft aangeboden en dat hij dat aanbod heeft geaccepteerd. Woningisolatie Nederland heeft dat niet betwist. De kantonrechter zal er daarom van uitgaan dat partijen dit zo hebben afgesproken. Dat het enkel om een service gaat, zoals Woningisolatie Nederland stelt, doet hieraan niets af. [eiser] kon nakoming van de afspraak vragen.
5.6.
Dat heeft hij ook gedaan. Na de laatste maatregel, waarvan de uitvoering wat langer op zich heeft laten wachten omdat de kruipruimte vrij moest zijn van vocht en water, heeft [eiser] via Whatsapp aan [naam 1] gevraagd of de subsidie aangevraagd kon worden (r.o. 3.8). [naam 1] heeft toen aangegeven dat de aanvraag doorgestuurd zou worden naar de administratie. Verder heeft [naam 1] om het betaalbewijs van de factuur van het glas gevraagd. [eiser] reageert dan “
dat is de eerste inclusief glas en kozijn”. Hierna is niet aantoonbaar nogmaals door [naam 1] om stukken gevraagd.
5.7.
[eiser] heeft later naar de stand van zaken gevraagd. Hij kreeg toen bericht van [naam 1] dat de aanvraag was gedaan (r.o. 3.9). Woningisolatie Nederland heeft tijdens deze procedure aangegeven dat de aanvraag niet is gedaan en ook niet kon zijn gedaan, omdat zij nog niet over de juiste stukken beschikte om de aanvraag in te dienen. Documenten over de door Sterkkozijnen uitgevoerde glasisolatie ontbraken. Daarnaast beschikte Woningisolatie Nederland ook nog niet over een getekende machtiging. Volgens Woningisolatie Nederland heeft haar administratie dit allemaal kort na het appcontact tussen [naam 1] en [eiser] op 10 juni 2022 telefonisch met [eiser] besproken. [eiser] wist dus ook van de voorwaarden om de aanvraag te kunnen indienen. Omdat hij niet aan die voorwaarden had voldaan, en dat zelf ook wist, kon [eiser] geen betekenis toekennen aan het appbericht van [naam 1] waarin staat dat de aanvraag was ingediend, aldus Woningisolatie Nederland. De kantonrechter volgt Woningisolatie Nederland hier niet in. [eiser] ontkent het telefonische contact over de subsidieaanvraag en in het dossier ziet de kantonrechter geen informatie die verwijst naar over de subsidieaanvraag gevoerde telefoongesprekken. De kantonrechter kan er daarom niet vanuit gaan dat die gesprekken hebben plaatsgevonden, en kan dus evenmin vaststellen wat er toen besproken is en welke afspraken er zijn gemaakt.
5.8.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende conclusie. Woningisolatie Nederland had de subsidieaanvraag moeten verzorgen. Dat heeft zij niet gedaan, terwijl niet is komen vast te staan dat [eiser] daarvan zelf de oorzaak was. De termijn om de aanvraag alsnog te kunnen doen, is verlopen. Woningisolatie Nederland is daarmee tekortgeschoten in haar verbintenis uit de overeenkomst. Zij moet de schade die [eiser] hierdoor lijdt, vergoeden.
Welk bedrag moet Woningisolatie Nederland aan [eiser] betalen?
5.9.
Bij het bepalen van de schade stelt de kantonrechter voorop dat door of namens Woningisolatie Nederland de volgende maatregelen bij de woning van [eiser] zijn uitgevoerd: dak-, spouwmuur- en vloerisolatie. Daarnaast heeft [eiser] door een derde (Sterkkozijnen) glasisolatie laten aanbrengen. De vordering van [eiser] ziet op misgelopen subsidies voor de dak-, spouwmuur- en glasisolatie. De vloerisolatie is buiten de vordering gelaten.
5.10.
Tussen partijen staat vast dat [eiser] aanspraak had kunnen maken op subsidie voor dak- en spouwmuurisolatie. Deze maatregelen zijn door (of namens) Woningisolatie Nederland uitgevoerd en Woningisolatie Nederland beschikt (daardoor) over documenten die nodig zijn voor de subsidieaanvraag. De kantonrechter gaat ervan uit dat Woningisolatie Nederland daarnaast ook over de machtiging van [eiser] beschikte, of in ieder geval had kunnen beschikken. [eiser] heeft namelijk gesteld dat hij deze tijdens een gesprek met [naam 1] een keer heeft ingevuld en dat vindt bevestiging in een appbericht van [naam 1] aan de administratie waarin [naam 1] schrijft “
Als het goed is, is de machtiging van dhr. [eiser] er ook” (productie 5 bij antwoord). Woningisolatie Nederland heeft hier onvoldoende tegenin gebracht.
5.11.
Volgens [eiser] bedraagt de subsidie voor de dakisolatie € 1.340,- en voor de dakisolatie € 825,-. Woningisolatie Nederland heeft dat niet betwist. Bovendien komt dit bedrag overeen met het bedrag dat Woningisolatie Nederland in de offertes heeft genoemd. De kantonrechter zal daarom van dit bedrag uitgaan. Er zal een bedrag van € 2.165,00 aan misgelopen subsidie worden toegewezen.
5.12.
In geschil is de subsidie voor de glasisolatie. Woningisolatie Nederland heeft een overzicht van de voor de aanvraag benodigde documenten en gegevens overgelegd (productie 4 bij antwoord). Dit overzicht is door [eiser] niet weersproken. Uit het overzicht blijkt dat bij de subsidieaanvraag onder meer de volgende documenten en gegevens moeten worden aangeleverd:
  • een factuur en betaalbewijs met daarop de datum van aanschaf, het bedrag en de datum van betaling;
  • een foto met daarop zichtbar dat de werkzaamheden op uw adres zijn uitgevoerd. Zowel de woning als de uitvoering zijn hierbij duidelijk in beeld;
  • een uitwerking van het netto oppervlakte glas, kozijnen en/of m2 van de kozijnpanelen per kozijn.
5.13.
Niet is gebleken dat aan al deze voorwaarden is voldaan. Er zijn namelijk geen foto’s overgelegd. Ook ontbreekt het betaalbewijs en is er geen berekening van de netto oppervlakte gemaakt. De kantonrechter kan dan ook niet vaststellen dat [eiser] aanspraak op deze subsidie had en van welke omvang. Er is in zoverre dan ook geen sprake van schade. De vordering van [eiser] voor de subsidie voor glasisolatie zal worden afgewezen.
Moet Woningisolatie Nederland de bijkomende kosten (rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten) betalen?
5.14.
[eiser] vordert betaling van de hoofdsom vermeerderd met wettelijke handelsrente. Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, zodat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen.
5.15.
De gevorderde rente over de hoofdsom kan slechts worden toegewezen met ingang van de datum van dagvaarding. Er is namelijk niet toegelicht waarom de rente met ingang van de gevorderde ingangsdatum verschuldigd is.
5.16.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 856,98 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 324,75 bij € 2.165,00 in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom € 324,75 toe.
5.17.
Woningisolatie Nederland B.V. is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
893,97

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt Woningisolatie Nederland B.V. om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.489,75, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 16 maart 2024, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Woningisolatie Nederland B.V. in de proceskosten van € 893,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Woningisolatie Nederland B.V. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.R.H. Lutjes en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024.