ECLI:NL:RBOVE:2024:5223
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking afgewezen wegens niet-ontvankelijkheid in administratief planningsproces
Op 10 oktober 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker tot wraking. De verzoeker, die gedetineerd is, had op 4 oktober 2024 een wrakingsverzoek ingediend tegen de voorzitter in zijn zaak met zaaknummer ZWO23/2729. Dit verzoek werd gedaan omdat de verzoeker het niet eens was met een uitstelverzoek van de tegenpartij, dat volgens hem niet aan hem was kenbaar gemaakt. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de zaak van de verzoeker zich ten tijde van de wraking nog in het administratieve planningsproces bevond en er nog geen rechter aan de zaak was verbonden. Hierdoor was de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek.
De wrakingskamer overwoog dat de beslissing om uitstel een processuele beslissing is die in het algemeen geen grond voor wraking oplevert. De verzoeker had geen objectieve gronden om te veronderstellen dat de rechter partijdig was, aangezien er nog geen rechter aan de zaak was gekoppeld. De griffie had weliswaar een vooraankondiging gestuurd, maar dit was niet bindend en de uiteindelijke beslissing over de zittingsdatum en het transportverzoek zou door de rechter genomen worden zodra deze aan de zaak was verbonden.
De wrakingskamer concludeerde dat het horen van de verzoeker niet zou bijdragen aan de beoordeling van het wrakingsverzoek en heeft daarom afgezien van het houden van een zitting. De beslissing om de verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren werd in het openbaar uitgesproken, waarbij de griffier en de voorzitter aanwezig waren. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open, conform het Procesreglement Bestuursrecht.