Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
1.Samenvatting
2.De procedure
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak zijn de eisers, eigenaren van een bedrijfsterrein, van mening dat de gedaagde dit terrein onrechtmatig in gebruik heeft genomen. De eisers vorderen teruggave en ontruiming van het terrein, alsook een financiële vergoeding voor de periode waarin de gedaagde het terrein heeft bezet, kosten voor een bodemonderzoek, saneringskosten en het aanbrengen van een afrastering. De gedaagde voert verweer en stelt dat hij een huurovereenkomst met de eisers heeft gesloten, waardoor zijn gebruik rechtmatig zou zijn. Hij ontkent ook dat hij de bodem heeft vervuild en dat er een afrastering was toen hij het terrein in gebruik nam.
De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers afgewezen. De eisers hebben niet betwist dat de gedaagde het terrein inmiddels heeft verlaten en er geen spullen van hem meer op het terrein aanwezig zijn. Hierdoor hebben de eisers geen belang meer bij hun vorderingen tot teruggave en ontruiming. De gevorderde schadevergoeding is afgewezen omdat de eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd van geleden schade. Ook de vorderingen voor bodemonderzoek en saneringskosten zijn afgewezen, omdat de eisers niet hebben aangetoond dat de gedaagde verantwoordelijk was voor de vervuiling. Tot slot is de vordering tot het aanbrengen van een afrastering en het overhandigen van de sleutel afgewezen, omdat de eisers niet hebben aangetoond dat de gedaagde verantwoordelijk was voor het verwijderen van de afrastering.
De rechtbank heeft de eisers in de proceskosten veroordeeld, omdat zij in het ongelijk zijn gesteld. De proceskosten zijn vastgesteld op € 1.837,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.