Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats 1],
wonende te [woonplaats 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil en de beoordeling
- kosten dagvaarding € 136,72;
- griffierecht € 87,00;
- salaris gemachtigde € 543,00;
- nakosten €
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. Booijink, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die niet is verschenen, in verband met een huurachterstand van € 10.934,00. Eiser verhuurt een woning aan gedaagde en vordert ontruiming van de woning en betaling van de huurachterstand. De procedure begon met een dagvaarding op 19 september 2024, waarna de zitting plaatsvond op 1 oktober 2024. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiser toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, omdat niet was aangetoond dat aanmaningen conform de wet waren verzonden. De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld om de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en de huurachterstand te betalen, evenals de proceskosten van € 901,72. Het vonnis is uitgesproken op 8 oktober 2024 door mr. A.J. Louter en mr. C.H. de Haan.