ECLI:NL:RBOVE:2024:5171

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
08.283663.21 + 08.124758.21 (gev.ttz) + 05.176717.22 (gev.ttz) + 96.076382.24 (gev.ttz) + 08.115128.23 (gev.ttz) + 08.131537.24 (gev.ttz) + 96.092413.22 (vtvv) + 96.092280.22 (vtvv) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor verkeersovertredingen, drugshandel en diefstal met bijbehorende straffen

Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig had gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder verkeersovertredingen, drugshandel en diefstal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, een taakstraf van 240 uren, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twaalf maanden. De verdachte was schuldig bevonden aan het veroorzaken van een verkeersongeval op 15 augustus 2021 in Staphorst, waarbij hij een voetganger aanreed en vervolgens de plaats van het ongeval verliet. Daarnaast had hij zich schuldig gemaakt aan het rijden zonder geldig rijbewijs en het bezit van harddrugs. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte had een verleden van justitiële veroordelingen en was onder behandeling voor verschillende psychische problemen. De rechtbank heeft besloten om de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, gezien de positieve ontwikkeling die de verdachte had doorgemaakt in zijn leven, waaronder het zoeken van hulp en het stabiliseren van zijn situatie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.283663.21 + 08.124758.21 (gev.ttz) + 05.176717.22 (gev.ttz) + 96.076382.24 (gev.ttz) + 08.115128.23 (gev.ttz) + 08.131537.24 (gev.ttz) + 96.092413.22 (vtvv) + 96.092280.22 (vtvv) (P)
Datum vonnis: 8 oktober 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1970 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 september 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. T.H. Westerhof-Dijkstra, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van
feit 2op 24 september 2024 kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Onder parketnummer 08.283663.21:
op 15 augustus 2021 in Staphorst
feit 1:als bestuurder van een personenauto door zijn schuld een verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor [slachtoffer] (zwaar) lichamelijk letsel heeft opgelopen, dan wel gevaar/hinder op de weg heeft veroorzaakt, dan wel niet in staat is geweest zijn auto op tijd tot stilstand te brengen;
feit 2:nadat hij met een personenauto een verkeersongeval had veroorzaakt, de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of moest vermoeden dat bij dat ongeval aan [slachtoffer] letsel was toegebracht;
feit 3:een personenauto heeft bestuurd terwijl hij wist of had moeten weten dat zijn rijbewijs B ongeldig was verklaard;
Onder parketnummer 08.124758.21:
in de periode van 2 februari 2021 tot en met 9 maart 2021 in Zwolle
feit 4:een pistool, Pietro Beretta (9mm) en 7 volmantel kogelpatronen (9mm) voorhanden heeft gehad;
Onder parketnummer 05.176717.22:
op 12 juni 2021 in Nunspeet
feit 5:opzettelijk GHB aanwezig heeft gehad;
Onder parketnummer 96.076382.24:
op 13 februari 2023 in Kampen
feit 6:een personenauto heeft bestuurd, terwijl hij wist of had moeten weten dat hem de bevoegdheid om te rijden was ontzegd;
feit 7:een personenauto heeft bestuurd, terwijl hij wist of had moeten weten dat zijn rijbewijs B ongeldig was verklaard.
Onder parketnummer 08.115128.23:
op 5 mei 2023 in Zwolle
feit 8:een fles Smirnoff Ice van de Albert Heijn heeft gestolen;
Onder parketnummer 08.131537.24:
op 30 januari 2024 in Zwolle
feit 9:opzettelijk GHB en amfetamine aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Onder parketnummer 08.283663.21:
1
hij op of omstreeks 15 augustus 2021 te Staphorst in de gemeente Staphorst, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto),
komende uit de richting van Staphorst, gaande in de richting van Lankhorst, daarmede rijdende over de weg de Gemeenteweg en
roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl, gelet op verdachtes rijrichting, zich een voetganger op de linker zijde van de door hem, verdachte, bereden weg (de Gemeenteweg) en/of op het (met witte onderbroken strepen afgescheide) fietspad aan de linker zijde van die weg en/of in de aan die rijstrook grenzende (linker) berm bevond en/of
terwijl het zicht voor hem, verdachte, niet werd beperkt,
is weggevallen/in slaap is gevallen/de ogen heeft gesloten en/of
niet, althans in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op het direct voor, naast en/of achter hem gelegen gedeelte van die weg (de Gemeenteweg) en/of het zich daarop bevindende verkeer en/of zich er niet tijdig van vergewist heeft dat de weg vrij was van verkeer en/of
in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (personenauto) zodanig heeft geregeld, dat hij, verdachte, in staat was
dat motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij, verdachte die weg (de Gemeenteweg) kon overzien en waarover deze vrij was en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met voormelde voetganger,
terwijl hij verkeerde onder invloed van drugs en/of
terwijl hij op dat moment niet beschikte over zijn rijbewijs,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
( art 6 Wegenverkeerswet 1994 )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 augustus 2021 te Staphorst als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Gemeenteweg,
is weggevallen/in slaap is gevallen/de ogen heeft gesloten en/of
in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met een in de linkerberm/aan de linker kant van die weg (de Gemeenteweg) lopende voetganger,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 augustus 2021 te Staphorst als bestuurder van een voertuig (personenauto) rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de gemeenteweg, zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers heeft hij een op die weg lopende voetganger aangereden;
( art 19 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 )
2
dat hij, als degene door wiens gedraging (al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig) een verkeersongeval was veroorzaakt,
welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Staphorst op/aan de Gemeenteweg,
op of omstreeks 15 augustus 2021
de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel was toegebracht en/of die ander (te weten [slachtoffer]), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten;
( art 7 lid 1 ahf/ond c Wegenverkeerswet 1994 )
3
hij op of omstreeks 15 augustus 2021 te Staphorst terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Gemeenteweg, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
Onder parketnummer 08.124758.21:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 februari 2021 tot en met 9 maart 2021 te Zwolle, althans in Nederland
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Pietro Beretta, type 1934 Brevettato, kaliber 9mm kort (.380) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 7, althans een aantal volmantel kogelpatronen van het kaliber 9mm kort (.380), heeft gedragen en/of voorhanden heeft gehad;
Onder parketnummer 05.176717.22:
hij op of omstreeks 12 juni 2021 in de gemeente Nunspeet opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 400 mililiter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur (gamma-hydroxy-boterzuur), oftewel GHB, zijnde GHB een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Onder parketnummer 96.076382.24:
1.
hij op of omstreeks 13 februari 2023 te Kampen
terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd,
gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de Haatlanderdijk, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd;
2.
hij op of omstreeks 13 februari 2023 te Kampen
terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Haatlanderdijk, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
Onder parketnummer 08.115128.23:
hij op of omstreeks 5 mei 2023 te Zwolle een fles Schmirnoff Ice, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Albert Heijn, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Onder parketnummer 08.131537.24:
hij op of omstreeks 30 januari 2024 te Zwolle opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 232,14 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB en/of ongeveer 33,41 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde GHB en/of amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De bewijsmotivering

De aan verdachte ten laste gelegde feiten zullen
in chronologische volgordeworden besproken.
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken moet worden van het ten laste gelegde dragen of voorhanden hebben van een pistool van het merk Pietro Beretta en kogelpatronen. De overige feiten kunnen (waar van toepassing in de primaire variant) wettig en overtuigend bewezen worden. Ten aanzien van het verkeersongeval op 15 augustus 2021 in Staphorst heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet (hierna: WVW) en wel van aanmerkelijke schuld.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegde pleitnotitie betoogd dat verdachte vrijgesproken moet worden van het ten laste gelegde dragen of voorhanden hebben van een pistool van het merk Pietro Beretta en kogelpatronen. Ten aanzien van het verkeersongeval op 15 augustus 2021 in Staphorst heeft zij vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde, omdat geen sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Daartoe heeft zij aangevoerd dat er geen causaal verband is tussen het gebruik van GHB en het veroorzaken van het verkeersongeval en het enkele in slaap vallen door verdachte onvoldoende is voor een bewezenverklaring.
Met betrekking tot het ten laste gelegde aanwezig hebben van 232,14 gram GHB en 33,41 gram amfetamine op 30 januari 2024 in Zwolle heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er geen wettig bewijs is, omdat er onvoldoende grondslag was voor de doorzoeking van de woning van verdachte. De MMA-melding die aan de doorzoeking van de woning vooraf is gegaan, was onvoldoende concreet en specifiek. Dit onherstelbare vormverzuim moet leiden tot bewijsuitsluiting en daarmee tot vrijspraak van dit feit.
Ten aanzien van het overige ten laste gelegde heeft de raadsvrouw geconcludeerd dat deze feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Het in de periode van 2 februari 2021 tot en met 9 maart 2021 in Zwolle dragen en/of voorhanden hebben van een pistool, merk Pietro Beretta en 7 volmantel kogelpatronen
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich hieraan schuldig heeft gemaakt, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Het op 12 juni 2021 in Nunspeet opzettelijk aanwezig hebben van 400 milliliter GHB
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen [1] .
- het proces-verbaal van bevindingen [2] ;
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen [3] ;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024 [4] .
Het primair ten laste gelegde verkeersongeval op 15 augustus 2021 in Staphorst (6 WVW) [5]
Feiten en omstandigheden
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van het procesdossier worden vastgesteld. Deze feiten hebben op de terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.
Op 15 augustus 2021 vond op de Gemeenteweg in Staphorst een ongeval plaats. [6] Het betrof een aanrijding tussen een door verdachte bestuurde [7] personenauto en voetganger [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]). Verdachte kwam uit de richting van Staphorst en reed in de richting van Lankhorst/IJhorst. [8] [slachtoffer] liep samen met zijn vriendin aan de – vanuit de rijrichting van verdachte bezien – linkerkant van de Gemeenteweg tegen de berm. [slachtoffer] werd van achteren geschept door de door verdachte bestuurde personenauto, waarna hij door de lucht vloog en een aantal meter verderop neerkwam in de berm. [9]
[slachtoffer] heeft door dit ongeval een kneuzing, een schaafwond op zijn rug en een breuk in het onderste deel van zijn rechter kuitbeen in de enkel opgelopen. Deze breuk is op 25 augustus 2021 operatief met een schroef gefixeerd. [10]
Verdachte heeft na het ongeval teruggeschakeld en is hard weggereden. [11] Hij beschikte niet over een geldig rijbewijs. [12]
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer verklaard dat hij twee voetgangers tegen de linker berm had zien lopen. Hij sliep in die periode in zijn auto en was altijd moe. Hij is tijdens het rijden in slaap gevallen en heeft toen iets geraakt. Hij hoorde een vrouw of een kind gillen. Nadat hij ‘boem’ hoorde, heeft hij gas gegeven en zich verschuild. Hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. [13]
Ten aanzien van schuld in de zin van artikel 6 WVW
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad valt in zijn algemeenheid niet aan te geven of één verkeersovertreding voldoende is voor een bewezenverklaring van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Daarvoor zijn verschillende factoren van belang, zoals het geheel van de gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag kan niet worden afgeleid dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Van schuld in de zin van dit artikel is pas sprake in het geval van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Beoordeeld dient dus te worden of sprake is van ten minste een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. De rechtbank overweegt ten aanzien daarvan als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat het besturen van een auto in zijn algemeenheid een voortdurende plicht tot voorzichtigheid en oplettendheid voor de bestuurder meebrengt. Dit vergt van een bestuurder van een voertuig op de openbare weg onder meer dat hij alert is en adequaat zijn voertuig bestuurt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte deze zorgplicht onvoldoende in acht genomen.
Verdachte is, ondanks dat hij niet over een geldig rijbewijs beschikte en naar eigen zeggen in die periode altijd vermoeid was, op 15 augustus 2021 in zijn personenauto gestapt en gaan rijden. Hij heeft verklaard dat hij vervolgens achter het stuur in slaap is gevallen. Daarop is zijn auto op de linker weghelft van de Gemeenteweg terechtgekomen. Verdachte heeft zijn auto vervolgens niet tijdig tot stilstand kunnen brengen, met het hiervoor beschreven ongeluk tot gevolg. Dit, terwijl het zicht op de Gemeenteweg onbelemmerd was. Dit handelen getuigt van verwijtbaar verkeersgedrag en bestaat uit meerdere verkeersfouten.
Gelet op de hiervoor uiteengezette concrete omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden en dat sprake is van schuld als bedoeld in artikel 6 WVW. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder invloed van drugs (GHB) veroorzaken van het ongeval.
Letsel van [slachtoffer]
Uit de letselrapportage komt naar voren dat [slachtoffer] onder meer een breuk in zijn rechterenkel had die operatief met een schroef is gefixeerd. Het herstel bedroeg tussen de zes en acht weken. Dit letsel is naar het oordeel van de rechtbank – zoals in artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) ook is bedoeld – aan te merken als zwaar lichamelijk letsel.
Doorrijden na een ongeval en besturen van een personenauto terwijl het rijbewijs ongeldig was verklaard op 15 augustus 2021 in Staphorst
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van deze ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- de aangifte van [slachtoffer] [14] ;
- het besluit gevolgen niet meewerken EMA, inhoudende ongeldigverklaring rijbewijs van 1 augustus 2021 [15] ;
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024 [16] .
Besturen van een personenauto terwijl de bevoegdheid was ontzegd en het besturen van een personenauto terwijl het rijbewijs ongeldig was verklaard op 13 februari 2023 in Kampen
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van deze ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal artikel 9 WVW 1994, met bijlage [17] ;
- het besluit gevolgen niet meewerken EMA, inhoudende ongeldigverklaring rijbewijs van 1 augustus 2012 [18] ;
- het besluit gevolgen niet meewerken onderzoek van 15 augustus 2012, inhoudende de ongeldigverklaring van het rijbewijs [19] ;
- een aantekening mondeling vonnis, betreffende een uitspraak van de politierechter van rechtbank Overijssel, van13 september 2022, waarin verdachte onder andere de rijbevoegdheid is ontzegd;
- een kennisgeving van ingang ontzegging rijbevoegdheid van 29 september 2022, blijkens de akte van uitreiking aan verdachte in persoon betekend op 21 oktober 2022;
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024 [20] .
Diefstal van Smirnoff Ice van de Albert Heijn op 5 mei 2023 in Zwolle
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van dit ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- de aangifte namens Albert Heijn [21] ;
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024 [22] .
Het opzettelijk aanwezig hebben van 232,14 gram GHB en 33,41 gram amfetamine op 30 januari 2024 in Zwolle
MMA- melding en bewijsuitsluiting
Het door de raadsvrouw gevoerde verweer met betrekking tot de MMA-melding beoordeelt de rechtbank als volgt.
In het procesdossier bevindt zich onder meer het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2], [verbalisant 3] en [verbalisant 4]. Zij hebben geverbaliseerd dat zij op 30 januari 2024 bij de woning aan de [woonplaats] waren om daar verdachte aan te houden op verdenking van het bezit van een vuurwapen naar aanleiding van een MMA-melding. Deze MMA-melding hield in: “
Drugshandel vanuit pand en vuurwapens te Zwolle. [verdachte] woonachtig aan de [woonplaats] handelt in drugs vanuit zijn woning. [verdachte] handelt in ghb, witte poeder en pillen. [verdachte] is ook in het bezit van een vuurwapen, hij draagt dit vermoedelijk bij zich. Zijn telefoonnummer is. Bij zijn woning is er veel sprake van kort bezoek. [23] Verdachte kwam na het openen van de deur naar de deuropening toegelopen en werd aangehouden. Aan hem werd een machtiging tot binnentreden getoond en na het geven van de cautie en het vorderen van het uitleveren van een wapen zei verdachte:
“Ik snap al waar het om gaat, maar ik heb niets, zoek maar.” [24]
Vervolgens is de woning doorzocht – zonder deuren of sloten te verbreken – en zijn er in de woonkamer verdovende middelen aangetroffen. Daarop is de situatie door verbalisant [verbalisant 1] bevroren en heeft hij contact gezocht met de dienstdoende piketofficier van justitie. Vervolgens is te kennen gegeven dat er buiten de aanwezigheid van de rechter-commissaris doorgezocht kon worden, als de verdachte toestemming gaf. Verdachte was inmiddels, na zijn aanhouding, in de cellengang op het politiebureau aan de Koggelaan in Zwolle en heeft gezegd dat hij het prima vond dat er ook naar drugs gezocht werd. [25]
De MMA-melding is concreet en gedetailleerd en levert naar het oordeel van de rechtbank een redelijk vermoeden van overtreding van de Opiumwet respectievelijk de Wet Wapens en Munitie op. Gelet bovendien op de toestemming die verdachte tot tweemaal toe heeft gegeven, is de rechtbank van oordeel dat een rechtmatige doorzoeking heeft plaatsgevonden en dat het verweer van de raadsvrouw tot bewijsuitsluiting van de gevonden drugs verworpen moet worden.
Bewijs
In de woning aan de [woonplaats] is in de woonkamer onder meer een glazen pot met een gripzakje met daarin een kleverige, poederige, witte substantie aangetroffen. Ook is onder de koffietafel een wit flesje met daarin een vloeistof gevonden. Het poeder en de vloeistof zijn in beslag genomen [26] en onderzocht. Uit het identificerend onderzoek [27] en het onderzoek door het NFI bleek dat het ging om 232,14 gram GHB en 33,41 gram amfetamine. [28]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 september 2024 onder meer verklaard dat de woning aan de [woonplaats] zijn woning was. De aangetroffen drugs waren van ‘[naam]’ die in zijn woning verbleef. Verdachte wist dat deze [naam] drugs in een tas in de slaapkamer had. Daarom had hij [naam] kort voor de doorzoeking uit zijn woning gezet. Verdachte verklaarde dat hij toegang had tot de slaapkamer waarin de tas met drugs stond en dat hij van de GHB ook een dopje had gebruikt. [29]
Gelet op deze bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte op 30 januari 2024 in Zwolle opzettelijk 232,14 gram en 33,41 gram amfetamine aanwezig heeft gehad.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Onder parketnummer 08.283663.21:
1
hij op 15 augustus 2021 te Staphorst in de gemeente Staphorst, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto),komende uit de richting van Staphorst, gaande in de richting van Lankhorst, daarmede rijdende over de weg de Gemeenteweg
aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl, gelet op verdachtes rijrichting, zich een voetganger op de linker zijde van de door hem, verdachte, bereden weg (de Gemeenteweg) en in de aan die rijstrook grenzende (linker) berm bevond en
terwijl het zicht voor hem, verdachte, niet werd beperkt,
in slaap is gevallen/de ogen heeft gesloten en
in onvoldoende mate is blijven letten op het direct voor en naast hem gelegen gedeelte van die weg (de Gemeenteweg) en het zich daarop bevindende verkeer en zich er niet tijdig van vergewist heeft dat de weg vrij was van verkeer en
in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (personenauto) zodanig heeft geregeld, dat hij, verdachte, in staat wasdat motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij, verdachte die weg (de Gemeenteweg) kon overzien en waarover deze vrij was en
in aanrijding is gekomen met voormelde voetganger,
terwijl hij op dat moment niet beschikte over zijn rijbewijs,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht;2
dat hij, als degene door wiens gedraging (al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig) een verkeersongeval was veroorzaakt,welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Staphorst op/aan de Gemeenteweg,op 15 augustus 2021de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel was toegebracht en die ander (te weten [slachtoffer]), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten;
3
hij op 15 augustus 2021 te Staphorst terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een categorie van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de Gemeenteweg, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie heeft bestuurd;
Onder parketnummer 05.176717.22:
hij op 12 juni 2021 in de gemeente Nunspeet, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 400 milliliter, van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur (gamma-hydroxyboterzuur), oftewel GHB, zijnde GHB een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Onder parketnummer 96.076382.24:
1.
hij op 13 februari 2023 te Kampen,terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd,gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de Haatlanderdijk, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd;
2.
hij op 13 februari 2023 te Kampen,terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een categorie van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de Haatlanderdijk, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie heeft bestuurd;
Onder parketnummer 08.115128.23:
hij op 5 mei 2023 te Zwolle een fles Smirnoff Ice, die aan Albert Heijn toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Onder parketnummer 08.131537.24:
hij op 30 januari 2024 te Zwolle opzettelijk aanwezig heeft gehad, 232,14 gram, van een materiaal bevattende GHB en 33,41 gram, van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde GHB en amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlasteleggingen voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310 Sr, de artikelen 6, 7, 9, 175 en 176 WVW 1994 en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Onder parketnummer 08.283663.21:
feit 1 primair
het misdrijf: overtreding
van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994,
terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel toegebracht is.
feit 2
het misdrijf:
overtreding van artikel 7, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.
feit 3
het misdrijf:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Onder parketnummer 05.176717.22:
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet, gegeven verbod.
Onder parketnummer 96.076382.24:
feit 1:overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
feit 2:overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Onder parketnummer 08.115128.23:
het misdrijf:
diefstal.
Onder parketnummer 08.131537.24:
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet, gegeven verbod, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gelet op de pleegdata van de strafbare feiten, het reclasseringsrapport en de producties die de raadsvrouw heeft overgelegd, gevorderd aan verdachte op te leggen:
- 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar met aftrek van het voorarrest;
- een taakstraf van 240 uur, bij niet uitvoeren te vervangen door 120 dagen hechtenis en
- 12 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal betekenen dat verdachte zijn woning en netwerk verliest. Zij heeft aangevoerd dat verdachte nu een stabiele basis heeft en een kans verdient, zoals ook in de eis van de officier van justitie naar voren komt.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan acht strafbare feiten. Hij heeft zich op 15 augustus 2021 schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval, terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Hij reed een voetganger van achteren aan en reed vervolgens zonder te stoppen door. De voetganger liep onder meer een gebroken enkel op. Dit handelen neemt de rechtbank verdachte kwalijk. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in 2023 rijden zonder geldig rijbewijs, het rijden tijdens een rijontzegging, diefstal uit een supermarkt en het in bezit hebben van harddrugs in 2021 en 2023. Voor wat betreft de harddrugs is algemeen bekend dat drugs schade kunnen berokkenen aan de gebruikers daarvan en dat dit gebruik kan leiden tot ernstige (verslavings)problematiek.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 21 augustus 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor winkeldiefstallen, overtreding van de Opiumwet en overtreding van artikel 9 WVW.
Uit het reclasseringsrapport van 16 juli 2024 komt naar voren dat verdachte een 53-jarige man is met een roerig bestaan. Hij is gediagnosticeerd met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een depressieve stoornis, een posttraumatische stressstoornis en een stoornis in het gebruik van middelen. Ook is sprake van maatschappelijke teloorgang. In het verleden had verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats en geen zinvolle dagbesteding en inkomen. De afgelopen periode heeft hij de nodige stappen gezet. Verdachte is nog bezig met het uitvoeren van eerder opgelegde taakstraffen, en dat geeft hem structuur en een zinvolle dagbesteding. Verdachte is verder op vrijwillige basis in beeld bij LIMOR en het FACT-team vanuit Transfore. Hij krijgt vanuit deze organisaties praktische begeleiding en er is monitorend contact rondom zijn middelengebruik en psychosociaal functioneren. Ook heeft verdachte sinds november 2023 huisvesting. Ieder weekend logeren zijn zoon en de moeder van zijn zoon bij hem. Hij heeft in mei 2024 de gedragsinterventie GI-ggz Leefstijltraining positief afgesloten. Verdachte heeft een langdurige verslavingshistorie, maar op dit moment ontvangt de hulpverlening geen signalen van veelvuldig middelenmisbruik. Remissie van het middelengebruik is van groot belang, omdat Tactus Reclassering dit als direct delict gerelateerd ziet en recidive verhogend. Verdachte staat onder bewind. Op dit moment is nog sprake van lopend reclasseringstoezicht met een meldplicht. Dit acht de reclassering toereikend om met verdachte en de betrokken hulpverlening te werken aan het zoveel mogelijk stabiliseren van de verschillende leefgebieden en het beperken van de recidiverisico’s.
Strafoplegging
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank voorts acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting. Voor het veroorzaken van een verkeersongeval, waarbij sprake is van aanmerkelijke schuld en zwaar lichamelijk letsel wordt als oriëntatiepunt 120 uur taakstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid van zes maanden gegeven. Voor het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid dan wel terwijl een rijbewijs ongeldig is verklaard staat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Voor het bezit van 500 tot1000 gram harddrugs staat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tussen de zes en acht maanden en voor een eenvoudige winkeldiefstal met recidive wordt als oriëntatiepunt een geldboete van € 200,- en één week onvoorwaardelijke gevangenisstraf gegeven.
Dit alles tezamen zou maken dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor langere duur opgelegd zou kunnen worden. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat verdachte sinds een aantal maanden een stabieler leven leidt. Hij heeft een woning en heeft vrijwillig hulp gezocht bij LIMOR en Tactus Reclassering. Hij volgt meerdere therapieën, verricht zijn taakstraffen, en verricht op vrijwillige basis diverse werkzaamheden voor het wijkcentrum. Vanaf december 2023 is hij gestopt met het gebruiken van drugs en ondanks één terugval zoekt hij in moeilijke periodes vrijwillig hulp. In deze persoonlijke omstandigheden en de pleegdata van de strafbare feiten ziet de rechtbank aanleiding om af te wijken van de oriëntatiepunten. De rechtbank zal aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Vanwege de hoeveelheid van de strafbare feiten en de ernst van het veroorzaken van een verkeersongeval zal de rechtbank aan verdachte de maximale taakstraf van 240 uur en een rijontzegging voor de duur van 12 maanden opleggen. Om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen zal de rechtbank daarnaast nog een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar opleggen. De rechtbank zal daarbij bepalen dat het ondergane voorarrest hiervan afgetrokken moet worden.
6.4
De in beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de in beslag genomen Peugeot 407 verbeurd verklaard moet worden.
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte de Peugeot 407 destijds heeft verkocht. Zij heeft verzocht deze auto terug te geven, zodat deze aan de koper geleverd kan worden.
De rechtbank wijst het verzoek van de raadsvrouw af, omdat de Peugeot al sinds 15 augustus 2021 in beslag is genomen en er zich geen partij heeft gemeld die deze personenauto zou hebben gekocht. De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst genoemde Peugeot 407, met kenteken [kenteken], moet worden verbeurd verklaard, omdat het een voorwerp betreft met betrekking tot welke een aantal van de strafbare feiten zijn begaan.
7. De vorderingen tenuitvoerlegging bij parketnummers 96.092413.22 en 96.092280.22
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de proeftijden van de voorwaardelijk opgelegde straffen met één jaar worden verlengd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft om verlenging van de proeftijden verzocht.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de positieve ontwikkeling die verdachte de afgelopen maanden heeft doorgemaakt de proeftijden van de voorwaardelijke opgelegde straffen met één jaar verlengd moeten worden.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57 en 63 Sr en artikel 179 WVW 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder
parketnummer 08.124758.21ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder de parketnummers 08.283663.21, 05.176717.22, 96.076382.24, 08.115128.23 en 08.131537.24 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Onder parketnummer 08.283663.21:
feit 1 primair
het misdrijf: overtreding
van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994,
terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel toegebracht is;
feit 2
het misdrijf:
overtreding van artikel 7, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 3
het misdrijf:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
Onder parketnummer 05.176717.22:
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet, gegeven verbod;
Onder parketnummer 96.076382.24:
feit 1:overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 2:overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
Onder parketnummer 08.115128.23:
het misdrijf:
diefstal;
Onder parketnummer 08.131537.24:
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de
Opiumwet, gegeven verbod, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten als verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
-
ontzegtverdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;

de in beslag genomen voorwerpen

- verklaart verbeurd het in beslag genomen voorwerp, te weten het op de beslaglijst genoemde voorwerp: Peugeot, kenteken [kenteken];
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straffen met parketnummers96.092413.22 + 96.092280.22
-
verlengtde proeftijd van de bij vonnis van de politierechter van 13 september 2022 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvan 2 (twee) maanden, met 1 (een) jaar;
-
verlengtde proeftijd van de bij vonnis van de politierechter van 26 april 2023 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvan 1 (een) maand, met 1 (een) jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Heisterkamp, voorzitter, mrs. S.H. Peper en K. Ides, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.I.W van Aken, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024.
Buiten staat
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021269020. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina 7, alinea 2, 3, 7 tot en met 9.
3.Pagina 26 tot en met 31.
4.Het proces-verbaal ter terechtzitting van de meervoudige strafkamer van 24 september 2024.
5.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021421226. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
6.Pagina 4.
7.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024.
8.Pagina 10, 24.
9.Pagina 10, 24.
10.Pagina 10, 17-18.
11.Pagina 19, 24. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024.
12.Besluit gevolgen niet meewerken EMA van1 augustus 2021, zie het aanvullend procesdossier met BHV registratienummer 2023067510.
13.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024.
14.Pagina 17.
15.Besluit gevolgen niet meewerken EMA van 1 augustus 2021, zie het aanvullend procesdossier met BHV registratienummer 2023067510.
16.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024.
17.Blad 1 en 2 en uitdraai van de politie rijbewijs categorieën en maatregelen.
18.Besluit gevolgen niet meewerken EMA van 1 augustus 2021, zie het aanvullend procesdossier met BHV registratienummer 2023067510.
19.Besluit gevolgen niet meewerken onderzoek van 15 augustus 2021, blad 1 tot en met 4.
20.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024.
21.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 1 en 2.
22.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024.
23.Het proces-verbaal van verdenking met BHV registratienummer 2024045011, pagina 50.
24.Het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL0600-2024045011-6, blad 1, alinea 1, 2 en 4.
25.Het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL0600-2024045011-19, blad 1, alinea 1 tot en met 5.
26.Het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL0600-2024045011-6, blad 2, alinea 2 en 3, blad 3
27.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met nummer PL0600-2024045011-8, blad 1 tot en met 5.
28.Het rapport NFiDENT van 13 maart 2024 en het rapport NFiDENT van 14 maart 2024.
29.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024.