ECLI:NL:RBOVE:2024:5170

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
08.118092.24 + 08.106932.24 (gev.ttz) + 08.164642.24 (gev.ttz) + 08.305799.20 (vtvv) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 38-jarige vrouw voor meerdere diefstallen en oplichting

Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 38-jarige vrouw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 260 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De vrouw heeft zich schuldig gemaakt aan acht strafbare feiten, waaronder meerdere diefstallen en oplichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data en locaties, waaronder Hellendoorn en Almelo, goederen heeft gestolen van verschillende slachtoffers, waaronder een damesfiets en winkelgoederen. Daarnaast heeft zij via Marktplaats mensen opgelicht door zich voor te doen als een bonafide verkoper en hen te bewegen tot betaling voor goederen die nooit zijn verzonden. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen opgelegd aan de benadeelde partijen, die in totaal €379,29 bedragen. De verdachte moet zich houden aan een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling ondergaan. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de problematiek van de verdachte, waaronder alcoholmisbruik en een borderline persoonlijkheidsstoornis, meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.118092.24 + 08.106932.24 (gev.ttz) + 08.164642.24 (gev.ttz) + 08.305799.20 (vtvv) (P)
Datum vonnis: 8 oktober 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] ,
verblijvende bij [locatie] aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 september 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en haar raadsman mr. K. Tunç, advocaat in Hengelo, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van wat door de benadeelde partij mevrouw [slachtoffer 1] is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:op 4 april 2024 in Almelo goederen van de Jumbo heeft gestolen;
feit 2:op 1 maart 2024 in Hellendoorn een Cortina damesfiets van [slachtoffer 2] heeft gestolen;
feit 3:op 1 maart 2024 in Hellendoorn goederen van de Albert Heijn heeft gestolen;
feit 4:in de periode van 20 november 2023 tot en met 4 december 2023 in Tubbergen samen met een ander geld en goederen van [slachtoffer 3] heeft gestolen
dan welop 22 november 2023 in Tubbergen (opzettelijk) sieraden heeft geheeld;
feit 5:op 18 april 2024 in Almelo uit een woning goederen van [slachtoffer 1] heeft gestolen
dan welop 19 april 2024 in Almelo (opzettelijk) sieraden heeft geheeld;
feit 6:op 18 april 2024 in Almelo geld heeft gestolen van [slachtoffer 1] door gebruik te maken van haar pinpas;
feit 7: op 24 april 2024 in Almelo geld heeft gestolen van [slachtoffer 4] door gebruik te maken van haar creditcard;
feit 8:in de periode van 18 januari 2024 tot en met 23 februari 2024 in Almelo [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] via Marktplaats heeft opgelicht door onder een valse naam goederen aan te bieden;
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Onder parketnummer 08.118092.24
zij op of omstreeks4 april 2024 te Almelo, een (of meerdere) winkelgoed(eren), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Jumbo, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Onder parketnummer 08.106932.24:
1
zij op of omstreeks 1 maart 2024 te Hellendoorn, een (dames)fiets (merk/type Cortina), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
zij op of omstreeks 1 maart 2024 te Hellendoorn, een of meerdere (winkel)goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Albert Heijn, in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Onder parketnummer 08.164642.24:
1
zij in of omstreeks de periode van 20 november 2023 tot en met 4 december 2023 te Tubbergen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag en/of een of meerdere sieraden en/of een of meerdere jas(sen) en/of een koffer, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair:zij op of omstreeks 22 november 2023 te Almelo, althans in Nederland een of meerdere sieraden, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2
zij op of omstreeks 18 april 2024 te Almelo, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan het [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een portemonnee (met inhoud) en/of een telefoon en/of een of meerdere sieraden en/of een knuffel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair:zij op of omstreeks 19 april 2024 te Almelo, althans in Nederland een of meerdere sieraden, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3
zij op of omstreeks 18 april 2024 te Almelo, althans in Nederland, een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door wederrechtelijk gebruik te maken van een pinpas;
4
zij op of omstreeks 24 april 2024 te Almelo, althans in Nederland, een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door wederrechtelijk gebruik te maken van een pinpas en/of creditcard;
5
zij in of omstreeks de periode van 18 januari 2024 tot en met 23 februari 2024 te Almelo, althans in Nederland meermalen althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag en/of het aangaan van een koopovereenkomst, door
- een goed, te weten een Sparta display, te koop aan te bieden via een advertentie op de website www.martkplaats.nl, althans via het internet een advertentie te plaatsen, en/of (daarbij)
- zich voor te doen als eigenaar/bezitter van dat (via internet) aangeboden goed en/of als bonafide aanbieder/verkoper van dat goed tegen betaling, en/of
- te zeggen/aan te geven dat verdachte het goed na ontvangst van betaling zou versturen of (laten) bezorgen en/of
- te handelen onder een valse naam, te weten [alias 1] en/of [alias 2] en/of [alias 3] , althans zich voor te doen als bonafide verkoper;
subsidiair:zij in of omstreeks de periode van 18 januari 2024 tot en met 23 februari 2024, te Almelo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(van) een of meerdere geldbedragen (in totaal ongeveer €97,50), althans een of meer voorwerpen
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of - gebruik heeft gemaakt
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle (in de primaire vorm) tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich met uitzondering van de tenlastegelegde oplichting via Marktplaats gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de oplichting heeft hij betoogd dat verdachte vrijgesproken moet worden, omdat niet is bewezen dat zij daarbij betrokken is geweest.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder parketnummer 08.118092.24 tenlastegelegde
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- de aangifte namens Jumbo Supermarkten; [1]
- het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het uitkijken van de camerabeelden [2]
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd bij de politie op 4 april 2024 [3] .
Ten aanzien van de bij parketnummer 08.106932.24 onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten
Diefstal damesfiets van [slachtoffer 2] en diefstal van de Albert Heijn
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- de aangifte van [slachtoffer 2] [4] ;
- de aangifte namens Albert Heijn [5] ;
- het proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het uitkijken van de camerabeelden [6] ;
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd bij de politie op 5 maart 2024 [7] .
Ten aanzien van de onder parketnummer 08.164642.24 tenlastegelegde feiten [8]
De onder 1 primair tenlastegelegde diefstal van sieraden, jassen, geld en een koffer van [slachtoffer 3]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde diefstal in vereniging heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 17 januari 2024 doet [slachtoffer 3] aangifte. Zij verklaarde onder meer dat verdachte van 20 november tot 22 november 2023 samen met haar vriend [medeverdachte] in de bed & breakfast van aangeefster (hierna: de b&b) heeft verbleven. Bij het vertrek op 22 november 2023 nam verdachte een trolley van aangeefster mee. Van 27 november 2023 tot en met 4 december 2023 heeft verdachte opnieuw met haar vriend in de b&b verbleven. In deze periode bleek dat er € 350,-, twee jassen en gouden sieraden zijn weggenomen. In de periode van 6 december 2023 tot en met 18 december 2023 heeft verdachte met haar vriend opnieuw in de b&b verbleven. [9]
Uit het Digitaal Opkopers Register (DOR) blijkt dat verdachte op 22 november 2023 bij [bedrijf] in [vestigingsplaats] gouden sieraden heeft ingeleverd, waaeonder een gouden trouwring met inscriptie, twee setjes oorbellen, twee gouden kettingen, één met een oranje/rode stenen ovale hanger en een horloge. [10] Aangeefster [slachtoffer 3] herkende aan de hand van foto’s van de ingeleverde sieraden, de ring, het horloge, de setjes oorbellen en een ketting als haar sieraden. [11]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 24 september 2024 verklaard dat zij gezien heeft dat [medeverdachte] geld heeft weggenomen uit de b&b. Zij stond daar bij. Ook heeft verdachte verklaard dat zij gouden sieraden heeft ingeleverd bij [bedrijf] in [vestigingsplaats] .
Uit voorgaande bewijsmiddelen blijkt dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en haar mededader (haar toenmalige vriend [medeverdachte] ) die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Immers is verdachte de persoon geweest die de trolley heeft ontvreemd en de gestolen sieraden heeft ingeleverd bij [bedrijf] . Daarmee acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de diefstal van de sieraden, de jassen, het geld en de koffer van [slachtoffer 3] tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd.
De onder 2 primair tenlastegelegde diefstal uit de woning van [slachtoffer 1] , de onder 3 tenlastegelegde diefstal van geld van [slachtoffer 1] door te pinnen met haar bankpas en de onder 4 tenlastegelegde diefstal van geld van [slachtoffer 4] door te betalen met haar creditcard
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van deze ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- de aangifte van [slachtoffer 1] [12] en het aanvullende verhoor van [slachtoffer 1] [13] ;
- het proces-verbaal van bevindingen en foto-overzicht [14] ;
- de aangifte van [slachtoffer 4] [15] ;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 24 september 2024 [16] .
De onder 5 primair tenlastegelegde oplichting via Marktplaats van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde oplichting heeft gepleegd. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 14 februari 2024 en 1 maart 2024 doen [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] aangifte. Zij verklaarden dat zij via Marktplaats elk een Sparta display hebben gekocht van respectievelijk ene [alias 1] , van ene [alias 2] en van ene [alias 3] . [slachtoffer 7] krijgt een betaalverzoek van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Na betaling door de aangevers blijkt dat het geld op bankrekening [rekeningnummer] met de naam [verdachte] komt. Na de betalingen wordt de Sparta display niet verzonden en is er geen enkel contact meer mogelijk. [17] Uit gegevens van de Rabobank blijk dat verdachte de rekeninghouder is van bankrekening [rekeningnummer] . [18] Op deze bankrekening wordt onder andere het leefgeld van verdachte gestort. [19] Het telefoonnummer [telefoonnummer] staat op naam van verdachte. [20]
Volgens gegevens van Marktplaats is de advertentie waar [slachtoffer 5] op heeft gereageerd geplaatst door een account met de naam [alias 2] , e-mailadres [e-mailadres 1] . De advertenties waar [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] op hebben gereageerd is geplaatst door een account genaamd [alias 3] met e-mailadres [e-mailadres 2] .
Verdachte heeft ter terechtzitting op 24 september 2024 verklaard dat deze e-mailaccounts van haar zijn. [21]
De rechtbank is van oordeel dat uit het hiervoor gaande genoegzaam blijkt dat verdachte de persoon is geweest die [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] via Marktplaats heeft opgelicht. Haar telefoonnummer, haar bankrekeningnummer en haar e-mailaccounts waren gekoppeld aan de advertenties die hebben geleid tot de oplichting. Verdachte heeft weliswaar gesteld dat niet zij maar haar ex-vriend [medeverdachte] de persoon is geweest die toegang heeft gehad tot haar e-mailaccounts, telefoon en bankrekening – en de oplichtingen dus heeft gepleegd -, maar deze verklaring is niet aannemelijk geworden.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Onder parketnummer 08.118092.24
zij op 4 april 2024 te Almelo, (winkel)goederen, die aan Jumbo toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;Onder parketnummer 08.106932.24:
1
zij op 1 maart 2024 te Hellendoorn, een (dames)fiets (merk/type Cortina, die aan [slachtoffer 2] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;2
zij op 1 maart 2024 te Hellendoorn, (winkel)goederen, die aan de Albert Heijn toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Onder parketnummer 08.164642.24:
1
zij in de periode van 20 november 2023 tot en met 4 december 2023 te Tubbergen, tezamen en in vereniging met een ander, een geldbedrag en meerdere sieraden en meerdere jassen en een koffer, die aan [slachtoffer 3] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
zij op 18 april 2024 te Almelo, uit een woning aan het [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een portemonnee (met inhoud) en een telefoon en meerdere sieraden en een knuffel, die aan [slachtoffer 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
zij op 18 april 2024 te Almelo, een geldbedrag, dat aan [slachtoffer 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door wederrechtelijk gebruik te maken van een pinpas;
4
zij op 24 april 2024 te Almelo, een geldbedrag, dat aan [slachtoffer 4] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door wederrechtelijk gebruik te maken van een creditcard;
5
zij in de periode van 18 januari 2024 tot en met 23 februari 2024 te Almelo, meermalen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag, door- een goed, te weten een Sparta display, te koop aan te bieden via een advertentie op de website www.martkplaats.nl, en (daarbij)- zich voor te doen als eigenaar/bezitter van dat (via internet) aangeboden goed en als bonafide aanbieder/verkoper van dat goed tegen betaling, en- te zeggen/aan te geven dat verdachte het goed na ontvangst van betaling zou versturen of (laten) bezorgen en- te handelen onder een valse naam, te weten [alias 1] en/of [alias 2] en/of [alias 3] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Onder parketnummer 08.118092.24 en onder parketnummer 08.106932.24
feit 1 en feit 1 en 2, telkens:
het misdrijf:
Diefstal.
Onder parketnummer 08.164642.24:
feit 1:
het misdrijf:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
feit 2 primair:
het misdrijf:
Diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
feit 3 en feit 4, telkens:
het misdrijf:
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
feit 5 primair:
het misdrijf:
Oplichting, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 263 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering op te leggen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat een straf gelijk aan de duur van het voorarrest passend is. Het voorwaardelijke strafdeel zoals dat is geëist door de officier van justitie moet volgens de raadsman worden gematigd.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft zich in een tijdsbestek van vijf maanden schuldig gemaakt aan acht strafbare feiten. Zij heeft meerdere diefstallen gepleegd en heeft mensen via Markplaats opgelicht. Zij heeft alcohol en etenswaar gestolen bij twee supermarkten en ook heeft zij een fiets ontvreemd. Daarnaast is verdachte twee woningen ingeslopen, waar zij onder meer sieraden en betaalkaarten heeft gestolen. Vervolgens verrichtte zij betalingen met de betaalpassen en wisselde zij de sieraden bij een goudsmid in.. Het feit dat verdachte woningen is binnengeslopen, rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Dit zijn strafbare feiten die ervoor zorgen dat mensen zich in hun eigen woning niet meer veilig voelen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie over verdachte van 3 september 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van winkeldiefstallen. Uit de reclasseringsrapporten van 13 juni 2024 en 18 september 2024 komt naar voren dat er bij verdachte sprake is van problematisch alcoholgebruik waardoor zij regelmatig met justitie in contact komt. Verdachte is gediagnosticeerd met een borderline persoonlijkheidsstoornis, paranoïde persoonlijkheidsstoornis, stoornis in het gebruik van alcohol en trauma gerelateerde klachten. Zij heeft een dochter die bij verdachtes ouders verblijft. Verdachte ontvangt een bijstandsuitkering, heeft forse schulden en staat onder curatele. Sinds 26 augustus 2024 verblijft verdachte (in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis) bij [locatie] in [adres 1] . Deze behandeling verloopt tot nu toe positief, mede dankzij de meewerkende en gemotiveerde houding van verdachte. De reclassering is van mening dat het van belang is dat dit ingezette behandeltraject voortgezet wordt. Er is een stevig plan van aanpak nodig om de leefsituatie van verdachte te stabiliseren en te werken aan een duurzame gedragsverandering. Naast dit behandeltraject voor de duur van maximaal 12 maanden adviseert de reclassering als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling (met de mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), wonen in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang en het meewerken aan controle op het gebruik van alcohol en drugs op te leggen.
Strafoplegging
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting. Gelet op deze oriëntatiepunten en de straffen die doorgaans opgelegd worden voor diefstallen uit winkels, diefstal van een fiets, diefstallen door het gebruik van gestolen betaalpassen, woninginsluiping en oplichting is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest passend en geboden is. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen waarvan 260 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar opleggen en de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door de rechtbank. De rechtbank ziet gelet op de hoeveelheid strafbare feiten gepleegd in een relatief korte tijd en het nog prille begin van het behandeltraject geen heil in een door de raadsman verzocht lager voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf. De rechtbank zal bepalen dat van de gevangenisstraf het al ondergane voorarrest wordt afgetrokken.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6]
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 364,29, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment (18 april 2024) waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reparatie poort € 55,00;
- smartphone Samsung Galaxy A15 + toebehoren € 218,99;
- ID-kaart € 75,80;
- pasfoto € 10,00;
- betaalpas € 4,50.
[slachtoffer 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 168,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment (24 april 2024) waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- tas € 200,00;
- pasjeshouder € 69,00;
- Ov-kaart € 11,00;
- rijbewijs + pasfoto € 122,10;
- bankpas, museumkaart, creditcard € 7,50;
- contactloze pinbetalingen € 140,20.
Door de verzekeraar is € 381,30 vergoed.
[slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] hebben zich als benadeelde partijen gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partijen vorderen verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van respectievelijk € 30,- en € 40,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment (18 januari 2024 en 2 februari 2024) waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit het geldbedrag dat zij gestort hebben op de bankrekening van verdachte (Marktplaatsoplichting).
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer 1] met uitzondering van de schadepost voor de reparatie van de poort toegewezen kan worden. [slachtoffer 4] moet in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard worden, omdat alleen de schadepost van de contactloze pinbetalingen rechtstreeks verband houden met het bewezenverklaarde en deze betalingen al vergoed zijn. De vorderingen van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] kunnen geheel worden toegewezen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat alle benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard moeten worden in hun vorderingen. [slachtoffer 1] omdat de verzekeraar al de schade heeft vergoed. [slachtoffer 4] omdat de pinbetalingen al vergoed zijn en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] omdat verdachte vrijgesproken moet worden van de oplichting via Marktplaats.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder parketnummer 08.164642.24 feiten 2 primair en 3 bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten met uitzondering van de reparatie van de poort zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. Het verweer van de verdediging dat deze schadeposten al door de verzekeraar zijn vergoed wordt gepasseerd. Anders dan de verdediging suggereert, begrijpt de rechtbank uit de onderbouwing van de vordering dat de vergoeding die door de verzekeraar is uitgekeerd uitsluitend ziet op de gestolen sieraden.
De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 309,29 te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De onder de post reparatie van de poort opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat deze schade – ook gelet op de ter zitting door [slachtoffer 1] gegeven toelichting – geen rechtstreekse schade is van de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank wijst dit deel van de schadevergoeding af.
[slachtoffer 4]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 08.164642.24 feit 4 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. Dit betreft een diefstal met valse sleutel, te weten het betalen van een aantal bedragen met een creditcard. De opgevoerde schadepost van de contactloze pinbetalingen van in totaal € 140,20 is echter al vergoed door de verzekeraar. De rechtbank heeft geconstateerd dat deze bedragen al zijn teruggestort op de bankrekening. De overige schadeposten houden geen rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering en bepalen dat zij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
[slachtoffer 5] en [slachtoffer 6]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 08.164642.24 feit 5 primair bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom geheel toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte naar de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten zijn toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met respectievelijk 6 dagen, 1 dag en 1 dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De vordering tenuitvoerlegging 08.305799.20

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijk opgelegde taakstraf van 40 uren ten uitvoer wordt gelegd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft om afwijzing van de vordering verzocht, omdat een tenuitvoerlegging de klinische behandeling van verdachte in de [locatie] en de daaropvolgende behandeling(en) zal doorkruisen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 63 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.118092.24, het onder parketnummer 08.106932.24 feit 1 en 2, het onder parketnummer 08.164642.24, feit 1, 2 primair, 3, 4 en 5 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Onder parketnummer 08.118092.24 en onder parketnummer 08.106932.24
feit 1 en feit 1 en 2, telkens:
het misdrijf:
Diefstal.
Onder parketnummer 08.164642.24:
feit 1:
het misdrijf:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
feit 2 primair:
het misdrijf:
Diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
feit 3 en feit 4, telkens:
het misdrijf:
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
feit 5 primair:
het misdrijf:
Oplichting, meermalen gepleegd.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
260 (tweehonderdzestig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten als de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten als de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering [locatie] [adres 3] op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en zo lang deze instelling dat nodig vindt;
- zich laat opnemen in de kliniek [locatie] in [adres 1] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor de plaatsing. De opname is al gestart. De opname duurt maximaal twaalf maanden. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling heeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- laat zich behandelen door een ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen.
Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De
justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling;
- verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
Onder parketnummer 08.164642.24:
[slachtoffer 1] (feit 2 primair en 3)
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 309,29 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 309,29, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2024;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 309,29, (zegge: driehonderdnegen euro en negenentwintig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij af voor het bedrag van € 55,00;
[slachtoffer 4] (feit 4)
- bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 5] (feit 5)
- wijst de vordering van de benadeelde partij geheel toe tot een bedrag van € 30,- (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 30,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2024;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 30,-, (zegge: dertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[slachtoffer 6] (feit 5)
- wijst de vordering van de benadeelde partij geheel toe tot een bedrag van € 40,- (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 40,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2024;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 40,-, (zegge: veertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08.305799.20
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter van 26 september 2023 voorwaardelijk opgelegde
taakstrafvoor de duur van
40 uren.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Berends, voorzitter, mrs. A. van Holten en J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024.
Buiten staat
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van aangifte met nummer: 240404-212-543, pagina 1 en 2.
2.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL0600-2024152351-8.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer PL0600-2024152351-7, blad 3, alinea 12, 14 en 16 en blad 4, alinea 1.
4.Proces-verbaal van aangifte met nummer 240301-386-203, pagina 1.
5.Proces-verbaal van aangifte met nummer PL0600-2024103665-2, blad 1.
6.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL0600-2024099826-45, blad 1, alinea, 3 en9, blad 2 en blad 3.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer PL0600-2024097207-15, blad 5, laatste alinea en blad 6, alinea 1, 8, 9 en 10.
8.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024196709. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
9.Pagina 136 en 137.
10.Pagina 144, alinea 10 en 11, pagina 145.
11.Pagina 147, eerste alinea.
12.Pagina 10, alinea 1 en 2, pagina 11 en 13 tot en met 16.
13.Pagina 24 en 25.
14.Pagina 46 en 49.
15.Pagina 95 en 96.
16.Zie het proces-verbaal van de terechtzitting van de meervoudige strafkamer van 24 september 2024.
17.Pagina 190, 191, 222 tot en met 227.
18.Pagina 193.
19.Pagina 217.
20.Pagina 208.
21.Zie het proces-verbaal van de terechtzitting van de meervoudige strafkamer van 24 september 2024.