ECLI:NL:RBOVE:2024:5168

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
24-021058
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring klaagschrift inzake inbeslagname luchtdrukwapens en andere wapens na suïcidepoging

Op 2 oktober 2024 heeft de enkelvoudige raadkamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift van een klager die in beslag genomen luchtdrukwapens en andere wapens terug wilde krijgen. Het klaagschrift, ingediend door mr. J.C. Stam, was gedateerd op 23 augustus 2024 en betrof een beslag dat was gelegd op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering. De klager had eerder een suïcidepoging gedaan, wat leidde tot de inbeslagname van de wapens. De raadkamer oordeelde dat het ongecontroleerde bezit van deze wapens in strijd was met het algemeen belang, gezien de omstandigheden waaronder de wapens waren aangetroffen en de eerdere zorgelijke signalen over de klager. De officier van justitie stelde dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van de wapens, en de raadkamer volgde dit standpunt. De raadkamer verklaarde het klaagschrift ongegrond, waarbij werd benadrukt dat de veiligheid en het algemeen belang voorop stonden. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter B.W.M. Hendriks, in aanwezigheid van griffier E. Bauhuis.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Raadkamernummer: 24-021058
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager],
geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats],
wonende op het adres [woonplaats],
hierna te noemen: de klager, tevens beslagene,
bijgestaan door mr. J.C. Stam, advocaat te Borne.

1.Het verloop van de procedure

Het klaagschrift is gedateerd 23 augustus 2024 en is op diezelfde dag op de griffie van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, ontvangen. Het klaagschrift is ingediend door mr. J.C. Stam, namens de klager.
Het klaagschrift betreft een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag op een aantal goederen, te weten:
  • luchtdrukwapen met serienummer: [nummer 1];
  • luchtdrukwapen met serienummer: [nummer 2];
  • luchtdrukwapen met serienummer: [nummer 3];
  • luchtdrukwapen met serienummer: .[nummer 4]
  • luchtdrukwapen met serienummer: [nummer 5];
  • luchtdrukwapen met serienummer: [nummer 6];
  • luchtdrukwapen met serienummer: [nummer 7];
  • luchtdrukwapen met serienummer: [nummer 8];
  • luchtdrukwapen met bijzonderheden: Tmh cal. 6mm bb;
  • gasdrukwapen;
  • munitie: 13 stuks;
  • mes: merk Xtreme X-2041;
  • 2 stuks pepperspray.
Hierna gezamenlijk te noemen: de goederen.
De raadsman heeft ter zitting te kennen gegeven dat klager afstand doet van de inbeslaggenomen busjes pepperspray en dat het klaagschrift niet langer ziet op de pepperspray.
In het klaagschrift wordt geklaagd over het uitblijven van een last tot teruggave aan de klager. Het klaagschrift strekt tot teruggave van de goederen aan de klager.
Het klaagschrift is behandeld op de openbare zitting van de raadkamer van 2 oktober 2024. Bij de behandeling zijn de officier van justitie en de raadsman gehoord. Klager is, hoewel daartoe goed opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.
De raadkamer heeft kennisgenomen van de door de officier van justitie overgelegde conclusie met betrekking tot de omstandigheden waaronder het beslag heeft plaatsgevonden en het standpunt van het Openbaar Ministerie met betrekking tot het al dan niet handhaven van het beslag.

2.Standpunten de raadsman en de officier van justitie

Standpunt van de raadsman
Klager heeft zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift gegrond moet worden verklaard en dat de goederen aan hem moeten worden teruggegeven. In het klaagschrift heeft klager aangevoerd dat de inbeslaggenomen goederen door klager hobby-matig worden gebruikt. Klager heeft bij een luchtbuksbedrijf gewerkt en is lid van een airsoftvereniging. Klager stelt zich daarnaast op het standpunt dat het persoonlijk belang van hem bij de opheffing van het beslag zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang bij het voortduren ervan. Volgens klager voldoet de voortduring van het beslag niet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De raadsman heeft zijn standpunt in raadkamer, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht. Het ongecontroleerde bezit van de wapens in handen van klager is niet in strijd met het algemeen belang. Klager is blijkens een e-mailbericht van 5 februari 2024 lid van de Nederlandse Airsoft Belangenvereniging (NABV). Het betreffen wapens die vrij verhandelbaar zijn. Het strafrecht is een uiterst middel en klager wordt niet vervolgd nu het bezit van de genoemde luchtdrukwapens niet strafbaar is. De raadsman verzoekt het klaagschrift gegrond te verklaren en de teruggave van de inbeslaggenomen goederen aan klager te gelasten.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard. De officier van justitie heeft haar standpunt, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht. De inbeslaggenomen IBN-luchtdrukwapens en het gasdrukwapen (hierna: wapens) zijn gecategoriseerd en niet strafbaar volgens de WWM. De wapens vallen echter onder de bepaling van artikel 36d Sr. Het ongecontroleerde bezit van de wapens in handen van klager is in strijd met het algemeen belang, gelet op de omstandigheden waaronder de wapens zijn aangetroffen en inbeslaggenomen zijn. Klager heeft een doodswens uitgesproken en in samenhang met de expertise waarover klager kennelijk beschikt met betrekking tot wapens en de benodigdheden hiertoe, is er volgens de officier van justitie een kans dat de wapens kunnen worden gebruikt in omstandigheden gelijksoortig als die op 7 januari 2024. De officier van justitie stelt zich derhalve op het standpunt dat het ongecontroleerde bezit van de wapens in strijd is met het algemeen belang en om die reden dienen de inbeslaggenomen goederen te worden onttrokken aan het verkeer en dient het klaagschrift ongegrond verklaard te worden.

3.De bevoegdheid van de rechtbank

De rechtbank Overijssel is bevoegd van het klaagschrift kennis te nemen.

4.De ontvankelijkheid

Het klaagschrift is ontvankelijk.

4.De beoordeling

Maatstaf
Het beklag richt zich tegen een beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv. De raadkamer dient daarom a) te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo nee, b) de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan de beslagene te gelasten, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. In dat laatste geval moet het beklag ongegrond worden verklaard.
De raadkamer stelt hierbij voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Niet gevergd kan worden dat ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak wordt getreden. Daarvoor is in de beklagprocedure geen plaats omdat ten tijde van een dergelijke procedure veelal het dossier zoals dat uiteindelijk aan de zittingsrechter zal worden voorgelegd, nog niet compleet is en omdat voorkomen moet worden dat de beklagraadkamer vooruit loopt op het in de strafzaak te geven oordeel. De raadkamer tekent hier echter bij aan dat moet worden beslist op grond van alle relevante feiten en omstandigheden van het geval op het moment van het beoordelen van het beklag. Het summiere karakter van de beklagprocedure leidt er daarom niet toe dat niet kritisch naar deze feiten en omstandigheden zal worden gekeken.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen, ook in een zaak betreffende een ander dan de klaagster, of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4°, Sr in verbinding met art 552f Sv.
Overwegingen
Klager wenst de goederen terug te krijgen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het belang van strafvordering, in dit geval in het bijzonder het algemeen belang, zich tegen de teruggave van de goederen verzet. De officier van justitie stelt dat er sprake is van strijd met het algemeen belang indien de wapens in het ongecontroleerde bezit van klager komen. De wapens dienen derhalve te worden onttrokken aan het verkeer en het klaagschrift tegen het voortduren van het beslag op de wapens dient ongegrond te worden verklaard.
De raadkamer overweegt het volgende. Vooreerst is de raadkamer van oordeel dat gelet op de feiten en omstandigheden waaronder de goederen inbeslaggenomen zijn onder klager, het beslag rechtmatig is gelegd. Uit de stukken en hetgeen in raadkamer is besproken, is gebleken dat op 7 januari 2024 verbalisanten naar de woning van klager zijn gegaan in verband met een melding dat klager zelfmoord wilde plegen. Ter plaatse troffen de verbalisanten klager aan met verschillende wapens om zich heen liggend op de grond in bloed. Klager had zichzelf gesneden. Klager gaf te kennen geen hulp te willen en een einde aan zijn leven te willen maken. De aangetroffen wapens zijn gecategoriseerd en vallen niet onder een van de categorieën van de WWM.
Gelet op de omstandigheden waaronder klager is aangetroffen is de raadkamer van oordeel dat in deze situatie het ongecontroleerde bezit van de wapens in strijd is met het algemeen belang. Over klager zijn in het verleden in 2021 en 2023 blijkens het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 1 augustus 2024 vaker zorgelijke signalen bij de politie binnengekomen over suïcidale gedachten en gevaar zettend gedrag. Het feit dat klager nog steeds lid is van de Nederlandse Airsoft Belangenvereniging (NABV) maakt dit niet anders nu het de raadsman - daarnaar gevraagd - niet bekend is of de vereniging überhaupt op de hoogte is van de incidenten rond klager. Om die reden kan het lidmaatschap van de vereniging dan ook niet zonder meer in het voordeel van klager worden aangevoerd als een geruststellende omstandigheid voor de veiligheid van de inbeslaggenomen wapens in handen van klager.
Mede in aanmerking genomen de binnengekomen meldingen uit 2021 en 2022, waaruit blijkt dat het toen niet goed ging met klager in samenhang met de omstandigheden van aantreffen van klager en de wapens op 7 januari 2024 is de raadkamer van oordeel dat het belang van strafvordering, in het bijzonder het algemeen belang, zich verzet tegen teruggave van de wapens aan klager.
Conclusie
De raadkamer is op grond van het voorgaande van oordeel dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard.
Beslissing
De raadkamer verklaart het klaagschrift
ongegrond.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.W.M. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis, griffier, ondertekend door de rechter en de griffier en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.