Op 2 oktober 2024 heeft de enkelvoudige raadkamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen wapens. De zaak kwam aan de orde na een klaagschrift van de belanghebbende, die in verband met suïcidale gedachten door de politie was aangetroffen met verschillende wapens in zijn woning. De belanghebbende, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. Stam, verzocht om teruggave van de in beslag genomen goederen, maar de officier van justitie vorderde onttrekking aan het verkeer op grond van artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering en artikel 36b, eerste lid, onder 4° van het Wetboek van Strafrecht.
Tijdens de behandeling op 2 oktober 2024 werd vastgesteld dat de belanghebbende niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman. De raadkamer oordeelde dat de belanghebbende niet in zijn belangen was geschaad, aangezien hij op de hoogte was van de behandeling en zich had kunnen voorbereiden. De officier van justitie stelde dat het ongecontroleerde bezit van de wapens in strijd was met het algemeen belang, vooral gezien de suïcidale gedachten van de belanghebbende en eerdere meldingen van zorgelijk gedrag.
De raadkamer concludeerde dat het ongecontroleerde bezit van de wapens een gevaar vormde en dat de wapens om die reden onttrokken moesten worden aan het verkeer. De vordering van de officier van justitie werd toegewezen, en de in beslag genomen goederen werden verklaard onttrokken aan het verkeer. Deze beschikking werd gegeven door rechter B.W.M. Hendriks en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.