ECLI:NL:RBOVE:2024:5167

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
24-024361
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen wapens na suïcidale gedachten

Op 2 oktober 2024 heeft de enkelvoudige raadkamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen wapens. De zaak kwam aan de orde na een klaagschrift van de belanghebbende, die in verband met suïcidale gedachten door de politie was aangetroffen met verschillende wapens in zijn woning. De belanghebbende, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. Stam, verzocht om teruggave van de in beslag genomen goederen, maar de officier van justitie vorderde onttrekking aan het verkeer op grond van artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering en artikel 36b, eerste lid, onder 4° van het Wetboek van Strafrecht.

Tijdens de behandeling op 2 oktober 2024 werd vastgesteld dat de belanghebbende niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman. De raadkamer oordeelde dat de belanghebbende niet in zijn belangen was geschaad, aangezien hij op de hoogte was van de behandeling en zich had kunnen voorbereiden. De officier van justitie stelde dat het ongecontroleerde bezit van de wapens in strijd was met het algemeen belang, vooral gezien de suïcidale gedachten van de belanghebbende en eerdere meldingen van zorgelijk gedrag.

De raadkamer concludeerde dat het ongecontroleerde bezit van de wapens een gevaar vormde en dat de wapens om die reden onttrokken moesten worden aan het verkeer. De vordering van de officier van justitie werd toegewezen, en de in beslag genomen goederen werden verklaard onttrokken aan het verkeer. Deze beschikking werd gegeven door rechter B.W.M. Hendriks en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Raadkamernummer: 24-024361
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer op de vordering van de officier van justitie op grond van artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering (Sv) jo. artikel 36b, eerste lid, onder 4° van het Wetboek van Strafrecht (Sr), tegen:
[belanghebbende] ,
geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] ,
hierna te noemen: de belanghebbende,
bijgestaan door mr. J.C. Stam, advocaat te Borne.

1.Het verloop van de procedure

Op 23 augustus 2024 is door mr. J.C. Stam namens de belanghebbende een klaagschrift ingediend.
Het klaagschrift betrof een op grond van artikel 94 gelegd beslag op verschillende goederen, te weten:
  • luchtdrukwapen met serienummer: [serienummer 1] ;
  • luchtdrukwapen met serienummer: [serienummer 2] ;
  • luchtdrukwapen met serienummer: [serienummer 3] ;
  • luchtdrukwapen met serienummer: [serienummer 4]
  • luchtdrukwapen met serienummer: [serienummer 5] ;
  • luchtdrukwapen met serienummer: [serienummer 6] ;
  • luchtdrukwapen met serienummer: [serienummer 7] ;
  • luchtdrukwapen met serienummer: [serienummer 8] ;
  • luchtdrukwapen met bijzonderheden: [omschrijving] ;
  • gasdrukwapen;
  • munitie: 13 stuks;
  • mes: merk Xtreme X-2041.
Hierna gezamenlijk te noemen: de goederen.
Er werd geklaagd over het uitblijven van een last tot teruggave aan de klager. Het klaagschrift strekte tot teruggave van de goederen aan de klager. Het klaagschrift is bij beschikking van de raadkamer van 2 oktober 2024 ongegrond verklaard.
De raadkamer heeft tijdens de behandeling van het klaagschrift op 2 oktober 2024 ook de vordering van de officier van justitie tot onttrekking aan het verkeer op grond van artikel 552f Sv jo. artikel 36b, eerste lid, onder 4° Sr behandeld. Bij de behandeling zijn de officier van justitie en de gemachtigde raadsman gehoord. De belanghebbende is, volgens de raadsman vanwege gezondheidsredenen, niet verschenen.
De raadkamer heeft kennisgenomen van de in verband met de vordering tot onttrekking aan het verkeer door de officier van justitie overgelegde stuken.

2.De standpunten van de raadsman en de officier van justitie

Standpunt raadsman
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de vordering tot onttrekking aan het verkeer niet kan worden behandeld nu de vordering niet aan de belanghebbende is betekend. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen. De raadsman stelt dat het ongecontroleerde bezit van de wapens niet in strijd is met het algemeen belang.
Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft de raadsman ter zitting een pleitnota overgelegd.
De pleitnota wordt aan deze beschikking gehecht.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen en vordert onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen wapens (artikel 552f Sv jo. artikel 36b, eerste lid, onder 4° Sr). De wapens kunnen dienen tot het begaan van strafbare feiten. Klager heeft een doodswens uitgesproken en in samenhang met de expertise waarover klager kennelijk beschikt met betrekking tot wapens en de benodigdheden hiertoe, is er volgens de officier van justitie een kans dat de wapens kunnen worden gebruikt in omstandigheden gelijksoortig als die op 7 januari 2024. De officier van justitie stelt zich derhalve op het standpunt dat het ongecontroleerde bezit van de wapens in strijd is met het algemeen belang en om die reden dienen de inbeslaggenomen wapens te worden onttrokken aan het verkeer.

3.De bevoegdheid van de rechtbank

De raadkamer is bevoegd tot het geven van een beslissing als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4° Sr, aangezien de zaak voor deze rechtbank had kunnen worden vervolgd.

4.De ontvankelijkheid

Uit de door de officier van justitie overgelegde stukken blijkt dat de onderhavige vordering niet aan de belanghebbende is betekend. Belanghebbende was niet aanwezig bij de behandeling in raadkamer en heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn raadsman. De raadsman heeft ter zitting te kennen gegeven dat de belanghebbende wegens gezondheidsredenen niet is verschenen. Belanghebbende wist van de behandeling van de vordering en heeft zich kunnen voorbereiden in samenspraak met zijn gemachtigde raadsman. De raadkamer is derhalve van oordeel dat de belanghebbende niet in zijn belang is geschaad (Hoge Raad 12 november 2002, NJ 2003/595). De officier van justitie is dan ook ontvankelijk is in haar vordering.

4.De beoordeling

Overweging
Uit de stukken en hetgeen in raadkamer is besproken, is gebleken dat op 7 januari 2024 verbalisanten naar de woning van klager zijn gegaan in verband met een melding dat klager zelfmoord wilde plegen. Ter plaatse troffen de verbalisanten klager aan met verschillende wapens om zich heen liggend op de grond in bloed. Klager had zichzelf gesneden. Klager gaf te kennen geen hulp te willen en een einde aan zijn leven te willen maken. De aangetroffen wapens zijn gecategoriseerd en vallen niet onder een van de categorieën van de WWM.
Gelet op de omstandigheden waaronder klager is aangetroffen, is de raadkamer van oordeel dat in deze situatie het ongecontroleerde bezit van de wapens in strijd is met het algemeen belang. Over klager zijn in het verleden in 2021 en 2023 blijkens het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 1 augustus 2024 vaker zorgelijke signalen bij de politie binnengekomen over suïcidale gedachten en gevaar zettend gedrag. Het feit dat klager nog steeds lid is van de [vereniging] maakt dit niet anders nu het de raadsman - daarnaar gevraagd - niet bekend is of de vereniging überhaupt op de hoogte is van de incidenten rond klager. Om die reden kan het lidmaatschap van de vereniging dan ook niet zonder meer in het voordeel van klager worden aangevoerd als een geruststellende omstandigheid voor de veiligheid van de inbeslaggenomen wapens in handen van klager.
Mede in aanmerking genomen de binnengekomen meldingen uit 2021 en 2022, waaruit blijkt dat het toen niet goed ging met klager in samenhang met de omstandigheden van aantreffen van klager en de wapens op 7 januari 2024, is de raadkamer van oordeel dat het ongecontroleerde bezit van de wapens in handen van belanghebbende is strijd is met het algemeen belang en dat de wapens om die reden moeten worden onttrokken aan het verkeer.
Conclusie
De raadkamer wijst de vordering toe.

5.De beslissing

De raadkamer:
- wijst de vordering toe;
- verklaart de hierboven genoemde en in beslaggenomen goederen, onttrokken aan het verkeer.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.W.M. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis, griffier, ondertekend door de voorzitter en de griffier en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.