ECLI:NL:RBOVE:2024:514

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
08.029821.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging tegen demonstranten tijdens Sinterklaasintocht in Staphorst

Op 30 januari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij openlijke geweldpleging tijdens de Sinterklaasintocht in Staphorst op 19 november 2022. De verdachte, gekleed als Zwarte Piet, werd beschuldigd van het plegen van geweld tegen twee voertuigen, een Volkswagen Polo en een Ford Mondeo, die inzittenden van de demonstratie 'Kick Out Zwarte Piet' vervoerden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met een grote groep van 150 tot 200 personen, de voertuigen omsingelde, hen verhinderde hun weg te vervolgen en hen bekogelde met eieren. De verdachte heeft een ei tegen de voorruit van de Ford Mondeo gegooid en heeft bijgedragen aan de sfeer van geweld. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan openlijke geweldpleging in vereniging, maar sprak hem vrij van de strafverzwarende omstandigheid van opzettelijke vernieling van de voertuigen. De rechtbank legde een taakstraf van 180 uren op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.029821.23 (P)
Datum vonnis: 30 januari 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 16 januari 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.C. Diesfeldt en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. Y. Yildirim, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] door mr. K.J. Zeegers, advocaat te Amsterdam is aangevoerd, en van wat namens de benadeelde partijen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] door mr. W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 19 november 2022 in Staphorst openlijk, te weten op of aan de af- of toerit van de rijksweg A28, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen auto’s en de inzittenden daarvan, door die auto’s met inzittenden:
- met een grote groep te omsingelen en/of
- te verhinderen hun weg te vervolgen en/of
- te bekogelen met eieren en/of
- te besmeuren met ei en/of grond/modder en/of
- stuk te maken door de ruitenwissers af te breken en/of
- te bestoken met een (brandende) rookfakkel en/of
- te trappen en/of heen en weer te schudden, en
(daarbij) te roepen “laten we de auto op zijn kant zetten” en/of “we gooien ze in de
sloot” en/of “we gooien hem om”, terwijl hij die auto(’s) opzettelijk heeft vernield.

3.De bewijsmotivering

3.1
Inleiding
Op zaterdag 19 november 2022 vond de intocht van Sinterklaas plaats in Staphorst. Demonstranten van Kick Out Zwarte Piet (KOZP) wilden tijdens deze intocht demonstreren tegen Zwarte Piet. Amnesty International wilde de demonstratie monitoren. Voorafgaand aan de intocht hebben de KOZP-demonstranten zich bij het politiebureau in Zwolle verzameld om vanaf daar in colonne naar het demonstratievak in Staphorst te rijden. Een Volkswagen Polo met als inzittenden de KOZP-demonstranten [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [naam 1] en [slachtoffer 3] is onderweg naar Staphorst uit de colonne geraakt, en heeft op de A28 de afslag Staphorst genomen. Een Ford Mondeo met als inzittenden de waarnemers van Amnesty International [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] en een derde persoon, die de colonne volgde, heeft onafhankelijk van de Volkswagen Polo dezelfde afslag genomen.
Beide voertuigen werden vervolgens op de afrit van de A28 door een groep van 150 tot 200 personen, deels verkleed en geschminkt als Zwarte Piet, opgewacht en tegengehouden. Vervolgens hebben daar, en ongeveer 200 meter verder op de Achthoevenweg, de ten laste gelegde gewelddadige gedragingen tegen beide auto’s en de inzittenden plaatsgevonden.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd requisitoir, op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegde pleitnota, ten aanzien van de bewezenverklaring van het gooien van een ei tegen de voorruit van de Ford Mondeo, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman heeft zich verder op het standpunt gesteld dat verdachte van de overige ten laste gelegde gewelddadige gedragingen moet worden vrijgesproken omdat verdachte hieraan geen wezenlijke bijdrage heeft geleverd. Verdachte had volgens de raadsman geen opzet op deze gedragingen en wist niet dat deze gedragingen hebben plaatsgevonden.
Verder heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de Ford Mondeo door het gooien van het ei geen schade heeft opgelopen.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Juridisch kader
Een veroordeling ter zake van 'in vereniging geweld plegen' in de zin van artikel 141, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, is aan de orde als de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard hoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die 'in vereniging' geweld pleegt.
Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Van nauwe en bewuste samenwerking kan echter ook sprake zijn bij een meer diffuus samenstel van uiteenlopende gerichte geweldshandelingen, dat plaatsvindt binnen een ongestructureerd, mogelijk spontaan samenwerkingsverband met een eigen – soms moeilijk doorzichtige – dynamiek (Hoge Raad 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1320).
Feiten en omstandigheden
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de Volkswagen Polo met de KOZP-inzittenden eerst door een groep personen op de afrit van de A28 werd omsingeld en dat deze groep heeft verhinderd dat de inzittenden van de Volkswagen Polo hun weg naar de demonstratie konden vervolgen. Personen uit de groep, waaronder medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], zijn voor het voertuig op de weg gaan staan en [medeverdachte 1] heeft hierbij gezegd: ”wegwezen hier”. De Volkswagen Polo werd door meerdere personen, waaronder [medeverdachte 1], met eieren bekogeld, waarbij ook eieren door het raam, dat op een kier stond, in de auto terecht zijn gekomen en een inzittende hebben geraakt. Daarnaast werd op de auto geslagen, werd de auto met eieren besmeurd en heeft [medeverdachte 2] een brandende rookfakkel bij de opening van het raam van het bestuurdersportier gehouden, waardoor rook in de auto terecht is gekomen.
Toen de bestuurder van de Volkswagen Polo er in slaagde om door de menigte heen weg te rijden, werd de weg ongeveer 100 á 200 meter verderop door een tractor geblokkeerd.
De Volkswagen Polo werd vervolgens opnieuw door een groep personen tegengehouden en omsingeld. Het voertuig werd opnieuw met eieren bekogeld, de ruitenwissers van het voertuig werden stuk gemaakt en er werd een teerachtige zwarte substantie (olie dan wel mengsmering) over de voorruit gegooid. Verder werd het linker voorportier opengetrokken en de sleutel uit het contactslot gehaald. De achterklep van de Volkswagen Polo werd geopend, er werden eieren naar binnen gegooid en de KOZP-inzittenden werden hierdoor geraakt, ook in hun gezicht. Verder werd vanuit de groep geroepen: “Laten wij de auto op zijn kant zetten” en werd er tegen de auto geduwd.
Uit de bewijsmiddelen blijkt verder dat de Ford Mondeo, met de Amnesty International-inzittenden, door de groep op de afrit werd omsingeld en belaagd. Personen uit de groep gingen voor de Ford Mondeo staan en verhinderden dat de waarnemers van Amnesty International hun weg naar de demonstratie konden vervolgen. Mannen, deels verkleed in Zwarte Pietenpakken en geschminkt als Zwarte Piet, begonnen tegen het voertuig te slaan en te schoppen. Ook dit voertuig werd met eieren bekogeld en er werden ook eieren naar binnen gegooid. Uit de bewijsmiddelen is gebleken dat verdachte een Zwarte Pieten-pak droeg en als Zwarte Piet was geschminkt en dat hij een ei tegen de voorruit van de Ford Mondeo heeft gegooid. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft drie of vier eieren tegen het voertuig gegooid en heeft “wegwezen hier” geroepen. De voorruit van de Ford Mondeo werd door de groep met eieren en zwart bruine olieachtige substantie besmeurd. Daarnaast werden de ruitenwissers vernield, werd de auto door meerdere personen heen en weer geschud en werd vanuit de groep: “we gooien hem om” en “we gooien ze in de sloot” geroepen. Ook vonden er diverse vernielingen aan de Ford Mondeo plaats.
De overwegingen van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank maakte verdachte deel uit van de groep personen die de demonstratie van KOZP probeerde tegen te houden en die met dat doel in één aaneengesloten reeks van gebeurtenissen geweld tegen de auto’s en de inzittenden heeft gepleegd. Er was sprake van een samenstel van gerichte geweldshandelingen die in een korte tijdspanne en vlak bij elkaar hebben plaatsvonden. De geweldshandelingen kunnen daarom naar het oordeel van de rechtbank worden gezien als één feitencomplex, als één incident, en kunnen niet los van elkaar worden gezien.
Verdachte heeft gekleed in een Zwarte Pietenpak en geschminkt als Zwarte Piet, in ieder geval één keer een ei tegen de voorruit van de Ford Mondeo gegooid.
Hiermee heeft verdachte een bijdrage van voldoende gewicht aan het geweld geleverd. De aanwezigheid en het handelen van verdachte hebben ook bijgedragen aan de sfeer van ontremming, die tot het overige niet door hem zelf gepleegde geweld jegens goederen en personen heeft geleid. Verdachte is daarom ook strafrechtelijk aansprakelijk voor dit geweld.
Zijn geweldsbijdrage kan niet geïsoleerd worden gezien van het groepsoptreden tegen de Ford Mondeo en de Volkswagen Polo. Dat verdachte zelf geen gewelddadige handelingen tegen de (inzittenden van) de Volkswagen Polo heeft verricht staat een bewezenverklaring van alle overige ten laste gelegde gewelddadige gedragingen niet in de weg. Voor een bewezenverklaring van het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen is immers niet vereist dat de verdachte zelf alle feitelijke handelingen heeft verricht.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij ongeveer een week van tevoren wist dat de demonstratie zou plaatsvinden, dat het doel van de groep was om de KOZP-demonstranten tegen te houden zodat deze demonstranten het kinderfeest niet konden verstoren en dat hij ook heeft gezien dat er door anderen eieren tegen de Ford Mondeo werden gegooid. Verdachte was zich dan ook bewust van de deelname van anderen aan de openlijke geweldpleging. Verdachte had daarom minst genomen voorwaardelijk opzet op het in vereniging plegen van dit geweld.
De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het openlijk in vereniging geweld plegen tegen de Volkswagen Polo en de Ford Mondeo en de inzittenden van deze auto’s.
Vrijspraak van de strafverzwarende omstandigheid dat verdachte de auto’s opzettelijk heeft vernield.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat de in artikel 141, tweede lid, Sr opgenomen zwaardere strafbedreigingen uitsluitend van toepassing zijn op de verdachte van wie komt vast te staan, dat hijzelf goederen heeft vernield respectievelijk het door hemzelf gepleegde geweld één van de in onderdeel 1º, 2º en 3º Sr omschreven gevolgen heeft gehad.
Nu op grond van de bewijsmiddelen niet is gebleken dat verdachte zelf de auto’s opzettelijk heeft vernield zal hij worden vrijgesproken van dit ten laste gelegde gekwalificeerde gevolg van de openlijke geweldpleging.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 19 november 2022 in Staphorst openlijk, te weten op of aan de afrit van de rijksweg A28, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen auto’s en de inzittenden daarvan, door die auto’s met inzittenden:
- met een grote groep te omsingelen en
- te verhinderen hun weg te vervolgen en
- te bekogelen met eieren en- te besmeuren met ei en/of grond/modder en
- stuk te maken door de ruitenwissers af te breken en
- te bestoken met een (brandende) rookfakkel en
- te trappen en heen en weer te schudden en
(daarbij) te roepen “laten we de auto op zijn kant zetten” en “we gooien ze in de
Sloot” en “we gooien hem om”.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om te volstaan met een geheel voorwaardelijke taakstraf, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat verdachte first offender is, dat hij veel werkt, dat hij geen schulden heeft en dat hij geen drugs- of alcoholproblematiek heeft. Verder moet rekening worden gehouden met het feit dat verdachte al aanzienlijk is gestraft doordat hij en zijn drie medeverdachten in de media worden aangemerkt als de grootste relschoppers, terwijl de overige relschoppers niet ter verantwoording zijn geroepen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. Hij en zijn medeplegers wilden voorkomen dat de KOZP-demonstranten in Staphorst aan zouden komen. Zij wilden de demonstratie tegenhouden en hebben daartoe het recht in eigen handen genomen. Zij hebben de KOZP-demonstranten op de afrit van de A28 opgewacht, hebben de auto met KOZP-demonstranten en ook een auto met Amnesty International-waarnemers tegengehouden, en hebben zich daarbij schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. De openbare orde is hierdoor op ontoelaatbare wijze verstoord en de Mobiele Eenheid moest er aan te pas komen om deze te herstellen.
Het recht om te demonstreren is een belangrijk grondrecht. Het veroorzaken van wanordelijkheden om de uitoefening van dit recht te verstoren kan niet worden getolereerd omdat dit ernstig afbreuk doet aan de democratische rechtstaat. Bovendien is deze gebeurtenis voor de inzittenden van de auto’s die door een grote menigte werden belaagd, bedreigd en geïntimideerd heel beangstigend geweest. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 6 december 2023, waaruit blijkt dat hem op 25 december 2022 een geldboete is opgelegd wegens belediging van een politieambtenaar in functie op 25 december 2022 en dat hem op 11 augustus 2021 een geldboete is opgelegd wegens hinderlijk gedrag op of aan de weg.
Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze onder meer door de raadsman naar voren zijn gebracht.
Nu het een collectieve actie betreft waarbij alle deelnemers hetzelfde doel hadden en de deelnemers min of meer eenzelfde aandeel in het geheel hebben gehad ziet de rechtbank aanleiding om verdachte en de medeverdachten dezelfde straf op te leggen. Gelet op alle specifieke omstandigheden van het geval ziet de rechtbank aanleiding om een werkstraf voor de duur van 180 uren op te leggen, waarbij de rechtbank in aanmerking heeft genomen dat er geen letsel bij de inzittenden van de auto’s is opgetreden.
Anders dan door de officier van justitie is geëist, ziet de rechtbank geen aanleiding om naast de taakstraf een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Verdachte lijkt een stabiel leven zonder problemen op de diverse levensgebieden te hebben. De rechtbank acht het verder aannemelijk dat het hier gaat om een incident en acht de kans daarom niet groot dat verdachte opnieuw tot het plegen van een (soortgelijk) strafbaar feit over zal gaan. De rechtbank acht een voorwaardelijke gevangenisstraf ter voorkoming van recidive daarom niet noodzakelijk.

7.De schade van benadeelden

7.1 1
De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
[slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], vertegenwoordigd door mr. K.J. Zeegers, advocaat te Amsterdam, hebben zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. Zij vorderen, ieder voor zich, verdachte hoofdelijk te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 500,00 (vijfhonderd euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
7.1.2
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
, vertegenwoordigd door mr. W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte hoofdelijk te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 2.875,39 (tweeduizend achthonderd vijfenzeventig euro en negenendertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reiskosten voor het doen van nadere aangifte € 32,32;
- schade aan auto € 2.343,07.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 500,00 gevorderd.
Als proceskosten (bijstand mr. W.H. Jebbink) wordt een bedrag van € 398,00 gevorderd.
7.1.3
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
, vertegenwoordigd door mr. W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte hoofdelijk te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 532,48 (vijfhonderd tweeëndertig euro en achtenveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
- reiskosten voor het doen van nadere aangifte € 32,48.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 500,00 gevorderd.
Als proceskosten (bijstand mr. W.H. Jebbink) wordt een bedrag van € 160,00 gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen in hun geheel hoofdelijk kunnen worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vorderingen van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] af te wijzen dan wel niet-ontvankelijk te verklaren omdat verdachte niet betrokken was bij het belagen van de Polo. De raadsman heeft geen opmerkingen over de vorderingen van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] met betrekking tot reiskosten en immateriële schade. Ten aanzien van de schade aan auto heeft de raadsman aangevoerd dat niet duidelijk is of de schade al door een verzekeraar is vergoed, dat zijn cliënt geen schade heeft veroorzaakt en dat er geen causaal verband is tussen de gebeurtenissen en enkele schadeposten. Tot slot vindt de raadsman dat voor vergoeding van proceskosten geen plaats is.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
7.4.1
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
Op grond van artikel 6:106, aanhef en sub b, van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de benadeelde onder meer recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding anders dan vermogensschade als de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Degene die zich beroept op de aantasting in zijn persoon, zal die aantasting met concrete gegevens moeten onderbouwen (HR 9 mei 2003, ECLI:N:HR:2003:AF4606). Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen (HR 29 juni 2021, ECLI:NL:HR:2012:BW1519). Van een aantasting in de persoon op andere wijze is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht (HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376, r.o. 4.2.2).
De rechtbank stelt vast dat door [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] de gevolgen van de aantasting in de persoon niet met concrete gegevens over de psychische schade zijn onderbouwd. Wat zij schriftelijk en ter zitting ter toelichting op hun vordering hebben aangevoerd, is naar het oordeel van de rechtbank ook niet voldoende om de conclusie te kunnen dragen dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de relevante gevolgen voor de benadeelde zó voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon zonder de nadere onderbouwing kan worden aangenomen.
Het in de gelegenheid stellen van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] om hun vorderingen alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal hen die gelegenheid dan ook niet bieden. De rechtbank zal hen in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat zij hun vorderingen in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
7.4.2
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 4]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
Materiële schade
De schade aan de auto komt voor vergoeding in aanmerking, nu deze schade is ontstaan door het bewezen verklaarde feit. Het gevorderde bedrag van € 2.343,08 is door [slachtoffer 4] onderbouwd, en door verdachte niet of onvoldoende betwist. Dit deel van de vordering zal de rechtbank toewijzen.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de gevorderde reiskosten ter zake van het doen van aangifte bij de politie niet gemaakt ‘ter vaststelling van schade of aansprakelijkheid’ als bedoeld in art. 6:96 lid 2 onder b van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank zal de benadeelde partij in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Immateriële schade
Onder verwijzing naar het juridisch kader zoals dat hiervoor is geschetst, stelt de rechtbank vast dat door [slachtoffer 4] de gevolgen van de aantasting in de persoon niet met concrete gegevens over de psychische schade zijn onderbouwd. Wat zij schriftelijk en ter zitting ter toelichting op haar vordering heeft aangevoerd, is naar het oordeel van de rechtbank ook niet voldoende om de conclusie te kunnen dragen dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de relevante gevolgen voor de benadeelde zó voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon zonder die nadere onderbouwing kan worden aangenomen.
Het in de gelegenheid stellen van [slachtoffer 4] om haar vordering alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal haar die gelegenheid dan ook niet bieden. De rechtbank zal haar voor dit deel van haar vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde deels toewijzen tot een bedrag van € 2.343,08, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
De kosten voor rechtsbijstand komen voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank hanteert hierbij dezelfde maatstaf als die van toepassing is in civiele procedures. Die kosten worden begroot op € 398,-- (zijnde 2 punten als vermeld in het liquidatietarief kantonzaken per 1 februari 2023, 1 punt voor het opstellen en indienen van het voegingsformulier en 1 punt voor het verschijnen ter terechtzitting).
7.4.3
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 5]
Materiële schade
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de gevorderde reiskosten ter zake van het doen van aangifte bij de politie niet gemaakt ‘ter vaststelling van schade of aansprakelijkheid’ als bedoeld in art. 6:96 lid 2 onder b van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank zal de benadeelde partij in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Immateriële schade
Onder verwijzing naar het juridisch kader zoals dat hiervoor is geschetst, stelt de rechtbank vast dat door [slachtoffer 5] de gevolgen van de aantasting in de persoon niet met concrete gegevens over de psychische schade zijn onderbouwd. Wat zij schriftelijk en ter zitting ter toelichting op haar vordering heeft aangevoerd, is naar het oordeel van de rechtbank ook niet voldoende om de conclusie te kunnen dragen dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de relevante gevolgen voor de benadeelde zó voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon zonder die nadere onderbouwing kan worden aangenomen.
Het in de gelegenheid stellen van [slachtoffer 5] om haar vordering alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal haar die gelegenheid dan ook niet bieden. De rechtbank zal haar ook voor dit deel van haar vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat zij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De rechtbank zal voor wat betreft de toe te wijzen vordering van [slachtoffer 4] de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht. Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 33 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22c, 22d en 63 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 uren (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
Schadevergoeding
de vorderingen van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5]
- bepaalt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] in het geheel niet-ontvankelijk zijn in de vorderingen, en dat zij hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 5] en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 2.343,08 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 2.343,08 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 november 2022) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 398,00, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.343,08, (zegge: tweeduizend driehonderddrieënveertig euro en acht eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 november 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 33 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 4], voor een deel van 532,32 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. D. ten Boer en mr. J.L. Souman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON1R022083 LAVENDEL. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 16 januari 2024, inhoudende de door verdachte afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Ik was op 16 december 2022 aanwezig in de groep die gewelddadige handelingen heeft gepleegd. Ik wist ongeveer een week van tevoren dat er een demonstratie zou plaatsvinden. Het doel was om de demonstranten tegen te houden bij de afrit van de A28 zodat de demonstranten het kinderfeest niet konden verstoren. Ik had een Zwarten Pieten pak aan. Ik heb een ei tegen het raam van de Ford Mondeo gegooid. Ik heb ook gezien dat er eieren tegen de Ford Mondeo werden gegooid.

2. Het proces-verbaal bevindingen van 12 december 2022, pagina’s 33 tot en met 38, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant]:
Hieronder een omschrijving van het beeldmateriaal wat gebruikt is voor het onderzoek. (…)
Op deze foto is de Volkswagen Polo te zien (…) De Volkswagen Polo kwam hier vanaf
de A28 de afrit opgereden, waarna deze werd omsingeld door de menigte die bij
de afrit stond te wachten. (…) Op deze foto is de Volkswagen Polo te zien, die omsingeld is door de menigte. Er wordt hier een rookfakkel richting het bestuurdersportier van de Volkswagen Polo gestoken. De man op de voorgrond, gekleed als Zwarte Piet in een zwart/lichtblauw pietenpak, gooit eieren tegen de Volkswagen Polo aan. (…) een grijze Ford Mondeo (...) werd ook door de menigte tegengehouden op de afrit bij Staphorst. Op deze 'still' zien we een persoon, later geïdentificeerd als [verdachte] (…) een ei richting de auto (…) gooien. In de video is te zien dat de voorruit vervolgens besmeurd raakt met ei. (…) Deze 'still' is afkomstig van door de politie gemaakte dronebeelden. Vanuit de hoogte is goed te zien dat de grijze Ford Mondeo compleet omsingeld is door de menigte. (…) Op deze 'still' is te zien dat een ei zojuist tegen de Volkswagen polo werd gegooid.
3. Het proces-verbaal aangifte van 19 november 2022, pagina’s 41 tot en met 44, inhoudende de door [slachtoffer 1], afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:
Ik ben vanmiddag in Staphorst belaagd in de auto (…) Toen we de afslag namen kwamen we uit op een T-splitsing. Dit was de Achthoevenweg. Bij deze T-Splitsing stonden aan de kant van de weg allemaal mensen en tractoren. Ook zag ik dat mensen over de weg heen
liepen (…) We sloegen links af. (…) We reden heel langzaam omdat de weg geblokkeerd werd door mensen. We konden geen kant op en moesten wel doorrijden achter de andere auto's aan. Onderwijl werden er ook eieren naar onze auto gegooid. (…) Op een gegeven moment kwamen mensen om onze auto heen staan. [naam 2] deed zijn raam op een kier en vroeg (…) of ze alsjeblieft opzij wilde gaan en of we doorgelaten konden worden. Er werd niet geantwoord (…) er was alleen stom gejoel. (…) ik zag dat iemand een brandende fakkel door het raam stak. Hierdoor stond de hele auto in de rook. (…) [naam 2] kon het raam weer dicht doen. Kort hierna werd de deur van [naam 2] open getrokken. (…) [naam 2] probeerde de deur dicht te doen maar ik zag dat ze de deur tegen hielden. (…) Toen de deur open was zag ik (…) dat iemand met een rode Pietenpak de sleutel uit het contact haalde. (…) We zagen echt geen mogelijkheid om weg te kunnen, (…) Tijdens het gesprek met de politie zag ik dat de kofferbak open ging. (…) er stonden bij de kofferbak een man of vier, vijf. (…) Ik hoorde mensen buiten juichen (…) ik zag ik dat ze met eieren begonnen te gooien. Ik denk (…) dat er een stuk of zes eieren in de auto zijn gegooid. Alles zat er onder. Mijn kleding, de kleding van de jongens en de bekleding van de auto. (…) Na dit incident zag ik dat we omsingeld werden door tractors en auto's. (…) mijn kleding is vernield omdat we met eieren zijn bekogeld.
4. Het proces-verbaal van verhoor aangever van 24 november 2022, pagina’s 46 tot en met 48, inhoudende de door [slachtoffer 1], afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Het waren echt zoveel mensen. (…) Eerst reden we rustig, toen werd er een fakkel in onze auto gestoken. Deze heeft een tijdje aangestaan in onze auto. Er werden ook eieren tegen de auto gegooid en er werd aan de auto geschud. (…) We konden doorrijden en toen werden we geblokkeerd door een groep mensen en een tractor. (…) Onze deur werd opengetrokken en de sleutel werd uit het contact gehaald. (…) Er was een groepje met rode pakjes die van alles deden. Er was een groep met allemaal mensen met (…) zonnebrillen, die stonden achter de auto. (…) een persoon heeft tot twee keer toe de fakkel in de auto gestoken.

5. Het proces-verbaal aangifte van 19 november 2022, pagina’s 49 tot en met 51, inhoudende de door [slachtoffer 2] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Vanaf de A28 namen wij de afrit Staphorst en onderaan de afrit links af naar de Achthoevenweg (…) op de rijbaan stond een groep (… ) van 150 tot 200 mensen. Het grote merendeel (…) was verkleed als Zwarte Piet. (…) [naam 2] wilde langs deze groep heenrijden en op dat moment werd er met eieren tegen de auto gegooid. Het eerste ei werd tegen de voorruit gegooid. De auto werd (…) ingesloten waardoor wij niet verder konden rijden. (…) Toen wij de eerste keer stil stonden werd de hele auto met eieren bekogeld. [naam 2] deed het raampje aan zijn zijde voor een klein gedeelte open en daardoor heen werden ook eieren gegooid (…) ik werd door eieren geraakt en mijn T;shirt, broek en jas zitten (…) er helemaal onder. Door mensen buiten vanuit de groep werden er allemaal bedreigende woorden in onze richting geroepen (…). Ik hoorde de volgende kreten: “Laten wij de auto omgooien” (…) Buiten de eieren werd er ook nog met iets van teer op de auto van [naam 2] gegooid. (…) de achterklep van onze auto werd van de buitenkant geopend. (…) er werden wederom eieren naar binnen gegooid vanuit de menigte buiten. (…) Wij reden verder maar verderop stond een trekker op de rijbaan. De weg werd gesperd en moesten weer stoppen. Toen werd het linker voorportier geopend en er stond een grote manspersoon ook verkleed als Zwarte Piet bij dit portier. (…) Deze man riep in onze richting: "wat moeten jullie hier, ga weg het is een kinderfeest ga weg dan opgerot hier: Dit werd op een stille bedreigende manier/toon tegen ons geroepen. Kort hierna kwam hij met een arm naar binnen en pakte de contactsleutel van de Polo en liep weg. (…) enkele keren werd er nog tegen de auto van ons geduwd (…)

6. Het proces-verbaal aangifte van 19 november 2022, pagina’s 52 tot en met 55, inhoudende de door [naam 1] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:
Ik reed in een Volkswagen polo. Bij afrit 23 zijn we afgeslagen en de Achthoevenweg opgereden richting Staphorst. Voordat ik de Achthoevenweg op wilde rijden werd ik tegengehouden door een groep jongeren. (…) er stonden wel een man of 50 aan de rand van de weg (…) Er gingen mensen voor de auto staan, zij sloegen op de auto, gooiden eieren tegen de auto en in de auto. Daarnaast hield iemand een rookstaaf door het raam. (…) Na ongeveer 50 meter rijden werden wij weer door zo’n grote groep tot stoppen gedwongen. (…) Er werden wederom eieren gegooid tegen de auto. Ook werd een soort vloeistof op de
voorruit gesmeed, mogelijk teer. (…) Door de teer en de eieren welke op mijn voorruit waren gegooid was mijn zicht erg slecht. (…) Ook zijn mijn ruitenwissers van de voorruit vernield. Deze zijn krom gebogen. Ook is de ruitenwisser van de achterzijde vernield. (…) Ook werd de achterklep opengetrokken en heeft men er een spandoek uitgehaald. (…) ook trok iemand (…) mijn portier open en haalde mijn autosleutel uit het contact. (…) Er is geroepen: “Laten wij de auto op zijn kant zetten.”. (…) dit kwam erg bedreigend op mij over. Helemaal als zij aan alle kanten de auto optrekken en dingen uit de auto weghalen en ingooien.
7. Het proces-verbaal van verhoor aangever van 30 november 2022, pagina’s 57 tot en met 60, inhoudende de door [naam 1], afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

(…) Het stinkt (…) erg naar rotte eieren in mijn auto (…). een persoon begon aan de klep van de kofferbak te rukken (…). Hij begon de auto te vernielen (…) er kwamen vonken van de fakkel af. (…) door deze fakkel is mijn bekleding in de auto blauw geworden. Ik heb ook gezien dat er brandplekken op de motorkap en op de gril van de auto zitten.

8. Een schriftelijk bescheid, te weten een tijdlijn opgesteld door [naam 1], pagina 61, inhoudende:
13:25 uur: (…) Wij rijden een menigte tegemoet die ons de weg blokkeert. Door de kier in het raam wordt een brandende fakkel gestoken en spatten de eerste eieren naar binnen (…) Na circa 125 meter wordt de weg door een tractor opnieuw geblokkeerd. Meteen begint het besmeuren van mijn auto met olie (of mengsmering). De ruitenwissers worden afgebroken. Mijn portier wordt opengetrokken door een Zwarte Piet. (…) die het weet te presteren mijn sleutels uit het contact te grissen (…)
13:40 even later gaat de achterklep open, galmen scheldkanonnades door de auto en vliegen eieren naar binnen (…)
9. Het proces-verbaal van verhoor getuige van 19 november 2022, pagina’s 80 en 81, inhoudende de door [slachtoffer 3], afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:
Toen wij de afslag Staphorst namen zag ik al dat er een groep van 50 tot 100 mensen stond (… ) toen wij links af sloegen, de Achthoevenweg op, blokkeerden ze de weg. De voetgangers probeerden ons in de bocht al te blokkeren. Dit lukte hun niet. Na ongeveer 100 à 200 meter lukte dit wel, met name omdat ze ook gebruik maakten van een trekker. Wij
werden vervolgens door de hele groep ingesloten.(…) Mensen begonnen rond de auto te lopen. Ik hoorde dat ze aan het schreeuwen waren. Ik zag en hoorde dat ze ook op het dak sloegen. Ik zag ook dat de auto met eieren werd bekogeld. Ik zag ook dat alle ruiten van de auto besmeurd werden met een soort teerachtige substantie. (…) Ik zag (…) dat mensen de ruitenwissers van de auto afbraken met hun handen. (…) Ik zag dat deze mensen (…) voor een groot deel waren verkleed als Zwarte Piet. (…) Op een gegeven moment draaide [naam 2] zijn raam naar beneden. Hij wilde (…) vragen of hij door mocht rijden. Dit stonden ze niet toe. Iets later rukte iemand de deur aan de kant van [naam 2] open. Ik zag dat er een arm voor [naam 2] langs ging en dat diegene de sleutel uit het contact haalde. (…) Vervolgens zag ik dat een paar van deze mensen de achterklep opendeden. (…) Ik zag en voelde dat zij (…) eieren de auto ingooiden. Vooral [naam 2], René en Simon kregen de volle laag van de eieren. [naam 2] in zijn gezicht en René en Simon ook op hun kleren. Ik ben maar een klein beetje in mijn gezicht en op mijn bril geraakt door een ei (…) Nog een aantal minuten later hoorde ik iemand aan mijn kant van de auto roepen: “Laten wij die auto omgooien”
10. Het proces-verbaal aangifte van 19 november 2022, pagina’s 63 tot en met 65, inhoudende de door [slachtoffer 4] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Op zaterdag 19 november 2022 reden wij in een Ford Mondeo over de A28. Op het moment dat wij de afslag richting Staphorst namen zag ik dat er een grote groep mensen stond te wachten op de afrit. Een blauwe personenauto voor ons werd gestopt door de mensen-menigte. Er werd ook vuurwerk gegooid. (…) De mensenmenigte liep ook naar ons toe. Wij werden door deze mensenmenigte ingesloten. (…) Wij stonden nog op de afslag van de A28, vlak voor de T splitsing met de Achthoevenweg. Wij konden niet meer door de mensenmeute heen. Zij gooiden met dat lichtvuurwerk. Ze hadden onze auto inmiddels omsingeld. (…) De geweldplegers eisten dat wij naar links moesten (…) Wij hoorde opeens iemand zeggen “”ze horen erbij” (…) Ik zag en hoorde dat er eieren op mijn auto werden gegooid. Dit begon op de voorruit en daarna ook op andere plekken van de auto (…) Ik voelde dat er op de auto werd geslagen dat er tegen aan werd geduwd. Ik voelde dat de auto schommelde. Ik zag ook dat ze schopten en bonkten op de ruiten en het dak. Ik zag dat er iemand op de motorkap ging zitten. Ik zag (…) iemand de ruitenwissers aan de voorzijde ombuigen. De linker was hierna sowieso kapot. Ik zag later ook dat er een lamp aan de achterzijde was vernield. Ik zag namelijk dat het glas kapot was. Ik zag ook dat de kentekenplaat aan de achterzijde van de auto was gehaald. Ik zag dat er ook een grote deuk in de achterklep en het bijrijdersportier zat.(…) De linker achterband was leeggelopen. (…) De gehele auto zat onder de eieren. Ik zag ook dat er een zichtbaarheidspaaltje van langs de snelweg tussen de dak dragers was geschoven. Ik zag ook dat er een zwarte smurrie op de voorruit en de ruit van de bestuurderszijde was gesmeerd (…) ik rook dat het iets met olie was. (…) We hebben het raampje open gedraaid om met de politie te communiceren. Maar omdat er toen eieren naar binnen werden gegooid hebben wij het raampje toen weer dicht moeten doen. (…) elke keer als wij filmden werd er op de auto gebonkt.

11. Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 4] van 28 november 2022, pagina’s 67 tot en met 69, inhoudende de door [slachtoffer 4] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Er stonden dames rechts in de berm (…) Deze dames (…) staken steeds de middelvinger op en schopten tegen onze auto (…) Ook werd er door meerdere personen aan onze auto geschud. (…) Daarnaast is er geprobeerd de bumper aan de linker achterzijde te ontzetten (…) mogelijk was dit om te proberen om de achterklep open te krijgen (…) Er is veel schade aan de auto (…) Op de uitvoegstrook van de A28 ter hoogte van Staphorst zagen wij veel mensen staan (…) Wij zagen onderaan de afrit dat een blauwe Volkswagen Polo werd belaagd met onder andere vuurwerk. (…) Op het moment dat wij gestopt waren stonden er rondom onze auto mensen op de weg (…) Er was een man (…) die bij ons in de auto hing (…) Wij mochten er (…) niet langs. Toen we langzaam probeerden weg te rijden werden wij tegen gehouden. (…).

12. Het proces-verbaal aangifte van 19 november 2022, pagina’s 70 tot en met 72, inhoudende de door [slachtoffer 5] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Op zaterdag 19 november 2022 (…) namen wij afslag 23 vanaf de A28 ter hoogte van Staphorst. Wij reden de afslag op en reden in de richting van de Achthoevenweg, waarna ik op de afrit en t-splitsing ineens heel veel rook zag. (…) Naast en op de afrit zag ik heel veel mensen staan. Er waren ook een heleboel mensen gekleed in volledige Zwarte Pieten pakken en met geschminkt gezicht. De weg werd letterlijk voor ons versperd. We konden niet verder rijden. (…) Al meteen kwamen er meerdere mannen om ons heen staan. We zagen dat ze boos waren en hoorden ze ook naar ons schreeuwen. We hoorden ze bijvoorbeeld schreeuwen: "ZE HOREN ERBIJ" en "ZE STAAN IN DE APP". Ineens begonnen de mannen op onze auto te slaan en tegen de auto aan te schoppen. Dit klonk in de auto echt heel erg hard. Er werden vervolgens eieren tegen de auto aangegooid en ook werd er een bruine kleverige substantie over de auto gegoten, gelijkend op olie. Tegelijkertijd werd er aan de deurhendels van alle deuren getrokken (…) Ik hoorde iemand schreeuwen: “WE GOOIEN ZE IN DE SLOOT”. Daarbij begonnen de mannen aan onze auto te schudden waarbij ze riepen: “WE GOOIEN HEM OM”, waarmee ze de auto bedoelden. (…) ik hoorde en zag iemand bij de linker achterband aan het rommelen. Ook hoorde ik een harde klap tegen het linker achterlicht van de auto. Ook werd een (…) hectometerpaaltje op het dag gegooid en vast gezet tussen het imperial. De mannen waren constant bezig met de auto te vernielen (…) bij een pompstation (…) zag ik dat de linker achterband leeg was. Ook zag ik verschillende beschadigingen aan de auto, waaronder een kapot achterlicht of achterlichten en kapotte ruitenwissers. (…)

13. Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 5] van 28 november 2022, pagina’s 74 tot en met 78, inhoudende de door [slachtoffer 5] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Ik zag op de beelden een als Zwarte Piet geklede man. Hij had zijn gezicht zwart geschminkt. Hij had een rossige baard. Deze man stond voor de bijrijdersstoel. (…) Hij stak middelvingers op. O.a. door hem konden wij niet verder rijden. Hij riep allemaal dingen (…) Wij reden in een Ford Mondeo.

14. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 24 november 2022, pagina’s 83 tot en met 87, inhoudende de door [naam 3] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Ik wilde aanwezig zijn bij de intocht van Sinterklaas om te laten zien dat ik het niet eens ben met “Kick out Zwarte Piet”. (…) Er kwamen twee auto’s aan van Kick Out Zwarte Piet met demonstranten erin. Inmiddels had ik van anderen gehoord dat het bekend was wat voor auto’s er aan zouden komen van KOZP. Die auto’s waren namelijk gefotografeerd bij het politiebureau in Zwolle. Wij stonden te wachten bij de afrit daar in de buurt. De mensen die daar waren wilden voorkomen dat KOZP op het marktplein aan zou komen (…) Mijn intentie was om te zorgen dat KOZP Staphorst niet in kwam. Daarom ben ik uiteindelijk ook op de weg gaan staan om die auto’s te gaan hinderen. Ik zag dat er mensen met doosjes eieren klaar stonden. Toen de auto’s aan kwamen rijden liep iedereen de afrit op om ze tegen te houden. Er werd een rookfakkel aangestoken. Er werd met eieren gegooid in de richting van die twee auto’s. Later werden er wel mensen van KOZP geraakt met eieren. Op een bepaald moment kwam de Polo op de afrit stil te staan. Ik sta voor die auto samen met anderen. Mijn voet zet ik dan tegen de bumper/grill aan, tegen de voorkant van de auto. Ik sta met mijn rechter voet omhoog en zet hem dan op die bumper/grill. De paarse VW Polo reed vervolgens verder en kwam 100 meter verderop stil te staan. Op het moment dat de Polo stil stond zag ik dat er eieren in die auto werden gegooid en op de mensen die erin zaten. Er werden ook portieren open getrokken. Er werd ook een zwarte substantie over de voorruit gegooid.

15. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 december 2022, pagina’s 96 tot en met 104, inhoudende de door [medeverdachte 2] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Ik was het er niet mee eens dat Kick Out Zwarte Piet zou gaan demonstreren. Ik wilde een tegengeluid laten horen. Ik wist via de media dat er mensen waren die KOZP demonstranten wilden tegen houden. Ik heb een rookfakkel meegenomen naar de afrit. Mensen om mij heen zeiden welke auto’s bij de demonstranten hoorden. Onder aan de afrit zeiden jongens: ‘dat zijn ze’. Ik had een rookfakkel ontstoken. Ik heb de rookfakkel vastgehouden als statement. Dat was bij de Volkswagen Polo. De Volkswagen Polo vloog dwars door de groep heen. Toen kwam de grijze Ford en die werd op de afrit tegengehouden. De bestuurder van de Ford probeerde door te rijden maar omdat er mensen voor de auto bleven staan kwam die stil te staan. Tegen de Ford werden eieren aan gegooid. En er trapte iemand tegen de spiegel.

16. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 13 december 2022, pagina’s 156 tot en met 164, inhoudende de door [medeverdachte 1] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Een week of twee van te voren ging rond dat we een demonstratie zouden tegenhouden op de afrit. Ik heb mij verkleed als Zwarte Piet. Ik ben alleen maar op de afrit geweest. Wij dachten dat de Ford Mondeo en de Volkswagen bij de demonstratie hoorden. Wij hebben de auto’s tegengehouden. Ik ging met de groep mee. Ze gingen voor de Volkswagen staan. Ik heb op de Volkswagen eieren gegooid. Ik heb ook drie of vier eieren tegen een grijze Ford gegooid. Misschien heb ik iets als: “wegwegen hier” tegen de mensen in de auto’s gezegd.