Uitspraak
[eiseres 1] B.V.,
het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg
[naam 1], te [woonplaats 2] ,
Inleiding
- namens het college [naam 3] , bijgestaan door mr. V.A. Textor;
- belanghebbende [naam 1] , bijgestaan door Y. Flietstra.
Beoordeling door de rechtbank
waar(onderstreping rechtbank) een bepaalde activiteit plaatsvindt en inrichtingen
voor(onderstreping rechtbank) een bepaalde activiteit. Van een inrichting
vooreen bepaalde activiteit kan alleen sprake zijn als deze activiteit de hoofdactiviteit van de inrichting is. Omdat categorie 25.2 een nadere specificering is van categorie 25.1, neemt de rechtbank aan dat deze categorie alleen van toepassing is op inrichtingen
voorhet verrichten van de in deze categorie omschreven reinigingswerkzaamheden. Inrichtingen waar deze werkzaamheden weliswaar plaatsvinden, maar niet als hoofdactiviteit, vallen niet onder deze categorie. Dergelijke inrichtingen zijn in zoverre niet als vergunningplichtig aangewezen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover de lasten 1 en 5 hierbij zijn gehandhaafd en het bestreden besluit, zoals gewijzigd bij aanvullend besluit van 16 februari 2023, voor zover de begunstigingstermijn hierbij is verlengd tot één dag na de uitspraak op het beroep;
- herroept de aan eisers opgelegde lasten 1 en 5;
- bepaalt dat de begunstigingstermijn om te voldoen aan de lasten 2 en 3 wordt verlengd tot zes weken na verzending van de uitspraak op het beroep;
- veroordeelt het college in de proceskosten, die begroot worden op € 2638,56, te betalen aan de eisers;