ECLI:NL:RBOVE:2024:5113

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
08-265272-24
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van het bevel tot gevangenhouding in een strafzaak met ernstige bezwaren tegen de verdachte

Op 2 oktober 2024 heeft de Raadkamer van de Rechtbank Overijssel in Almelo een bevel tot verlenging van de gevangenhouding van een verdachte uitgesproken. De verdachte, geboren in 2007, is momenteel gedetineerd en heeft een raadsman, mr. J. Ruarus. Het oorspronkelijke bevel tot gevangenhouding werd op 28 augustus 2024 verleend. De officier van justitie heeft verzocht om verlenging van de geldigheidsduur van dit bevel met 30 dagen, maar de Raadkamer heeft besloten om de termijn met 60 dagen te verlengen.

Tijdens de zitting heeft de Raadkamer kennisgenomen van het strafdossier en de betrokken partijen gehoord, waaronder de officier van justitie, de verdachte, zijn raadsman, zijn vader en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raadkamer heeft vastgesteld dat de ernstige bezwaren tegen de verdachte, die onder andere betrekking hebben op een poging tot doodslag en zware mishandeling, nog steeds bestaan. De verdachte heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen, maar er zijn belastende whatsapp-gesprekken in het dossier opgenomen die wijzen op een voorgenomen beroving.

De Raadkamer heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen situatie is die een andere beslissing rechtvaardigt, zoals bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De artikelen 65, 66, 67, 67a en 78 van het Wetboek van Strafvordering zijn in de beoordeling meegenomen. De beslissing om de termijn van het bevel tot gevangenhouding te verlengen is genomen in raadkamer op 2 oktober 2024 door de voorzitter, mr. B.W.M. Hendriks, en de kinderrechters mr. R.G.J. Gehring en mr. I. Piksen, in aanwezigheid van griffier M.K. Barin.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-265272-24

Bevel verlenging gevangenhouding van de raadkamer d.d. 2 oktober 2024

(artikel 66 Wetboek van Strafvordering, jeugdstrafrecht)

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats],
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres],
nu gedetineerd in [locatie].
Raadsman mr. J. Ruarus.

Procedure

Op 28 augustus 2024 is tegen de verdachte een bevel tot gevangenhouding verleend.
De officier van justitie heeft verlenging van de geldigheidsduur van dit bevel gevorderd voor de duur van 30 dagen.
De raadkamer heeft kennisgenomen van het strafdossier en heeft de officier van justitie, de verdachte de raadsman, de vader en de heer [naam] van de Raad voor de Kinderbescherming, gehoord.

Beoordeling

Na onderzoek is gebleken dat de verdenking, de ernstige bezwaren en de grond(en) als bedoeld in artikel 67a van het Wetboek van Strafvordering, die tot het bevel tot gevangenhouding van de verdachte ter zake van de onder feit 2 op de vordering tot inbewaringstelling tenlastegelegde poging tot doodslag c.q. poging zware mishandeling hebben geleid, ook op dit moment nog bestaan. Verdachte beroept zich bij vragen over de medeverdachte op zijn zwijgrecht terwijl in het dossier belastende whatsapp-gesprekken zijn gevoegd over een voorgenomen beroving. Niettegenstaande de ontkenning van verdachte dat hij geschoten zou hebben, is de raadkamer van oordeel dat er voldoende ernstige bezwaren tegen verdachte zijn ter zake van minst genomen het medeplegen van poging doodslag c.q. poging zware mishandeling.
De raadkamer is van oordeel dat een situatie als bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering op dit moment nog niet aan de orde is.
De raadkamer neemt de artikelen 65, 66, 67, 67a en 78 van het Wetboek van Strafvordering in aanmerking.

Beslissing

De raadkamer:
verlengt de termijn van het bevel tot gevangenhouding van de verdachte voor een termijn van
60 (zestig) dagen.
Deze beslissing is gegeven in raadkamer van deze rechtbank op 2 oktober 2024 door:
mr. B.W.M. Hendriks, voorzitter, kinderrechter,
mr. R.G.J. Gehring en mr. I. Piksen, kinderrechters,
in tegenwoordigheid van M.K. Barin, griffier.