3.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
De bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 18 september 2024.
Een geschrift, te weten het uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel betreffende [bedrijf] van 7 februari 2023 (bijlage 30), p. 142 van 142.
Een geschrift, te weten de berekening overschrijding fosfaatrecht, melkvee 2020 (bijlage 25), p. 53 van 142.
Een geschrift, te weten de berekening overschrijding fosfaatrecht, melkvee 2021 (bijlage 27), p. 56 van 142.
Een geschrift, te weten de berekening overschrijding fosfaatrecht, melkvee 2022 (bijlage 8), p. 30 van 196.
Een geschrift, te weten de berekening overschrijding fosfaatrecht, melkvee 2023 (bijlage 12), p. 37 van 196.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt dat verdachte in 2020 met zijn melkveehouderij 18.232,34 kg fosfaat geproduceerd. Dit is een overschrijding van 14.204,44 kg ten opzichte van de aan hem toegekende fosfaatrechten.
In 2021 heeft verdachte met zijn melkveehouderij 15.633,81 kg fosfaat geproduceerd. Dit is een overschrijding van 11.960,78 kg ten opzichte van de aan hem toegekende fosfaatrechten.
In 2022 heeft verdachte met zijn melkveehouderij 16.449,80 kg fosfaat geproduceerd. Dit is een overschrijding van 12.776,77 kg ten opzichte van de aan hem toegekende fosfaatrechten.
In 2023 heeft verdachte met zijn melkveehouderij 18.988,83 kg fosfaat geproduceerd. Dit is een overschrijding van 15.315,80 kg ten opzichte van de aan hem toegekende fosfaatrechten.