ECLI:NL:RBOVE:2024:5105

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
11219353 \ CV EXPL 24-1517
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming en medewerking aan werkzaamheden in huurwoning

In deze zaak heeft de stichting Almelo's Woningstichting "Beter Wonen" een kort geding aangespannen tegen een gedaagde huurder, die niet is verschenen. De eiser vordert dat de gedaagde wordt veroordeeld om de woning te ontruimen en medewerking te verlenen aan noodzakelijke werkzaamheden. De gedaagde heeft tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de huurovereenkomst door de woning niet goed te onderhouden en te reinigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet is verschenen en dat er verstek is verleend. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de huurovereenkomst zal ontbinden. Echter, de subsidiaire vordering om de gedaagde te verplichten medewerking te verlenen aan de werkzaamheden is toegewezen. De kantonrechter heeft gedragsaanwijzingen opgelegd aan de gedaagde, waaronder het opruimen en schoonhouden van de woning, en het accepteren van begeleiding van Bemoeizorg. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11219353 \ CV EXPL 24-1517
Vonnis in kort geding van 2 oktober 2024
in de zaak van
de stichting
ALMELOSE WONINGSTICHTING "BETER WONEN",
gevestigd te Almelo,
eisende partij,
hierna te noemen: Beter Wonen,
advocaat: mr. M. Douwenga,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de zitting van 25 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Beter Wonen is ter zitting verschenen, bijgestaan door mr. Douwenga. [gedaagde] is niet ter zitting verschenen, tegen haar is verstek verleend.
1.2.
Beter Wonen heeft aan het begin van de mondelinge behandeling de kantonrechter een gesloten envelop overhandigd met daarin een brief van [gedaagde]. De kantonrechter heeft de brief tijdens de mondeling behandeling volledig voorgelezen. Een kopie van de brief van [gedaagde] is aan dit vonnis gehecht, zodat Beter Wonen daar ook over beschikt.

2.Het geschil

2.1.
Beter Wonen vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde]:
primair:
I. veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woning aan de [adres] (hierna: de woning) te ontruimen;
subsidiair:
II. veroordeelt om Beter Wonen, na betekening van het vonnis, op 23 oktober 2024 toe te laten in de woning en toe te staan dat Beter Wonen, dan wel degenen die in haar opdracht de betreffende werkzaamheden uitvoeren, de werkzaamheden zoals in de brief van 14 mei 2024 opgenomen, uitvoeren;
III. veroordeelt om aan de uitvoering van de hiervoor genoemde werkzaamheden alle medewerking te verlenen die noodzakelijk is, één en ander op eerste verzoek van Beter Wonen, dan wel degenen die in haar opdracht de betreffende werkzaamheden uitvoeren;
IV. veroordeelt om, indien zij niet vrijwillig aan de hiervoor opgenomen veroordelingen voldoet, na betekening van het vonnis, vanaf 23 oktober 2024 de woning tijdelijk en gedeeltelijk te ontruimen, onder afgifte van alle sleutels aan Beter Wonen, dan wel een door haar in te schakelen derde, voor de duur van de werkzaamheden, één en ander ter uitsluitende beoordeling van Beter Wonen, te bewerkstelligen door de deurwaarder conform het bepaalde in de artikelen 558 sub b jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv;
V. bij wijze van ordemaatregel de volgende gedragsaanwijzingen oplegt:
- [gedaagde] dient de woning binnen één week na betekening van het vonnis op te ruimen en schoon te maken;
- [gedaagde] dient de woning vervolgens blijvend goed te onderhouden en schoon te houden;
- [gedaagde] dient blijvend begeleiding te accepteren van Bemoeizorg;
- [gedaagde] dient binnen twee weken na betekening van het vonnis huishoudelijke hulp aan te vragen bij de gemeente Almelo en blijvend te accepteren;
- [gedaagde] dient mee te werken aan één aangekondigd huisbezoek door Beter Wonen per maand;
- [gedaagde] dient medewerkers van Beter Wonen die een bezoek vooraf hebben aangekondigd toe te laten in de woning en dient hen in staat te stellen alle kamers van de woning te inspecteren;
primair en subsidiair:
VI. veroordeelt in de kosten alsmede de nakosten van het geding.
2.2.
Beter Wonen heeft ter onderbouwing van haar vordering - samengevat - het volgende gesteld. [gedaagde] huurt de woning van Beter Wonen. [gedaagde] is op grond van artikel 7:213 Burgerlijk Wetboek (BW) verplicht zich als een goed huurder te gedragen. Partijen hebben in een allonge van 17 april 2024 hierover nadere afspraken gemaakt, omdat [gedaagde] al jarenlang problemen heeft met het goed onderhouden en schoonhouden van de woning. [gedaagde] is deze afspraken niet nagekomen. Door de woning te vervuilen is [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van haar huurrechtelijke verplichtingen. Zij is daarnaast op grond van artikel 7:220 BW verplicht dringende onderhoudswerkzaamheden in de woning te gedogen en voor zover nodig hieraan medewerking te verlenen. Beter Wonen heeft de werkzaamheden in oktober 2024 gepland, maar [gedaagde] schiet ook tekort in de nakoming van deze verplichting door niet mee te werken aan vooropname van de woning. De tekortkomingen van de zijde van [gedaagde] zijn zo ernstig dat die de ontbinding van de huurovereenkomst en, vooruitlopend daarop, ontruiming van de woning rechtvaardigen.
Voor het geval de kantonrechter daarover anders oordeelt, vordert Beter Wonen subsidiair dat [gedaagde] wordt veroordeeld de werkzaamheden in de woning te gedogen en hieraan voor zover nodig medewerking te verlenen.
Voor het geval [gedaagde] dat weigert, vordert Beter Wonen dat zij met ingang van
23 oktober 2024 de woning tijdelijk en gedeeltelijk moet ontruimen en verlaten. Dit wordt gevorderd zodat Beter Wonen de woning kan (laten) opruimen en schoonmaken voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden door de aannemer. Daarnaast vordert Beter Wonen dat bij wijze van ordemaatregel de hierboven genoemde gedragsaanwijzing aan [gedaagde] wordt opgelegd.
2.3.
[gedaagde] is niet ter zitting verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

3.De beoordeling

3.1.
De spoedeisendheid volgt naar het oordeel van de kantonrechter voldoende uit de aard van de vordering.
3.2.
Nu [gedaagde] niet is verschenen en de voorgeschreven formaliteiten en termijnen in acht zijn genomen, is tegen haar verstek verleend. Op grond van artikel 139 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wijst de kantonrechter in geval van verstek de vorderingen toe, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
3.3.
Vooropgesteld wordt dat een bij voorlopige voorziening uitgesproken veroordeling tot ontruiming een ingrijpende en meestal onomkeerbare maatregel is. Gezien de ernst van de gevolgen voor de betrokken huurder kan daarom een ontruiming bij wijze van voorlopige voorziening slechts worden uitgesproken indien het voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter, wanneer zijn oordeel wordt gevraagd, de huurovereenkomst zal ontbinden en de huurder daaropvolgend tot ontruiming van het gehuurde zal veroordelen.
3.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Beter Wonen naar voren gebracht dat [gedaagde] de woning inmiddels heeft opgeruimd en de gemaakte afspraken de laatste tijd beter nakomt. Zij blijft (primair) ontruiming vorderen, maar is nu niet van plan om echt tot ontruiming over te gaan. Een ontruimingsvonnis dient volgens Beter Wonen als stok achter de deur, zodat [gedaagde] aan de geplande werkzaamheden in de woning meewerkt en zij zich aan de gemaakte afspraken blijft houden. De kantonrechter is van oordeel dat uit deze omstandigheden niet blijkt dat de onderhoudstoestand in de woning op dit moment zodanig is dat deze een tekortkoming oplevert van voldoende gewicht om een ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning te rechtvaardigen. Het is niet voldoende aannemelijk dat een bodemrechter vorderingen van die strekking zal toewijzen. De primair gevorderde ontruiming wordt daarom afgewezen.
3.5.
De kantonrechter begrijpt dat Beter Wonen behoefte heeft aan een pressiemiddel om ervoor te zorgen dat [gedaagde] meewerkt aan de geplande werkzaamheden en de woning goed blijft onderhouden. Naar het oordeel van de kantonrechter kan Beter Wonen dit ook met haar subsidiaire vordering bewerkstelligen. Die zal daarom worden toegewezen, nu die vordering verder niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en het voldoende aannemelijk is dat ook de rechter in een bodemprocedure die vordering zal toewijzen.
3.6.
Nu de primaire vordering wordt afgewezen, zal de kantonrechter de proceskosten compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De kantonrechter, recht doende in kort geding
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om Beter Wonen, na betekening van het vonnis, op 23 oktober 2024 toe te laten in de woning aan de [adres] en toe te staan dat Beter Wonen, dan wel degenen die in haar opdracht de betreffende werkzaamheden zullen verrichten, de werkzaamheden zoals opgenomen in de brief van 14 mei 2024 uitvoeren;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan de uitvoering van de hiervoor genoemde werk-zaamheden alle medewerking te verlenen die noodzakelijk is, zulks op eerste verzoek van Beter Wonen, dan wel degenen die in haar opdracht de betreffende werkzaamheden zullen uitvoeren;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om, wanneer zij niet vrijwillig aan de hiervoor opgenomen veroordelingen voldoet, na betekening van het vonnis, vanaf 23 oktober 2024 de woning aan de [adres] tijdelijk en gedeeltelijk te ontruimen, onder afgifte van alle sleutels aan Beter Wonen, dan wel een door Beter Wonen in te schakelen derde, voor de duur van de werkzaamhede, één en ander ter uitsluitende beoordeling van Beter Wonen, des nodig te bewerkstelligen door de deurwaarder overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 sub b jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv;
4.4.
legt [gedaagde], bij wijze van ordemaatregel, als gedragsaanwijzing op dat:
  • zij de woning binnen één week na betekening van het vonnis dient op te ruimen en schoon te maken;
  • zij de woning blijvend goed dient te onderhouden en schoon te houden;
  • zij blijvend begeleiding dient te accepteren van Bemoeizorg;
  • zij binnen twee weken na betekening van het vonnis huishoudelijke hulp dient aan te vragen bij de gemeente Almelo en deze blijvend dient te accepteren;
  • zij mee dient te werken aan één aangekondigd huisbezoek door Beter Wonen per maand;
  • zij medewerkers van Beter Wonen die een bezoek vooraf hebben aangekondigd dient toe te laten in de woning en hen in staat dient te stellen alle kamers van de woning te inspecteren;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
4.7.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Haarhuis en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.