Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsoverwegingen
moedervan [slachtoffer], [aangever], heeft in haar
aangifteverklaard over wat [slachtoffer] tegen haar heeft gezegd. [slachtoffer] heeft gezegd dat hij de piemel van [verdachte] in zijn mond moest doen, maar dat hij dit niet wilde doen omdat hij dat vies vond. [slachtoffer] moest zijn kleren uittrekken. De billen van [slachtoffer] deden zeer, want hij moest op de piemel van [verdachte] zitten. [verdachte] heeft tegen [slachtoffer] gezegd: ‘Ik plas je niet in de mond en je krijgt er centjes voor’. [slachtoffer] heeft gezegd dat de piemel ook in zijn kont is geweest en dat dit veel pijn deed. Ook heeft [slachtoffer] verteld dat [verdachte] in zijn piemel heeft geknepen, maar [slachtoffer] zei daarna ook gelijk dat dit een grapje was.
kindvriendelijke studioeen getuigenverklaring afgelegd. Hij heeft toen verteld dat zijn eigen piemel zeer deed. Dit kwam door de grote billen van [verdachte], want die ging op zijn piemel zitten. [verdachte] had zijn eigen kleren uitgedaan. Toen [slachtoffer] op de piemel van [verdachte] ging zitten, duwde [verdachte] heen en weer. [slachtoffer] zei tegen hem: ‘Stop’, maar [verdachte] ging gewoon duwen. Ook vertelt [slachtoffer] dat zijn broek en onderbroek op zijn enkels zaten en dat hij buiten heeft geplast, op het vuurtje. [slachtoffer] vertelt verder dat hij de piemel van de buurman heeft gezien. Die zag er net zo uit als zijn eigen piemel.
4.De vordering van de benadeelde partij
5.De beslissing
- bepaalt dat de
- bepaalt dat de benadeelde partij en de wettelijk vertegenwoordiger van verdachte ieder de eigen kosten dragen, die ten aanzien van deze vordering zijn gemaakt;
hefthet (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis
opmet ingang van vandaag.