Uitspraak
handelend onder de naam [partij B],
1.De procedure
2.Inleiding
3.De feiten
(…) U hebt een arbeidsovereenkomst met cliente op grond waarvan u werkzaam bent in de functie van chauffeur pakketdienst/lader/scanner. Artikel 9 van uw arbeidsovereenkomst vermeldt dat u in het bezit moet zijn van een geldig rijbewijs categorie B en dat de arbeidsovereenkomst per direct komt te vervallen indien u niet meer over een geldig rijbewijs kunt beschikken.
4.Het verzoek en het verweer
5.De beoordeling
dit omdat het anders niet haalbaar was voor [partij A]”. Zij verklaart verder:
“De route is op papier in 2en gedeeld. Ik was ook niet in dienst, maar ik heb een papier gekregen dat ik bij me moest houden. (…) Ik heb [partij A] geholpen omdat het moest, anders kon hij nooit alles op 1 dag wegbrengen en zou hij zijn baan kwijt raken. (…)”In de schriftelijke verklaring van [naam 1] staat nergens dat zij reed in het najaar van 2023, omdat het rijbewijs van [partij A] verlopen was. Het verweer van de werkgever dat [naam 1] hielp in verband met drukte past ook bij het feit dat op de routespecificaties van november en december 2023 en begin januari 2024 handgeschreven aantekeningen zijn bijgehouden betreffende “
[naam 2]” en waaruit blijkt dat toen [naam 1] en [partij A] ieder eigen routes hebben gereden. De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever daarmee zijn verweer voldoende heeft onderbouwd dat de partner van [partij A] in het najaar van 2023 heeft geholpen in verband met drukte en dat dit geen verband hield met bekendheid met het feit dat het rijbewijs van [partij A] was verlopen. Dat laatste heeft [partij A] in het licht van die onderbouwing niet aannemelijk gemaakt. Aan een bewijsopdracht wordt dan ook niet toegekomen.