5.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat een beroep op noodweer kan worden gehonoreerd indien aannemelijk is geworden dat het handelen van verdachte was geboden door de noodzakelijke verdediging van haar of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding, waaronder onder omstandigheden mede is begrepen een onmiddellijk dreigend gevaar voor een zodanige aanranding. De rechtbank ziet zich dus voor de vraag gesteld of er sprake was van zo’n situatie.
De rechtbank ziet het handelen van verdachte in de slaapkamer (het gooien van een fles wijn en een Google Home apparaat in de richting van aangever) en het handelen van verdachte in de keuken (het gooien van twee keukenmessen in de richting van aangever) als twee te onderscheiden situaties en zal deze hieronder afzonderlijk bespreken.
Het gooien van een fles wijn en een Google Home apparaat
Uit de hiervoor onder 3.3.1 vastgestelde feiten en omstandigheden volgt dat verdachte en aangever in een ruzie verwikkeld waren. Verdachte had zichzelf opgesloten in de slaapkamer door de slaapkamerdeur van binnenuit te barricaderen met kasten. Aangever heeft zich vervolgens met kracht toegang tot de slaapkamer verschaft door meermalen met zijn schouder tegen de deur te beuken. Hij is vervolgens in de deuropening blijven staan, waardoor verdachte de slaapkamer niet kon verlaten. In de daarop volgende verbale confrontatie op agressieve toon tussen verdachte en aangever heeft verdachte aangever herhaaldelijk verzocht om weg te gaan uit de deuropening, maar dit deed aangever niet. Vervolgens heeft verdachte en fles wijn en een Google Home apparaat in zijn richting gegooid.
De rechtbank overweegt dat aangever verdachte tegen haar wil in haar bewegingsvrijheid heeft beperkt door in de deuropening te blijven staan en de vrije doorgang aldus voor verdachte te blokkeren. Daarmee heeft aangever naar het oordeel van de rechtbank een bedreigende situatie voor verdachte doen ontstaan waaraan zij zich niet kon onttrekken. Verdachte heeft ter terechtzitting ook verklaard dat zij zich door aangever in een hoek gedreven voelde en voelde dat het uit de hand zou lopen.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat een zodanig bedreigende situatie was ontstaan dat sprake was een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van verdachte, waartegen verdachte gerechtigd was om zich te verweren. De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking de agressieve toon waarop op dat moment door aangever werd gesproken en de geschiedenis van escalerende ruzies met fysiek geweld binnen de relatie. De rechtbank is verder van oordeel dat het door verdachte gekozen verdedigingsmiddel (het gooien met een fles wijn en een Google Home apparaat) in de gegeven omstandigheden als een gepaste verdediging kan worden beschouwd, die in verhouding staat tot het aangetaste rechtsbelang. Daarnaast kan onder de gegeven omstandigheden niet worden gesteld dat verdachte nog een alternatief had om zichzelf te verdedigen. Verdachte had aangever al meermalen gevraagd om uit de deuropening weg te gaan, maar dit had geen effect, en er waren geen andere mogelijkheden om de slaapkamer te verlaten dan via de door aangever geblokkeerde deuropening.
Het gooien van twee keukenmessen
Uit de hiervoor onder 3.3.1 vastgestelde feiten en omstandigheden volgt dat de confrontatie tussen verdachte en aangever zich op de benedenverdieping van de woning voortzette. Op enig moment heeft verdachte twee messen uit de keuken gepakt en in de richting van aangever gegooid.
Over de feitelijke toedracht van het uiteindelijke incident (het gooien van de messen) lopen de verklaring van verdachte en aangever uiteen. Aangever heeft verklaard dat hij – na de confrontatie in de slaapkamer – naar beneden is gelopen, waarna verdachte hem volgde, naar de keuken liep en twee messen pakte die ze in zijn richting gooide. Verdachte heeft verklaard dat zij – na de confrontatie in de slaapkamer – naar beneden is gelopen om uit de woning te vluchten, maar dat aangever haar bij de voordeur weer naar binnen trok en aan haar haren over de vloer sleepte. In reactie daarop heeft ze de twee messen gepakt en in de richting van aangever gegooid.
De rechtbank constateert dat verdachte en aangever beiden hebben verklaard dat de ander de agressor was. Er waren in de aanloop naar het gooien van de messen door verdachte geen anderen in de woning aanwezig die hierover uitsluitsel kunnen geven. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval aan verdachte het voordeel van de twijfel moet worden gegeven, in die zin dat haar verklaring niet voor onaannemelijk kan worden gehouden. Verdachte heeft ter terechtzitting consistent verklaard en zij heeft niet enkel over de voor haar ontlastende zaken, maar ook over de voor haar belastende zaken uitgebreid verteld. Ook heeft zij van meet af aan verklaard dat aangever haar aan haar haren over de vloer had gesleept en dat zij daarna de twee messen uit de keuken heeft gepakt. De rechtbank betrekt hierbij verder de geschiedenis van escalerende ruzies en huiselijk geweld binnen de relatie tussen verdachte en aangever, waarover ook onderbuurvrouw [getuige] en aangever hebben verklaard.
De rechtbank is gezien het bovenstaande van oordeel dat de verklaring van verdachte voldoende aannemelijk is geworden. Zij zal bij de beoordeling van het beroep op noodweer(exces) dan ook uitgaan van de feiten zoals die in de verklaring van verdachte naar voren komen en overweegt in dat kader als volgt.
Naar het oordeel van de rechtbank was op het moment dat aangever verdachte naar binnen trok en aan haar haren over de vloer sleepte, sprake van een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van verdachte, waartegen verdachte zich mocht verdedigen. De manier waarop verdachte zich heeft verdedigd, voldoet echter niet aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Het gooien van twee messen in de richting van aangever was een te vergaande reactie en stond niet in verhouding tot de agressie van aangever. Dit betekent dat verdachte ten aanzien van het gooien met twee keukenmessen geen beroep op noodweer toe komt.
Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat verdachte de grenzen van de noodzakelijke verdediging heeft overschreden, dient vervolgens de vraag te worden beantwoord of deze overschrijding het onmiddellijke gevolg is geweest van een hevige door de aanranding veroorzaakte gemoedsbeweging (met andere woorden: of sprake is van noodweerexces).
Bij de beantwoording van die vraag neemt de rechtbank de omstandigheden van het geval in aanmerking, waaronder de geschiedenis van escalerende ruzies en huiselijk geweld binnen de relatie tussen verdachte en aangever en de aanloop naar het door verdachte gooien van de keukenmessen in de richting van aangever. Uit de verklaring van verdachte komt als algemeen beeld naar voren dat verdachte al vele pogingen had gedaan om aangever bij haar weg te houden. Zij had de slaapkamerdeur gebarricadeerd, aangever herhaaldelijk verzocht om weg te gaan, met spullen – een fles wijn en een Google Home apparaat – in zijn richting gegooid en uiteindelijk heeft zij geprobeerd om het huis te ontvluchten. Geen van haar acties had het gewenste effect, namelijk dat aangever op afstand van haar bleef en haar met rust liet. Integendeel, zij werd door aangever letterlijk weer in de situatie van geweld getrokken waaraan zij probeerde te ontkomen. Verdachte heeft ter terechtzitting ook verklaard uit angst, boosheid en wanhoop te hebben gehandeld. Deze omstandigheden in samenhang beschouwd maken naar het oordeel van de rechtbank dat voldoende aannemelijk is geworden dat verdachte de twee keukenmessen in de richting van aangever heeft gegooid in een hevige, nog voortdurende gemoedsbeweging die was ontstaan door de noodweersituatie als hiervoor omschreven. De rechtbank is van oordeel dat de overschrijding van de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit de verdachte niet kan worden verweten.
Conclusie
Verdachte komt ten aanzien van het gooien met een fles wijn en een Google Home apparaat een beroep op noodweer toe. Het bewezen verklaarde is voor dat onderdeel niet strafbaar. Verdachte komt ten aanzien van het gooien van twee keukenmessen een beroep op noodweerexces toe. Voor dat onderdeel van de bewezenverklaring is verdachte niet strafbaar.
Verdachte zal daarom worden ontslagen van alle rechtsvervolging.