ECLI:NL:RBOVE:2024:4991
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit minister van Justitie en Veiligheid inzake openbaarmaking op grond van de Wet open overheid
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Justitie en Veiligheid, dat gedeeltelijk tegemoetkwam aan zijn verzoek om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid (Woo). De minister had op 13 april 2023 een deel van de gevraagde informatie openbaar gemaakt, maar bepaalde gevoelige passages geweigerd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, en de minister heeft op 14 september 2023 het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 15 augustus 2024 door de rechtbank is behandeld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep tegen het besluit van 14 september 2023 niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen procesbelang meer had na het herstelbesluit van 4 juli 2024, waarin de minister alsnog een deel van de informatie openbaar maakte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister op goede gronden bepaalde informatie heeft geweigerd, met name vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de betrekkingen van Nederland met andere landen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister terecht heeft geweigerd om bepaalde gevoelige informatie openbaar te maken, gezien de context van terrorisme en radicalisering.
De rechtbank heeft de minister wel veroordeeld tot betaling van het griffierecht en de proceskosten aan eiser, omdat de minister tijdens de procedure een herstelbesluit heeft genomen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.