ECLI:NL:RBOVE:2024:4976

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
84-300697-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voorhanden hebben en verhandelen van illegaal vuurwerk

Op 26 september 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben en verhandelen van illegaal vuurwerk. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het handelen in en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik. De feiten vonden plaats tussen 5 september en 28 september 2021, waarbij de verdachte samen met anderen professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en verhandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 2 oktober 2021 in [plaats 2] betrokken was bij het opslaan van professioneel vuurwerk in een bus en een schuur. Tijdens de zitting op 12 september 2024 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De verdachte heeft verklaard dat hij alleen vuurwerk uitlaadde en niet volledig op de hoogte was van de illegale status van het vuurwerk. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte voldoende beschikkingsmacht had over het vuurwerk en dat hij zich bewust was van de risico's die het voorhanden hebben van dergelijk vuurwerk met zich meebracht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 220 uren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84-300697-21 (P)
Datum vonnis: 26 september 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 september 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. Ph.J.N. Aarnoudse, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:met een of meerdere personen (opzettelijk) professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik binnen Nederland heeft gebracht, heeft opgeslagen, heeft vervaardigd, voorhanden heeft gehad en/of ter beschikking heeft gesteld aan een ander;
feit 2:met een of meer anderen opzettelijk het opslaan, voorhanden hebben en/of ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft voorbereid en/of bevorderd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 2 oktober 2021 te [plaats 2], althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, onder meer:
- 20 stuks, althans een of meerdere shells (mortierbom),(zie: Bijlage 2 pag. 6 van 16
COV rapport PL0600 BVH 2021462049-4 ); en/of
- 69 stuks,althans een of meerdere shells (mortierbom), zie: Bijlage 3, pag. 12 van 16
COV rapport PL0600 BVH 2021462049-4 ); en/of
- 9 stuks, althans een of meerdere shells (mortierbom (zie: Bijlage 2 pag 7 van 27
COV rapport PL0600 BVH 2021462049-6 ); en/of
- 1 stuks van 14 kg batterij enkelschotsbuis (flowerbed)zie: Bijlage 3, pag. 13 van 27
COV rapport PL0600 BVH 2021462049-6 ); en/of
- 1 stuks van 13,5 kg batterij enkelschotsbuis (flowerbed) (zie: Bijlage 4, pag. 17 van
27 COV rapport PL0600 BVH 2021462049-6 ); en/of
- 1 stuk van 27 kg batterij enkelschotsbuizen (flowerbed) (zie: Bijlage 5, pag. 20 van
27 COV rapport PL0600 BVH 2021462049-6 ); en/of
- 36 stuks, althans een of meerdere shells (mortierbom) (zie: Bijlage 2, pag. 6 van 30
COV rapport PL0600 BVH 2021462049-5); en/of
- 1 stuk van 12 kg batterij enkelschotsbuizen (Flowerbed)(zie: Bijlage 3, pag. 12 van
30 COV rapport PL0600 BVH 2021462049-5),
althans een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of
voorhanden heeft gehad;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 september 2021 tot
en met 28 september 2021 in de gemeente [plaats 2] en/of [plaats 1], althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
teneinde, handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste lid van het
Vuurwerkbesluit,
te weten,
het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen
van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voor te bereiden
en/of te bevorderen,
- heeft/hebben getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of
mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om
daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen; en/of
- heeft/hebben getracht zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen tot het verrichten van die handelingen te verschaffen; en/of
- voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij en of zijn mededader(s)
weet/weten of ernstige reden heeft/hebben te vermoeden dat zij bestemd zijn tot
het verrichten van die handelingen, immers, heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) op één of meer
tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 september 2021 tot en met 28
september 2021 via Whatsapp en/of de applicatie Snapchat en/of de applicatie
Instagram – zakelijk weergegeven – professioneel vuurwerk, bestemd voor
particulier gebruik te koop aangeboden,
althans heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders berichten en/of foto’s
waarin onder meer shells en/of cobra 6, althans professioneel vuurwerk, te koop
werden aangeboden doorgezet, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn
mededaders:
- op 5 september 2021 een Instagram bericht gestuurd van [accountnaam 1]
(owner) "50 pakjes dus 50x3=150 totaal"
(zie ook pag. 39-48: PVB analyse telefoon [verdachte] + aanvullend
proces-verbaal); en/of
- op 6 september 2021 een Whatsapp bericht naar nummer [telefoonnummer 1] ([naam 1])
gestuurd met foto’s van vuurwerk en prijzen
(zie ook pag. 39-48: PVB analyse telefoon [verdachte] + aanvullend
proces-verbaal); en/of
- op 10-09-2021 20:41:via whatsapp berichten naar de contacten [naam 2].
En/of [naam 3] wordt gestuurd met de tekst:
* Direct op te halen, Minimaal €1000,- 1.2 inch blokken 100s (6 types) 110, 5 stuks
105, 10 stuks 1000, 100s xb4078 happy salute 130, 100sxb4008 125, 150s (6 types) 160,
300s tb247 400,
* 1/2/3 inch blokken, 1 inch 600s txb870 alb 375, 1 inch 600s tb238 450, 2 inch 49s
180, 3 inch 25s Xb4102 275, 3 inch 25s TXb914 275;
* Mix bakken, 99s txb875 0.8-1.5 inch 140, 116s txb830 130, 120s txb307 140, 120s
txb895 140, 120s xb4084 140, 120s xb4062 140, 121s xb4060 140, 121s txb856 140,
125s xb4061 140, 128s txb309 140, 130s txb480 150, 144s tb405 175, 150s tb401 175,
152s tb403 180, ,150s txb619 180, 150s txb920 1.2-2 inch 180, 160s Tb313 200, ,160s
medium show 200, 163s Txb100 1.2-1.9 inch 225, 198s Tb312 225, 259s xb4107 0.8-2
inch 325, 266s xb4029 0.8-2 inch 330, 306s tb410 300, 320s txb018 175;
* Shells, 3" super mix 350, 4" super mix 350, , 5" super mix 350, 6" super mix 280;
* Knallers, Bulldog 5 gr. 60/20 350, Tp 2 3gr 50/20 280, 10 karton 240€ nog 80 (
komen nooit meer)., big thunder 50gr. 18/10 600, Gold thunder 18/10 550, Vlinders
16/10 275;
* 6 100/3 700€, 10 karton 5500€,
( zie ook pag. 32-38: proces-verbaal onderzoek image)
- op 19 september 2021 een Instagram bericht gestuurd naar [naam 4]:
"Kan je wat met cobra's"
(zie ook pag. 32-38: proces-verbaal onderzoek image telefoon en pag. 183, 3e
verhoor [verdachte] en pag. 205, bijlage 11 );
- op 19 september 2021 om 15:29:28u. een Instagram bericht gestuurd naar [naam 5]
met de tekst” “kan je wat met cobra’s?”(pag. 183, 3e verhoor Lars
[verdachte] en pag. 194, bijlage 11);
- op 19 september 2021 om 19:43:03u.. een Instagram bericht gestuurd naar [naam 6]
) met de tekst” “kan je wat met cobra’s?”
( zie ook pag. 183, 3e verhoor [verdachte] en pag. 198, bijlage 11);
- op 19 september 2021 meerdere berichten via WhatsApp gestuurd naar [naam 7]
met daarin foto’s en meerder tekstberichten
* om 15:06:11u.: “nu zijn die prijzen nog zo maar je begrijpt hoe dichter bij oud en
nieuw dat die prijzen ook hoger worden he”; en/of
* om 15:06:30u. : “Ik heb 2 dozen ja eigelijk 4”; en/of
* om 15:21:12u.: “kijk”; en/of
* om 15:21:22u.: : tekstbericht met foto van cobra’s; en/of
* om 15:21:26u.: “blauwe dop”; en/of
* om 15:25:33u.: “ja op die doosstaat ook cobra 6”; en/of
* om 15:25:48u.: tekstbericht met foto van doos met vuurwerk; en/of
* om 15:26:32u: “heb er al wat verkocht”; en/of
* om 15:26:38u.: “niks slechts over gehoord”; en/of
* om 15:26.49u.: “dus lijkt me dat ze goed zijn”;
* om 16:10:56u.: “hoi, ik heb een betaalverzoek gemaakt van 450 euro voor
schoenen. Je kunt met
elke bank in Nederland betalen. Dank je wel!; en/of
* om 16:11:26u.: “ben onderweg’; en/of
* om 16:19:03u.: “ik zit in een bakwagen”;
(zie ook pag. 87-131, proces-verbaal bevindingen handel illegaal vuurwerk); en/of
- op 19 en/of 20 september 2021 een of meerdere Instagram berichten gestuurd van
[accountnaam 1] “kan je wat met cobra’s”
(zie ook pag. 39-48: PVB analyse telefoon [verdachte] + aanvullend
proces-verbaal); en/of
- op 26 september 2021 een Instagram bericht gestuurd van [accountnaam 1]
(owner) "Heb meer hè shels 3 inch nu”
(zie ook pag. 39-48: PVB analyse telefoon [verdachte] + aanvullend
proces-verbaal); en/of
- op 28 september 2021 een Whatsapp bericht met foto’s gestuurd naar het nummer
[telefoonnummer 2] ([naam 8]) met daarin foto’s en de tekst “dit is alles wat ik nu
heb”
(zie ook pag. 32-38: proces-verbaal onderzoek image telefoon en/of pag. 39-48: PVB
analyse telefoon [verdachte] + aanvullend proces-verbaal); en/of
- op 28 september 2021, chat 6 een snapchatt bericht gestuurd [accountnaam 2]
: "!350 per doos 20 stuks zitten erin"
(zie ook pag. 39-48: PVB analyse telefoon [verdachte] + aanvullend
proces-verbaal); en/of
- op 28 september 2021 een of meerdere Instagram bericht(en) gestuurd van
[accountnaam 1] “heb nu 5 inch”; en/of “2 dozen 20 stuks”
(zie ook pag. 39-48: PVB analyse telefoon [verdachte] + aanvullend
proces-verbaal).

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken voor het vervaardigen, binnen Nederland brengen en het ter beschikking stellen aan anderen. Het overige ten laste gelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder feit 1 ten laste gelegde. De raadsman heeft daartoe, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat verdachte geen beschikkingsmacht heeft gehad over het aangetroffen professionele vuurwerk. Verdachte heeft alleen maar vuurwerk uitgeladen en wist hoogstens dat het voor een deel om illegaal vuurwerk ging. Niet is gebleken dat hij echt toegang heeft gehad tot het vuurwerk. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte een beperkte rol heeft vervuld. Over het vervaardigen, binnen Nederland brengen en het ter beschikking stellen aan anderen sluit de raadsman zich aan bij het standpunt van de officier van justitie.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Splitsing onderzoek
Het onderzoek naar verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte]) is opgesplitst in een deel “[plaats 2]” en een deel “[plaats 1]”, waarbij Basisteam [plaats 2] Noord verantwoordelijk was voor [plaats 2] en Basisteam Rivierenland Oost voor [plaats 1]. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat verdachte (ook) ten tijde van het ten laste gelegde woonachtig was in [plaats 1] en [medeverdachte] in [plaats 2]. Het onderzoek naar verdachte is onder de naam 27ARATULA uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee nadat bleek dat hij ten tijde van het ten laste gelegde feit een actief militair was. Dit onderzoek is geregistreerd onder 22-000496.
Het onderzoek naar [medeverdachte] is onder de naam 06VOS uitgevoerd door basisteam Rivierenland Oost. Het strafrechtelijk onderzoek is geregistreerd onder PL0600-2021488331.
De resultaten van beide onderzoeken zijn over en weer toegevoegd aan de dossiers van verdachten. De rechtbank zal bij verwijzing naar stukken uit (een van) de dossiers het bijbehorende registratienummer vermelden.
3.3.2
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van het dossier en van hetgeen ter terechtzitting is besproken de
volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 2 oktober 2021 waren verbalisanten bij het pand aan de [adres] (kamerbewoning) in [plaats 2] vanwege een overlastmelding. [1] Voor het pand stond een grijze Kia Ceed, voorzien van het kenteken [kenteken 1], met knipperende alarmlichten en een draaiende motor. Achter het pand waren twee personen in discussie met een tweetal mannen bij een bus. De mannen bij een witte Renault Master, voorzien van kenteken [kenteken 2], zijn weggerend toen zij door de verbalisanten werden gesommeerd te blijven staan. Verbalisanten zagen ook nog een derde persoon weglopen. Nadat deze mannen uit het zicht waren verdwenen, hebben verbalisanten gesproken met de aanwezige en aldaar in de straat woonachtige personen. Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij de afgelopen dagen regelmatig heeft gezien dat ’s nachts vanuit bussen dozen werden uitgeladen bij de woning gelegen aan de [adres]. [2] Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij sinds 1 september 2021 regelmatig heeft gezien dat drie jongens pakketjes in een wit busje met kenteken [kenteken 2] hebben ingeladen. De jongens kwamen uit de woning ter hoogte van de [adres]. [3] Naar aanleiding van deze verklaringen hebben de verbalisanten in de Renault Master gekeken. Achterin de bus troffen zij meerdere dozen met consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk aan. [4]
Om de bestuurder van de bus te identificeren, hebben verbalisanten met getuige [getuige 3], een bewoner van de [adres], gesproken. [getuige 3] heeft verklaard dat hij de bewoner van kamer 1 (medeverdachte [medeverdachte]) vaak in die bus heeft zien zitten. De afgelopen weken zou deze bewoner regelmatig dozen hebben in- en uitgeladen en in de schuur hebben gelegd. [5] De zilveren Kia heeft [getuige 3] eerder die dag ook al gezien. Daar zaten toen twee jongens in; medeverdachte [medeverdachte] was één van die jongens. [getuige 3] heeft toen gezien dat [medeverdachte] samen met de andere jongen in de schuur behorend bij perceel nummer [nummer] is geweest. Op dit adres woont [naam 9], de vriendin van [medeverdachte]. [getuige 3] heeft verklaard dat [medeverdachte] op het balkon van studentenkamer 1 illegaal vuurwerk bewaarde. [6] Hierop zijn verbalisanten naar dit balkon gegaan en daar hebben ze twee dozen en een tas met professioneel vuurwerk aangetroffen. [7] De vondsten in de bus en op het balkon hebben ertoe geleid dat verbalisanten ook in voornoemde schuur zijn gaan kijken. In de schuur werden meerdere dozen met professioneel vuurwerk aangetroffen. [8]
Tijdens de inbeslagname van de achtergelaten voertuigen werd in de Kia Ceed een telefoon aangetroffen. Uit onderzoek aan de telefoon blijkt dat het toestel van verdachte is. [9] Op dit toestel zijn vuurwerk(handel) gerelateerde gegevens aangetroffen. [10]
3.3.3
De overwegingen van de rechtbank
Ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde
- Voorhanden hebben en opslaan
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte het professionele vuurwerk dat in de bus (Renault Master), in de schuur en op het balkon is aangetroffen, voorhanden heeft gehad en/of aldaar heeft opgeslagen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat het begrip ‘voorhanden hebben’ een drietal factoren veronderstelt:
  • de aanwezigheid van het vuurwerk, al dan niet in de onmiddellijke nabijheid van de dader. Daarbij geldt dat de eigendomsvraag van het vuurwerk er niet toe doet en het ook niet van belang is waar het vuurwerk zich bevindt. Wel is van belang dat de dader over het vuurwerk kan beschikken. Deze beschikking hoeft niet onmiddellijk te zijn;
  • een (machts)relatie tussen verdachte en het vuurwerk. Daarbij geldt dat het enkel onder zich hebben nog niet zonder meer ‘voorhanden hebben’ oplevert, alsmede dat er een zekere relatie dient te bestaan tussen het vuurwerk en de dader in de zin dat er met betrekking tot het vuurwerk een zekere machtsuitoefening mogelijk moet zijn en dat het gaat om een zekere handelingsbevoegdheid (beschikkingsmacht), waarvan ook sprake kan zijn als men geen zeggenschap heeft over het vuurwerk, maar wel over de plaats waar het zich bevindt;
  • bewustheid van de dader met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk. Daarbij geldt dat bij de dader een meerdere of mindere mate van bewustheid moet bestaan ten opzichte van het aanwezig hebben van het vuurwerk.
Voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘opslaan’ dient sprake te zijn geweest van het gedurende enige tijd in een opslagplaats opslaan van het vuurwerk.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat professioneel vuurwerk is aangetroffen in de Renault Master, op het balkon van medeverdachte [medeverdachte] en in de schuur van de vriendin van [medeverdachte]. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij op de ten laste gelegde datum bij het huis van [medeverdachte] aan de [adres] was om vuurwerk uit te laden en naar de schuur te brengen. Hij was één van de personen die wegrenden toen de politie arriveerde. De rechtbank stelt vast dat verdachte aldus (onmiddellijk) over het vuurwerk kon beschikken. Uit berichtenverkeer tussen verdachte en [medeverdachte] volgt dat ze van plan waren het vuurwerk op te slaan in de schuur van “[naam 9]”. [11] Vermoedelijk gaat het hier om voornoemde schuur van de vriendin van [medeverdachte], [naam 9] , waar vuurwerk is aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt hieruit dat verdachte en [medeverdachte] het vuurwerk aldaar samen hebben opgeslagen. Aldus heeft verdachte het vuurwerk fysiek in handen gehad en heeft hij een zekere beschikkingsmacht over het vuurwerk kunnen uitoefenen. Hij wist dat er (deels) illegaal vuurwerk in de dozen zat. Dat verdachte niet in detail wist om welke hoeveelheden en welke soorten vuurwerk het ging is niet relevant. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onderdeel van het ten laste gelegde dat ziet op de opslag en het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in de bus en in de schuur.
Niet is gebleken dat verdachte enige vorm van beschikkingsmacht heeft gehad over het professioneel vuurwerk op het balkon zodat zij hem van dit onderdeel zal vrijspreken.
Voorts is niet gebleken dat verdachte professioneel vuurwerk heeft vervaardigd, binnen Nederland heeft gebracht en het aan een ander ter beschikking heeft gesteld, zodat zij hem daarvan eveneens zal vrijspreken.
-
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat het dossier voldoende bewijs bevat waaruit kan worden afgeleid dat een nauwe en bewuste samenwerking heeft bestaan tussen verdachte en [medeverdachte]. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van dit onderdeel van het ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder feit 2 tenlastegelegde
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit – met uitzondering van het medeplegen – op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
de bekennende verklaring van verdachte, zoals die is opgenomen in het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 september 2024;
het proces-verbaal van bevindingen van 18 oktober 2021 (22-000496), pagina 32 tot en met 38;
het proces-verbaal van bevindingen van 15 oktober 2021 (22-000496), pagina 39 tot en met 48.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat waaruit kan worden afgeleid dat een nauwe en bewuste samenwerking heeft bestaan tussen verdachte en een ander of anderen. De rechtbank komt daarmee tot een vrijspraak van dit onderdeel van het ten laste gelegde.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 2 oktober 2021 te [plaats 2]
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, onder meer:
- 9 stuks shells (mortierbom; en
- 1 stuks van 14 kg batterij enkelschotsbuis (flowerbed); en
- 1 stuks van 13,5 kg batterij enkelschotsbuis (flowerbed); en
- 1 stuk van 27 kg batterij enkelschotsbuizen (flowerbed); en
- 36 stuks shells (mortierbom); en
- 1 stuk van 12 kg batterij enkelschotsbuizen (Flowerbed),
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad;
2
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 5 september 2021 tot en met 28 september 2021 in Nederland,
opzettelijk,
teneinde, handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit,
te weten, het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen
van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen; en/of
- heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het verrichten van die handelingen te verschaffen,
immers heeft verdachte
in de periode van 5 september 2021 tot en met 28 september 2021 via Whatsapp en de applicatie Snapchat en de applicatie Instagram – zakelijk weergegeven – professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik te koop aangeboden,
immers heeft hij, verdachte:
- op 5 september 2021 een Instagram bericht gestuurd van [accountnaam 1]
(owner) "50 pakjes dus 50x3=150 totaal"; en
- op 6 september 2021 een Whatsapp bericht naar nummer [telefoonnummer 1] ([naam 1])
gestuurd met foto’s van vuurwerk en prijzen; en
- op 10-09-2021 20:41:via whatsapp berichten naar de contacten [naam 2].
En/of [naam 3] wordt gestuurd met de tekst:
* Direct op te halen, Minimaal €1000,- 1.2 inch blokken 100s (6 types) 110, 5 stuks
105, 10 stuks 1000, 100s xb4078 happy salute 130, 100sxb4008 125, 150s (6 types) 160,
300s tb247 400,
* 1/2/3 inch blokken, 1 inch 600s txb870 alb 375, 1 inch 600s tb238 450, 2 inch 49s
180, 3 inch 25s Xb4102 275, 3 inch 25s TXb914 275;
* Mix bakken, 99s txb875 0.8-1.5 inch 140, 116s txb830 130, 120s txb307 140, 120s
txb895 140, 120s xb4084 140, 120s xb4062 140, 121s xb4060 140, 121s txb856 140,
125s xb4061 140, 128s txb309 140, 130s txb480 150, 144s tb405 175, 150s tb401 175,
152s tb403 180, ,150s txb619 180, 150s txb920 1.2-2 inch 180, 160s Tb313 200, ,160s
medium show 200, 163s Txb100 1.2-1.9 inch 225, 198s Tb312 225, 259s xb4107 0.8-2
inch 325, 266s xb4029 0.8-2 inch 330, 306s tb410 300, 320s txb018 175;
* Shells, 3" super mix 350, 4" super mix 350, , 5" super mix 350, 6" super mix 280;
* Knallers, Bulldog 5 gr. 60/20 350, Tp 2 3gr 50/20 280, 10 karton 240€ nog 80 (
komen nooit meer)., big thunder 50gr. 18/10 600, Gold thunder 18/10 550, Vlinders
16/10 275;
* 6 100/3 700€, 10 karton 5500€,
( zie ook pag. 32-38: proces-verbaal onderzoek image)
- op 19 september 2021 een Instagram bericht gestuurd naar [naam 4]:
"Kan je wat met cobra's";
- op 19 september 2021 om 15:29:28u. een Instagram bericht gestuurd naar [naam 5]
met de tekst” “kan je wat met cobra’s?”;
- op 19 september 2021 om 19:43:03u.. een Instagram bericht gestuurd naar [naam 6]
) met de tekst” “kan je wat met cobra’s?”;
- op 19 september 2021 meerdere berichten via WhatsApp gestuurd naar [naam 7]
met daarin foto’s en meerder tekstberichten
* om 15:06:11u.: “nu zijn die prijzen nog zo maar je begrijpt hoe dichter bij oud en
nieuw dat die prijzen ook hoger worden he”; en/of
* om 15:06:30u. : “Ik heb 2 dozen ja eigelijk 4”; en/of
* om 15:21:12u.: “kijk”; en/of
* om 15:21:22u.: : tekstbericht met foto van cobra’s; en/of
* om 15:21:26u.: “blauwe dop”; en/of
* om 15:25:33u.: “ja op die doosstaat ook cobra 6”; en/of
* om 15:25:48u.: tekstbericht met foto van doos met vuurwerk; en/of
* om 15:26:32u: “heb er al wat verkocht”; en/of
* om 15:26:38u.: “niks slechts over gehoord”; en/of
* om 15:26.49u.: “dus lijkt me dat ze goed zijn”;
* om 16:10:56u.: “hoi, ik heb een betaalverzoek gemaakt van 450 euro voor
schoenen. Je kunt met
elke bank in Nederland betalen. Dank je wel!; en/of
* om 16:11:26u.: “ben onderweg’; en/of
* om 16:19:03u.: “ik zit in een bakwagen”; en
- op 19 en/of 20 september 2021 een of meerdere Instagram berichten gestuurd van
[accountnaam 1] “kan je wat met cobra’s”; en
- op 26 september 2021 een Instagram bericht gestuurd van [accountnaam 1]
(owner) "Heb meer hè shels 3 inch nu”; en
- op 28 september 2021 een Whatsapp bericht met foto’s gestuurd naar het nummer
[telefoonnummer 2] ([naam 8]) met daarin foto’s en de tekst “dit is alles wat ik nu
heb”; en
- op 28 september 2021, chat 6 een snapchatt bericht gestuurd [accountnaam 2]
: "!350 per doos 20 stuks zitten erin"; en
- op 28 september 2021 een of meerdere Instagram bericht(en) gestuurd van
[accountnaam 1] “heb nu 5 inch”; en/of “2 dozen 20 stuks”.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer in samenhang met artikel 1.2.2, eerste en vijfde lid, van het Vuurwerkbesluit, artikel 1 van de Tijdelijke vuurwerkregeling ex artikel 1.1.1, derde lid, Vuurwerkbesluit en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat hij een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf passend acht. In zoverre kan hij zich vinden in de strafeis van de officier van justitie.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de gepleegde feiten
Verdachte heeft zich op 2 oktober 2021 schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben en de opslag van professioneel vuurwerk in een bus en een schuur. Voorts heeft verdachte in de periode van 5 september tot en met 28 september 2021 zich schuldig gemaakt aan het via zijn accounts op Instagram, Snapchat en Whatsapp te koop aanbieden van professioneel vuurwerk.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat een substantieel zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. In de onderhavige zaak gaat het in totaal om ongeveer 48 stuks vuurwerk. De aangetroffen hoeveelheden bij verdachte hebben opgeteld een netto explosieve massa van minstens 54 kilogram. Het voorhanden hebben van een dergelijke massa is op zichzelf al zeer gevaarlijk. Het vuurwerk kan massa-explosief reageren. Dit betekent dat indien één exemplaar in een partij, waarin de artikelen tegen elkaar aanliggen, tot ontbranding komt en explodeert, de kans bestaat dat de hele partij sympathisch mee-explodeert. Ontploffing van dit professionele vuurwerk had dan ook enorme gevolgen kunnen hebben.
Met het voorhanden hebben en opslaan van professioneel vuurwerk in een bus en een schuur in nota bene een woonwijk heeft verdachte onverantwoorde risico’s genomen en de algemene veiligheid van personen en goederen ernstig in gevaar gebracht.
Het te koop aanbieden van professioneel vuurwerk aan particulieren brengt extra negatieve effecten met zich. Dergelijk professioneel vuurwerk is in handen van niet-professionele deskundigen levensgevaarlijk. De gedragingen van verdachte hebben er dus aan bijgedragen dat een groot gevaar in het leven wordt geroepen. Wanneer dit gevaar zich voordoet, kan het ernstige gevolgen hebben: dodelijke slachtoffers, (ernstig) gewonden, ernstige geluidsoverlast, materiële schade en externe veiligheidsrisico’s van vervoer en opslag.
Daarbij komt dat verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten in dienst was als marinier der 1e klasse op de [locatie]. Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij tijdens zijn opleiding tot marinier kennis heeft opgedaan over de werking en de potentiële gevaren van explosieven en hoe daarmee moet worden omgegaan. Aldus heeft verdachte meer kennis en ervaring met explosieven dan de gemiddelde persoon. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij zich, ondanks deze kennis, niets heeft aangetrokken van de risico’s, maar in plaats daarvan alleen zijn eigen (financiële) belangen voor ogen heeft gehad.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie over verdachte van 15 februari 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit en dus met betrekking tot vuurwerk een ‘first offender’ is. De rechtbank neemt ingevolge artikel 63 Sr een eerdere veroordeling van verdachte in aanmerking. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het reclasseringsrapport van Reclassering Nederland van 29 november 2023, waaruit volgt dat verdachte een positieve ontwikkeling heeft laten zien, zijn leven inmiddels op orde heeft, werkt, een opleiding volgt en meewerkend gedrag toont. Het recidiverisico wordt ingeschat op laag. De Reclassering ziet geen noodzaak om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. Om die reden adviseert zij het volwassenenstrafrecht toe te passen en de oplegging van een straf zonder bijzondere voorwaarden.
De op te leggen (hoofd)straf
Bij de keuze voor de op te leggen straf en de hoogte ervan heeft de rechtbank ook acht geslagen op de proceshouding van verdachte. Tijdens de behandeling op de zitting heeft verdachte slechts in beperkte mate openheid van zaken heeft gegeven en geen volledige verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedragingen.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf rekening met het feit dat de redelijke termijn in de zin van artikel 6 EVRM in deze zaak is overschreden. Op 30 november 2021 is verdachte aangehouden. Verdachte kon daaraan vanaf dat moment in redelijkheid de verwachting ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De rechtbank stelt aldus vast dat op 30 november 2021 de redelijke termijn is aangevangen. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting moet worden afgerond met een eindvonnis voor 30 november 2023. De datum van dit vonnis is 26 september 2024; dat betekent dat de redelijke termijn met 10 maanden is overschreden. Deze overschrijding komt voor rekening van het Openbaar Ministerie, nu niet is gesteld of gebleken dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die overschrijding van de redelijke termijn kunnen rechtvaardigen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een hogere straf dan geëist door de officier van justitie passend en geboden is. Ten aanzien van de op te leggen taakstraf neemt de rechtbank als uitgangspunt een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 240 uur, maar zal de rechtbank een taakstraf voor de duur van 220 uur opleggen vanwege de overschrijding van de redelijke termijn.
Om recht te doen aan de ernst en de omvang van het bewezen verklaarde, maar ook en vooral om verdachte ervan te doordringen dat hij zich niet opnieuw met professioneel vuurwerk moet inlaten, zal de rechtbank naast een onvoorwaardelijke taakstraf van 220 uren, een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden opleggen. De onbereidheid van verdachte om volledige verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gedragingen, maakt dat de rechtbank een proeftijd van drie jaren zal opleggen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2, het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
220 (tweehonderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
110 (honderdtien) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Berlo, voorzitter, mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper en mr. M.S. de Waard, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.L. Struik en mr. D.N. Esajas, griffiers, en is in het openbaar uitgesproken op 26 september 2024.
Buiten staat
Mr. De Waard is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van bevindingen van 13 oktober 2021 (PL0600-2021462049-7), pagina 29.
2.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 2 oktober 2021 (PL0600-2021462049-10), pagina 42.
3.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 2 oktober 2021 (PL0600-2021462049-9), pagina 44.
4.Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 15 december 2021 (PL0600-2021462049-6), pagina 148 tot en met 174.
5.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 2 oktober 2021 (PL0600-2021462049-11), pagina 38.
6.Het proces-verbaal van bevindingen van 2 oktober 2021 (PL0600-2021462049-7), pagina 30.
7.Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 15 december 2021 (PL0600-2021462049-4), pagina 205 tot en met 220.
8.Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 15 december 2021 (PL0600-2021462049-5), pagina 175 tot en met 204.
9.Het proces-verbaal van bevindingen van 18 oktober 2021 (22-000496), pagina 32 tot en met 33.
10.Het proces-verbaal van bevindingen van 18 november 2021 (22-000496), pagina 49 tot en met 52.
11.Het proces-verbaal van bevindingen van 18 november 2021 (22-000496), pagina 51.