In deze zaak vordert Woningstichting St. Joseph (STJA) in kort geding de ontruiming van de door gedaagde gehuurde woning, omdat de huurovereenkomst op 5 september 2024 is geëindigd. STJA stelt dat gedaagde niet in aanmerking komt voor verlenging van de huurovereenkomst vanwege zijn gedrag. Gedaagde betwist echter dat er sprake is van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd en ontkent de gestelde gedragingen. De voorzieningenrechter heeft de vordering van STJA toegewezen, maar gedaagde krijgt iets meer tijd om de woning te verlaten.
De procedure begon met een dagvaarding en de voorzieningenrechter heeft op 24 september 2024 vonnis gewezen. De huurovereenkomst was aangegaan voor de duur van één jaar, met een einddatum van 5 september 2024. STJA heeft gedaagde eerder op de hoogte gesteld van haar voornemen om de huurovereenkomst niet te verlengen vanwege overlast en het feit dat gedaagde niet zelf in de woning verbleef.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat STJA voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de huurovereenkomst voor bepaalde tijd is geëindigd en dat gedaagde zich niet als een goed huurder heeft gedragen. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op twee weken, zodat gedaagde meer tijd heeft om een nieuwe woonruimte te vinden. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding en de proceskosten.