ECLI:NL:RBOVE:2024:4912
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de strafbaarheid van een landbouwer wegens overschrijding van fosfaatrechten onder bijzondere omstandigheden
Op 23 september 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een landbouwer die in 2020 meer fosfaat heeft geproduceerd dan het op zijn bedrijf rustende fosfaatrecht. De verdachte, geboren in 1962 en woonachtig in Broekland, heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk produceren van 4.005,49 kilogram meer fosfaat dan toegestaan. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een openbare terechtzitting op 9 september 2024, waar de officier van justitie de bewezenverklaring van het ten laste gelegde heeft gevorderd, met uitzondering van het medeplegen. De verdediging heeft erkend dat het ten laste gelegde bewezen is.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de overtreding van artikel 21b van de Meststoffenwet, maar heeft besloten geen straf op te leggen. Dit besluit is genomen op basis van de bijzondere omstandigheden waaronder het feit is begaan. De verdachte verkeerde in financieel zwaar weer en had geen invloed op de fluctuaties in fosfaatrechten die zijn bedrijf raakten. De rechtbank heeft overwogen dat de verdachte sinds 2011 een melkveehouderij exploiteert en dat hij door eerdere beslissingen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in een lastige positie is gekomen. Ondanks de overschrijding van fosfaatrechten, heeft de rechtbank besloten dat de omstandigheden zodanig zijn dat een straf niet op zijn plaats is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld, maar deze veroordelingen zijn niet recent. Gelet op alle omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het passend is om geen straf op te leggen, ondanks de overtreding van de Meststoffenwet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.