Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met 3 producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De zaak in het kort
3.De feiten
- aanbrengen van een elektrische overheaddeur (in plaats van handbediend);
- aanbrengen dakdoorvoer rond 110 mm;
- aanbrengen polycarbonaat lichtstraat met een afmeting van circa 1,40x5,00 meter (geplaatst in de breedte)
links net voor- of net na de meterkast i.v.m. zonnepanelen”.
4.Het geschil
5.De beoordeling
Naar mijn weten is dit in onderling overleg gebeurd en daarna is de tekening (zie mail) naar de architect gestuurd om deze te verwerken.” Dat [partij A], anders dan bij de keuze voor het plaatsen van een dakdoorvoer, de door hem gewenste locatie van de lichtstraat niet expliciet met [partij B] heeft gecommuniceerd, betekent juist dat [partij B] tot overleg gehouden was. [partij B] mocht er niet zonder meer van uitgaan dat plaatsing van de lichtstraat in het tweede/middelste compartiment het meest logisch was en dat [partij A] daarmee akkoord zou gaan. Daarbij is de beoogde bestemming van de verschillende compartimenten (opslag- of kantoorruimte) niet relevant voor de locatiewens van [partij A]. Voor zover [partij B] betoogt dat het op basis van de onderlinge
lichtkoepel geplaatst in de breedte” maar die toelichting ontbrak destijds, zodat [partij A] daaruit niet behoefde af te leiden dat de lichtstraat in het tweede (middelste) compartiment zou worden geplaatst. [partij B] heeft niet gesteld en evenmin is gebleken dat de lichtstraat in een (andere) tekening is verwerkt die met [partij A] is gecommuniceerd. Het voorgaande betekent dat [partij B] ter zake (toerekenbaar) is tekortgeschoten en in verzuim verkeert. De aard van de tekortkoming van [partij B] rechtvaardigt de gedeeltelijke ontbinding van de koop- aannemingsovereenkomst, zodat [partij A] daartoe bevoegd was. De primair gevorderde verklaring voor recht is daarom toewijsbaar.