Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 september 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 27 juli 2023 (pagina 11);
- het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 27 juli 2023 (pagina’s 32 en 33).
ik heb een vuurwapen fuck niet met mij ik schiet op je’’en “
ik schiet je in je bek”. Zowel [slachtoffer] als [getuige] hebben immers verklaard dat zij zagen dat verdachte het wapen op [slachtoffer] richtte en schoot, waarna zij zagen dat verdachte het wapen in de lucht richtte en nog een keer schoot. [slachtoffer] hoorde dat verdachte zei “
ik heb een vuurwapen fuck niet met mij ik schiet op je’’ en [getuige] hoorde dat verdachte zei
“ik schiet je in je bek”.
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 september 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal onderzoek wapen van 27 juli 2023 (pagina’s 160 en 161).
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 september 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van bevindingen van 1 augustus 2023 (pagina 127).
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
Het illegaal voorhanden hebben van een – op een vuurwapen gelijkend – alarmpistool en pepperspray zijn bovendien ernstige delicten waartegen streng wordt opgetreden, mede gelet op het gevaar en de dreiging die van dergelijke wapens uitgaat en het steeds verder toenemende bezit en gebruik daarvan.
Tonen van (nep)vuurwapen” een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden. De rechtbank houdt verder rekening met de omstandigheden zoals hiervoor genoemd, maar ook met de strafverzwarende omstandigheid van het in het openbaar dragen van dit wapen.
7.De schade van benadeelde
8.De vordering tenuitvoerlegging
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
€ 1.000,00(bestaande uit immateriële schade);
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.000,00, (zegge: duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de kinderrechter van de rechtbank Overijssel van 13 september 2021 voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie en zet deze om naar een
gevangenisstrafvoor de duur van
90 dagen.