Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de brief waarin is medegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
2.Samenvatting
3.De feiten
- [gedaagde 1] B.V.: € 36.000,00
- [gedaagde 2] B.V.: € 18.000,00
- [gedaagde 3] B.V.: € 18.000,00
“Ik heb er naar gekeken en met de RC besproken. Op zich kan ik met uw voorstel akkoord gaan. Voorwaarde is wel dat de subsidie gever zich bewust is van de faillissements situatie en niettemin wil uitkeren. Vaak staat in regelingen dat in een faillissement niet wordt uitgekeerd.
Conform afspraak verzoeken wij u het bedrag van 36.000 over te maken op rekeningnummer (..)”
4.Het geschil
5.De beoordeling
€ 36.000,00 van ProBC wordt opgenomen in de faillissementen van [gedaagden] als boedelvordering conform de overeenkomst die ProBC met de curator is aangegaan in 2012. Volgens ProBC zijn partijen overeengekomen dat ProBC de helft van de ontvangen subsidiegelden zou krijgen als de subsidie zou worden uitbetaald. Dit betrof volgens ProBC de gehele overeenkomst; ProBC was niet gehouden nog werkzaamheden te verrichten teneinde aanspraak te kunnen maken op de helft van de subsidie (ook al stelt zij dat zij nog wel werkzaamheden heeft verricht). In deze zaak gaat het dan ook om de vraag of ProBC recht heeft op nakoming van die overeenkomst.