ECLI:NL:RBOVE:2024:4801

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 september 2024
Publicatiedatum
17 september 2024
Zaaknummer
11232702 \ EJ VERZ 24-113
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de werking van de opzegging in het arbeidsrecht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 16 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van een werknemer, aangeduid als [verzoeker], tegen zijn werkgever, Dutch Solar Systems B.V. (DSS). [verzoeker] heeft een verzoek ingediend tot toekenning van een transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding, na het nemen van ontslag op staande voet op 30 mei 2024. De werknemer stelde dat DSS ernstig verwijtbaar had gehandeld door maandenlang geen loon te betalen, wat hem noopte tot het nemen van ontslag. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 september 2024 bleek dat DSS niet was verschenen en geen verweerschrift had ingediend.

De feiten van de zaak tonen aan dat [verzoeker] sinds 15 april 2002 in dienst was bij DSS en dat het bedrijf op 10 juli 2023 haar activiteiten had gestaakt. De werknemer had herhaaldelijk aangedrongen op betaling van zijn loon, maar DSS had geen loon meer aangegeven bij de belastingdienst en de betalingen waren onregelmatig. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet van [verzoeker] geen werking had, omdat de verklaring van ontslag DSS niet had bereikt. Dit was te wijten aan het feit dat de e-mail met het ontslag niet was bezorgd, zoals bleek uit een bericht van het Mail Delivery Subsystem.

De kantonrechter concludeerde dat [verzoeker] tot de ingangsdatum van zijn AOW in dienst was gebleven van DSS en recht had op loon, maar dat de verzochte vergoedingen niet toewijsbaar waren omdat er geen geldig ontslag op staande voet was. Het verzoek van [verzoeker] werd afgewezen en hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van DSS op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 11232702 \ EJ VERZ 24-113
Beschikking van de kantonrechter van 16 september 2024
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij, hierna te noemen [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. M. Folman- Onderstal, werkzaam bij FNV
tegen
de besloten vennootschap
DUTCH SOLAR SYSTEMS B.V.,
(voorheen) gevestigd en kantoorhoudende te Goor,
verwerende partij, hierna te noemen DSS,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend tot toekenning van een transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding ex artikelen 7:673 en 7:677 BW. Op 11 september 2024 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.
1.2.
DSS heeft geen verweerschrift ingediend en is ook niet verschenen bij de mondelinge behandeling van de zaak.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is op 15 april 2002 in dienst getreden bij DSS. De laatste functie die [verzoeker] vervulde, is die van monteur, met een loon van € 3.322,29 bruto per maand, te verhogen met 8% vakantiegeld.
2.2.
Op 10 juli 2023 heeft DSS haar activiteiten gestaakt en ontstaan er problemen met de loondoorbetaling aan [verzoeker] :
- bij brief van 4 augustus 2023 wordt DSS door (de gemachtigde van) [verzoeker] gemaand om het loon over juli 2023 te voldoen;
- in oktober 2023 bericht [naam] namens DSS onder meer dat heel DSS is ontmanteld, [verzoeker] nog de enige werknemer is, die in de ziekte wet zit, en DSS geen liquide middelen meer heeft. [naam] doet een voorstel om het arbeidscontract af te kopen door een eenmalige betaling dit jaar en volgend jaar, of om [verzoeker] te gaan verlonen vanuit een ander bedrijf;
- daarna wordt het loon onregelmatig en pas na veel aandringen overgemaakt, althans bedragen die overeenkomen met het netto salaris, totdat dit ook in maart 2024 stopt;
- op 5 maart 2024 schrijft [verzoeker] aan DSS onder meer dat hij recht heeft op loon bij ziekte, en dat hem, ondanks de vervelende situatie waarin DSS zich bevindt, van begin af aan is toegezegd dat het loon zou worden doorbetaald tot aan zijn AOW-datum, 29 juli 2024, en dat het loon van februari 2024 ten onrechte nog niet is betaald. [verzoeker] wijst in de brief ook een voorstel van DSS tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met uitbetaling van één maandsalaris af en verzoekt/sommeert DSS om betaling van loon en loonspecificaties;
- vanaf oktober 2023 is er door DSS geen loon meer aangegeven bij de belastingdienst en wordt het loon op persoonlijke titel betaald door [naam] .
2.3.
Op 30 mei 2024 neemt [verzoeker] ontslag op staande voet. Hij schrijft in een e-mail, verzonden aan het adres [e-mailadres 1] :
“Hierbij bericht ik u dat ik per onmiddellijke ingang ontslag neem bij Dutch Solar Systems B.V.
DSS heeft ernstig verwijtbaar gehandeld, door mij maandenlang geen loon te betalen. Dat het bedrijf niet meer operationeel is, is daarvoor geen rechtvaardiging. Indien DSS geen werk voor mij heeft en geen middelen om mijn loon te betalen, dan had het op haar weg gelegen om het dienstverband op een ordentelijke wijze te beeindigen. Dan had ik een beroep kunnen doen op een van de sociale zekerheidswetten. Op dit moment val ik tussen de wal en het schip. Van mij kan niet gevergd worden dat ik de arbeidsovereenkomst langer laat voortduren.
Ik maak aanspraak op de ‘gefixeerde’ schadevergoeding, de transitievergoeding en een billijke vergoeding.”
2.4.
[verzoeker] heeft ten aanzien van deze mail een bericht terug gehad op 2 juni 2024, van het Mail Delivery Subsystem, waaruit blijkt dat de e-mail van 30 mei 2024 niet is bezorgd.

3.Het verzoek van [verzoeker]

3.1.
verzoekt DSS te veroordelen tot het betalen van de gefixeerde schadevergoeding als bedoeld in art. 7:677 BW en een transitievergoeding als bedoeld in art. 7:673 BW.
3.2.
Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag - kort gezegd - dat het ontslag op staande voet van 30 mei 2024 rechtsgeldig door hem is genomen, DSS ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en aan hem daarom de gevorderde vergoeding is verschuldigd. De gefixeerde schadevergoeding is door [verzoeker] becijferd op € 10.764,22 bruto en de transitievergoeding op € 26.412,21 bruto.

4.De beoordeling

4.1.
[verzoeker] heeft het verzoek tijdig ingediend, nu het is ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop het ontslag op staande voet is genomen.
4.2.
De kantonrechter constateert dat (de gemachtigde van) [verzoeker] ook met DSS heeft gecorrespondeerd als zou DSS gevestigd zijn te Kleve, Duitsland. De brief van FNV van 5 maart 2024 is per (aangetekende) post verstuurd naar een adres in Kleve en per e-mail naar het adres [e-mailadres 2] . De kantonrechter gaat uit van een juiste oproeping van DSS voor de mondelinge behandeling, en dat de kantonrechter ook bevoegd is om het geschil te beoordelen. [verzoeker] heeft bij het verzoekschrift een uittreksel uit het Handelsregister gevoegd waaruit blijkt dat DSS ten tijde van de oproeping formeel nog was gevestigd aan de [adres] . De oproeping is later, op vrijdag 6 september 2024 ook nog per e-mail verstuurd naar het e-mailadres waarop de laatste contacten met (de vertegenwoordiger van) DSS hebben plaatsgevonden, [e-mailadres 3] , en naar welk e-mailadres de gemachtigde van FNV ook een concept van het verzoekschrift heeft gestuurd. Voor het geval DSS of haar vertegenwoordiger [naam] de oproeping toch niet heeft ontvangen moet dit voor haar risico komen, omdat de oproeping is verzonden naar het postadres zoals dat blijkt uit het Handelsregister en het is verzonden naar het e-mailadres waarop [naam] het laatst bereikbaar was en waarvan geen bericht terug is gekomen dat het niet bezorgd kon worden. De kantonrechter overweegt verder hoe dan ook bevoegd te zijn het geschil te behandelen, of DSS nu was gevestigd in Goor of inmiddels in Kleve, Duitsland, gelet op art. 99 Rv. (als DSS is gevestigd in Goor) of art. 21 van de Verordening EU Brussel I nr. 1215/2012 en art. 100 Rv. (als DSS is gevestigd te Kleve, Duitsland). Op basis van deze laatste artikelen is de kantonrechter te Almelo bevoegd omdat volgens de arbeidsovereenkomst [verzoeker] (laatstelijk) zijn werkzaamheden verrichtte in Nederland vanuit het bedrijf van DSS in Goor, en [verzoeker] de keuze heeft om de werkgever ook op te roepen in de lidstaat voor de rechter van de plaats waar hij gewoonlijk werkt of heeft gewerkt.
4.3.
[verzoeker] heeft in zijn e-mail van 30 mei 2024 verklaard per onmiddellijke ingang ontslag te nemen in verband met de door DSS gestopte loonbetalingen en onder meer aanspraak gemaakt op de gefixeerde schadevergoeding. Hij heeft daarmee ontslag op staande voet willen nemen als bedoeld in art. 7:677 BW. Zoals de kantonrechter tijdens de mondelinge behandeling al heeft laten doorschemeren moet worden betwijfeld of het genomen ontslag op staande voet wel zijn werking heeft gehad jegens DSS.
Art. 3:37 BW bepaalt dat een verklaring, om haar werking te hebben, de geadresseerde moet hebben bereikt. Hier heeft de verklaring van [verzoeker] DSS zeker niet bereikt, omdat bij de stukken het bericht van het Mail Delivery Subsystem zit, waaruit blijkt dat de e-mail niet is bezorgd. Bovendien is hier ook geen sprake van de situatie dat het niet ontvangen van de verklaring onder de gegeven omstandigheden voor rekening van DSS moet komen. [verzoeker] wist op het moment van het verzenden van de e-mail dat er moeilijkheden waren met het bereiken van DSS en heeft voor zijn verklaring een e-mailadres gebruikt uit het handelsregister, niet het e-mailadres dat bij recente contacten met (de vertegenwoordiger van) DSS is gebruikt. Er is daarom ook geen sprake van de situatie dat [verzoeker] op grond van verklaringen en gedragingen van DSS mocht aannemen dat DSS op dat e-mailadres was te bereiken omdat dit e-mail adres nog bij recente contacten was gebruikt (ECLI:NL:2013:BZ4104). Integendeel, de gemachtigde van [verzoeker] en [verzoeker] zelf correspondeerden daarvóór met (de vertegenwoordiger van) DSS via het mailadres [e-mailadres 2] (en via gewone post). Onder deze omstandigheden is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van de situatie dat het niet ontvangen van de verklaring door DSS voor diens rekening moet komen als bedoeld in art. 3:37 lid 3 BW.
4.4.
De kantonrechter komt dus tot de conclusie dat het ontslag op staande voet geen werking heeft gehad. Dat betekent dat [verzoeker] tot de ingangsdatum van zijn AOW “gewoon” in dienst is gebleven van DSS en recht heeft op loon tot die datum. Dat is in deze procedure echter niet verzocht en de wel verzochte vergoedingen zijn niet toewijsbaar omdat er geen sprake is geweest van een geldig genomen ontslag op staande voet.
4.5.
Het verzoek van [verzoeker] moet daarom worden afgewezen en [verzoeker] dient daarbij, als de in het ongelijk gestelde partij, de proceskosten te dragen, aan de zijde van DSS begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de verzoeken van [verzoeker] af,
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van DSS begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Smedes, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2024.