ECLI:NL:RBOVE:2024:4799

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
17 september 2024
Zaaknummer
C/08/318563 / KG ZA 24-162
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating als volwaardig lid van een schietvereniging en de beslissingsbevoegdheid van het bestuur

In deze zaak vorderen eiser c.s., een vader en zoon, toelating als volwaardig lid van de schietvereniging S.D.V.V. te Almelo. Eiser c.s. hebben zich begin juni 2023 aangemeld en voldaan aan de vereisten zoals gesteld in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. De vereniging heeft echter besloten hen niet toe te laten, wat eiser c.s. als onrechtmatig beschouwen. De voorzieningenrechter heeft op 17 september 2024 in kort geding geoordeeld dat het bestuur van de vereniging een ruime beslissingsbevoegdheid heeft bij de toelating van nieuwe leden en dat het bestuur niet onrechtmatig heeft gehandeld door eiser c.s. te weigeren. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiser c.s. afgewezen, omdat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid door het bestuur en de beslissing van het bestuur niet in strijd was met de statuten of het huishoudelijk reglement. Eiser c.s. zijn in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten betalen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/318563 / KG ZA 24-162
Vonnis in kort geding van 17 september 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
eisers,
advocaat mr. M.J. Drijftholt te Amsterdam,
tegen
de vereniging
SCHIETVERENIGING S.D.V.V.,
gevestigd te Almelo,
gedaagde,
advocaat mr. R.J. Lindeboom te Enschede.
Partijen zullen hierna [eiser] c.s. en de vereniging genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 9
  • de producties 1 tot en met 3 van de vereniging
  • de mondelinge behandeling van 3 september 2024, ter gelegenheid waarvan de vereniging een pleitnota heeft overgelegd en de griffier aantekeningen heeft gemaakt
1.2.
Ten slotte is vonnis gevraagd. Het vonnis is bepaald op vandaag.

2.Waar gaat het over?

[eiser] c.s. zijn vader en zoon en willen graag volwaardig lid worden van de vereniging, met name omdat zij bij deze schietvereniging kunnen schieten op bewegende doelen met luchtdrukpistolen, zwaar kaliber. [eiser] c.s. hebben zich begin juni 2023 aangemeld bij de vereniging en zij hebben schietcursussen gevolgd. Volgens [eiser] c.s. hebben zij de in de statuten en het huishoudelijk reglement voorgeschreven procedure gevolgd en voldoen zij aan alle voorwaarden. De vereniging moet hen daarom toelaten als volwaardig lid.
De vereniging weigert dat en stelt zich op het standpunt dat haar bestuur heeft mogen besluiten om [eiser] c.s. niet toe te laten als lid van haar vereniging. In dit kort geding vorderen [eiser] c.s. onder meer toelating als volwaardig lid van de vereniging op straffe van verbeurte van een dwangsom. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eiser] c.s. af. Het bestuur van de vereniging komt een ruime beslissingsbevoegdheid toe bij de toelating van nieuwe leden. Het bestuur van de vereniging heeft niet onrechtmatig gehandeld door [eiser] c.s. te weigeren als volwaardig lid. De voorzieningenrechter licht zijn beslissing hieronder verder toe.

3.De feiten

3.1.
[eiser] c.s. zijn vader (hierna ook vader [eiser] ) en zoon (16 jaar oud, hierna ook zoon [eiser] ). Zij beoefenen de recreatieve schietsport en willen graag volwaardig lid worden van de vereniging.
3.2.
De vereniging is een schietvereniging met leden die uit Almelo en (ver) daarbuiten komen. De vereniging biedt vele disciplines aan, (kaliber en afstand) met vuurwapens en luchtdrukpistolen, en ook groot kaliber luchtdrukschieten, waarbij het mogelijk is om bewegend te schieten op doelen, de zogenaamde IPSEC Training.
3.3.
In de statuten van de vereniging is in artikel 3 opgenomen dat de vereniging bestaat uit ereleden, werkende leden, juniorleden en begunstigende leden of donateurs.
Verder is in artikel 4, lid 2 van de statuten opgenomen:

Artikel 4:
(…)
2) Als werkend lid kam het bestuur tot de vereniging toelaten, na ballotage, iemand die:
a) op één januari van dat jaar de achttienjarige leeftijd heeft bereikt en wordt
voorgedragen door tenminste één werkend lid, een dergelijke voordracht moet
schriftelijk worden ingezonden bij het bestuur.
b) voldoet aan de met het oog op een verantwoord wapengebruik in het
huishoudelijk reglement vast te stellen eisen.
c) de grondwettelijke regeringsvorm aanvaardt.
d) zich bij zijn aanmelding als lid verbindt het schieten te beoefenen met
inachtneming van de daaromtrent bij de Koninklijke Landmacht geldende
voorschriften.
3) Wie de veertienjarige maar nog niet de achttienjarige leeftijd heeft bereikt, doch
overigens voldoet aan de vereisten gesteld bij werkende leden, kan door het bestuur als
juniorlid worden toegelaten. Een juniorlid wordt gewoon lid met ingang van het boekjaar
volgend op dat waarin hij de achttienjarige leeftijd heeft bereikt.
(…)”.
In artikel 15 van de statuten is opgenomen dat bij verschil van mening over de wijze waarop een bepaling in de statuten of het huishoudelijk reglement moeten worden uitgelegd, en in de gevallen waarin nog de statuten, noch het huishoudelijk reglement voorzien, het bestuur beslist.
3.4.
Om volwaardig lid van de vereniging te kunnen worden, moet een aantal stappen worden doorlopen. Die stappen staan beschreven in artikel 4 van het huishoudelijk reglement (“
De toelatingsprocedure“). De toelatingsprocedure komt erop neer dat het aanmeldingsformulier ingevuld en ondertekend moet worden door de aanvrager, de contributie moet worden betaald, dat de luchtdisciplines LG en LP zijn afgetekend en een VOG moet worden aangevraagd en overhandigd aan de vereniging. Verder wordt van het verzoek om toelating zo spoedig mogelijk op de in de vereniging gebruikelijke wijze, via publicatiebord, of andere wijzen, kennis gegeven aan de leden en volgt een kennismakingsgesprek met het bestuur. De leden kunnen tegen de toelating gemotiveerd bezwaar maken zolang het bestuur niet heeft beslist.
Verder is in artikel 4.5 van het huishoudelijk reglement opgenomen:

Iemand kan als senior- of juniorlid, cq gezinslid en/of nevenlid, tot de vereniging worden toegelaten indien:
Tenminste 6 maanden zijn verstreken sinds zijn aanmelding voor het lidmaatschap.
Het bestuur op deugdelijke gronden de verwachting heeft dat het aspirantlid over de nodige kennis en vaardigheid beschikt die voor een veilig gebruik van schietwapens vereist zijn, en voorts
Er ten aanzien van het aspirantlid van zodanige eigenschappen, gedragingen of omstandigheden aan het bestuur is gebleken dat het gebruik van de wapens voor een ander doel dan de beoefening van de schietsport kan worden geducht.
Indien geen bezwaar bestaat tegen de toelating van het aspirantlid, volgt toelating
na tenminste 6 maanden ballotageperiode. Van de toelating ontvangt het aspirantlid een schriftelijke bevestiging.
3.5.
[eiser] c.s. hebben zich begin juni 2023 aangemeld bij de vereniging via het daarvoor bestemde aanmeldformulier. Op het aanvraagformulier staat, onderaan:

Aanvrager gaat akkoord met de volgende voorwaarden:
1. De ballotageperiode bedraagttenminstedrie maanden, gerekend vanaf het moment van ontvangst van de volledig ingevulde en ondertekende aanvraag en nadat het inschrijfgeld is voldaan (€.175 of €.100).
2. De aanvraag wordt door het Bestuur van de s.v. S.D.V.V. te Almelo op de gebruikelijke wijze aan de overige verenigingsleden bekend gemaakt. De overige verenigingsleden van de s.v. S.D.V.V. te Almelo kunnen op de gebruikelijke wijze tegen deze toelating bezwaar maken, zolang het Bestuur van de s.v. S.D.V.V. te Almelo op deze aanvraag nog niet heeft beslist.
3. Het besluit dat het Bestuur van de s.v. S.D.V.V. te Almelo over de toelating neemt is bindend. Het is de aanvrager bekend dat het Bestuur volgens de statuten van de vereniging het lidmaatschap kan weigeren zonder opgaaf van redenen. Aanvrager verklaart zich neer te leggen bij het door het Bestuur te nemen besluit.
4. Het Bestuur van de s.v. S.D.V.V. te Almelo kan het lidmaatschap intrekken indien het lid in een persoonlijke omstandigheid of situatie komt te verkeren die kan leiden tot misbruik van (vuur)wapens.
5. Aanvrager verplicht zich gedurende zijn Aspirantentijd deel te nemen aan de
(Schiet-)instructielessen.
6. Onderdeel van de besluitvorming tot toelating als Seniorlid of Juniorlid is een (kort) kennismakingsgesprek van het aspirant-lid met het Bestuur.
3.6.
De vereniging heeft de aanmelding van [eiser] c.s. aan hen bevestigd bij
e-mail van 20 juni 2023.
3.7.
[eiser] c.s. hebben vervolgens op 28 juni 2023 een introductieavond bijgewoond en op diezelfde datum het inschrijfgeld voldaan.
3.8.
[eiser] c.s. zijn daarna gestart met het volgen van de benodigde cursussen en hebben deze met goed gevolg afgelegd. De VOG’s zijn aangevraagd en overhandigd aan het bestuur van de vereniging.
3.9.
Op 23 februari 2024 heeft het bestuur van de vereniging aan [eiser] c.s. laten weten dat er geen dubbele (schiet)lessen meer mochten worden gevolgd.
Vader [eiser] heeft daarop per e-mail om opheldering gevraagd van het bestuur en na toelichting door het bestuur, hebben [eiser] c.s. nogmaals een reactie gestuurd aan het bestuur, waarop het bestuur van de vereniging bij e-mail van 1 maart 2024 het volgende bericht heeft gestuurd aan vader [eiser] :

Beste [eiser 1] ,
naar aanleiding van jouw email komt het bestuur van de SDVV tot de conclusie dat je
kennelijk twijfelt aan de oprechte intenties, kennis en kunde van het bestuur. Daarbij valt de
toonzetting en gebrek aan acceptatie van een “bestuursbesluit” in negatieve zin op (het
betreft hier feitelijk geen besluit, maar een mededeling dat we vasthouden aan bestaande
regels).
Daarmee vervalt de grondslag voor een loyale en prettige samenwerking binnen de
vereniging.
Het bestuur heeft dan ook unaniem besloten jou (en jouw zoon) niet langer als toekomstig
lid van de vereniging te willen verwelkomen. We zullen jullie niet aanmelden bij de KNSA, en de toegang als aspirant-lid tot de vereniging is hiermee komen te vervallen. Jouw VOG zullen wij retourneren.
Met vriendelijke groeten,
namens het bestuur van de SDVV,
(…)”.
Vader [eiser] heeft daarop aan het bestuur van de vereniging laten weten dat hij en zijn zoon zich niet kunnen neerleggen bij de weigering van het bestuur om hem en zijn zoon als volwaardig lid toe te laten tot de vereniging.
3.10.
Bij sommaties van 22 maart en 21 juni 2024 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser] c.s. aan het bestuur van de vereniging bericht dat [eiser] c.s. alsnog als volwaardig lid tot de vereniging dienen te worden toegelaten. De vereniging heeft daar geen gevolg aan gegeven.
3.11.
Op 31 juli 2024 hebben [eiser] c.s. het exploot van dagvaarding van dit
kort geding laten betekenen aan de vereniging.

4.De vorderingen

4.1.
[eiser] c.s. vorderen dat de voorzieningenrechter bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. oordeelt dat het besluit van de vereniging van 1 maart 2024 onrechtmatig is geweest jegens [eiser] c.s. en/of;
II. de vereniging beveelt [eiser] c.s. toe te laten als volwaardig lid van de vereniging binnen 14 dagen na betekening van het vonnis op straffe van een dwangsom per eiser van
€ 100,- per dag met een maximum van € 20,000,- per eiser voor elke dag(deel) dat niet aan de veroordeling wordt voldaan;
III. de vereniging veroordeelt in de kosten van dit geding, alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze proceskosten vanaf veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis tot de dag der algehele voldoening.
4.2.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

spoedeisend belang

5.1.
[eiser] c.s. hebben een voldoende spoedeisend belang bij hun vorderingen.
Het verweer van de vereniging op dit punt treft geen doel. Het uitblijven van de gevraagde toelating als lid betekent dat [eiser] c.s. hun sport, specifiek luchtdrukschieten, zwaar kaliber, niet kunnen uitoefenen bij de vereniging. [eiser] c.s. hebben aangevoerd dat zij deze discipline ook niet zomaar bij een andere vereniging kunnen uitoefenen.
[eiser] c.s. hebben belang bij duidelijkheid op korte termijn. Van [eiser] c.s. kan in redelijkheid niet worden verlangd dat zij een bodemprocedure afwachten.
voorliggende vragen
5.2.
De vragen die worden voorgelegd aan de voorzieningenrechter zijn of het bestuur van de vereniging gehouden is het besluit tot weigering om [eiser] c.s. toe te laten als volwaardig lid van de vereniging, terug te draaien omdat het onrechtmatig is én of zij [eiser] c.s. vervolgens dienen toe te laten als volwaardig lid van de vereniging. Afgezien van het declaratoir karakter van de gevraagde voorzieningen onder I. en II., is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vorderingen, zelfs als zij zouden worden gelezen als vorderingen tot het verkrijgen van een voorlopige voorziening, ongegrond zijn en daarom moeten worden afgewezen.
5.3.
[eiser] c.s. stellen zich op het standpunt dat zij aan alle voorwaarden om te worden toegelaten als volwaardig lid van de verenging hebben voldaan. Ze hebben een basistraining in minimaal zes maanden doorlopen, hebben hun VOG overgelegd, er is binnen de ballotageperiode niet gebleken van een contra-indicatie dat de sport anders dan recreatief wordt beoefend door [eiser] c.s. en er is niet gebleken van bezwaren van leden tegen het lidmaatschap van [eiser] c.s.. De vereniging heeft ervoor gekozen uitgebreid vast te leggen hoe de route van aspirant-lidmaatschap naar die van een volwaardig lidmaatschap verloopt. Het bestuur van de vereniging had niet de ruimte om in vrijheid vast te stellen of er nog gronden zouden zijn om toelating van [eiser] c.s. als volwaardig lid van de vereniging te weigeren. Zij waren bovendien al aardig geïntegreerd in de vereniging en werden door andere leden met open armen ontvangen. Zij hebben een goede naam en goede onderlinge contacten, zowel met de trainers/instructeurs als met andere leden. Er was dus geen vuiltje aan de lucht. Daarmee was het volwaardig lidmaatschap gegeven en was er geen besluit/beslissing meer nodig.
.
5.4.
De vereniging heeft zich gemotiveerd verweerd tegen de stellingen van
[eiser] c.s.. Dat verweer slaagt.
uitgangspunt
5.5.
De voorzieningenrechter stelt het volgende uitgangspunt voorop.
De lidmaatschapsverhouding tussen een vereniging en een toetredend lid ontstaat door een tweezijdige rechtshandeling, waarop de bepalingen van het overeenkomstenrecht moeten worden toegepast. Over de toetreding van een lid tot de vereniging besluit het bestuur; bij niet toelating kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. Deze wettelijke regels gelden, tenzij de statuten anders bepalen (artikel 2:33 BW). Over de toelating van leden geeft de wet slechts voorzieningen van regelend recht. De statuten kunnen hiervan vrijelijk afwijken, mits de statuten op schrift zijn gesteld, hetgeen hier het geval is. In de statuten of in een (huishoudelijk) reglement van de vereniging kunnen criteria voor de toelating van leden worden gesteld. Over de toelating van leden kan de instantie die met de toelating is belast, met inachtneming van de eventueel bij statuten of reglement gestelde normen, naar eigen inzicht beslissen. Een motivering van de weigering tot toelating is niet vereist. De vereniging (haar hiertoe bevoegde orgaan) mag in beginsel zelf bepalen wie wordt toegelaten als lid. Aan haar moet bij het voeren van het toelatingsbeleid een ruime marge worden gelaten. Onder bepaalde omstandigheden kan de weigering van het lidmaatschap echter in strijd zijn met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
5.6.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de statuten van de vereniging inhouden dat het aan het bestuur van de vereniging is om te beslissen over de toelating van - in dit geval werkende (vader [eiser] ) en junior (zoon [eiser] ) - leden tot de vereniging (zie rechtsoverweging 3.3.). De statuten bevatten daarmee geen van artikel 2:33 BW afwijkende regeling.
5.7.
Niet in geschil is tussen partijen dat er in aanvulling op de statuten een huishoudelijk reglement is opgesteld, waaraan partijen eveneens gebonden zijn. In artikel 4 van het huishoudelijk reglement staat opgenomen wanneer iemand als senior- of juniorlid, c.q. gezinslid en/of nevenlid, tot de vereniging
kan(onderstreping voorzieningenrechter) worden toegelaten (zie rechtsoverweging 3.4.).
5.8.
Ook is niet in discussie tussen partijen dat [eiser] c.s. het aanmeldingsformulier van de vereniging hebben ingevuld en ondertekend en dat zij zich daarmee akkoord hebben verklaard met de daarin opgenomen voorwaarden. Enkele van die voorwaarden zijn dat het besluit dat het bestuur van de vereniging over de toelating neemt bindend is, dat het de aanvrager bekend is dat het bestuur volgens de statuten van de vereniging het lidmaatschap kan weigeren zonder opgaaf van redenen en dat de aanvrager verklaart zich neer te leggen bij het door het bestuur te nemen besluit (zie rechtsoverweging 3.5.).
5.9.
Deze bepalingen in de statuten en het huishoudelijk reglement, alsook de voorwaarden opgenomen in het aanmeldingsformulier, geven het bestuur van de vereniging dus een ruime beoordelingsvrijheid om al dan niet tot toelating van leden, in dit geval specifiek die van werkend lid (vader [eiser] ) en juniorlid (zoon [eiser] ) te besluiten, van welke bevoegdheid het bestuur gebruik heeft gemaakt.
5.10.
Indien en voor zover aan het standpunt van [eiser] c.s. de opvatting ten grondslag ligt dat het bestuur niet anders kon en mocht besluiten dan [eiser] c.s. toe te laten als volwaardig lid, aangezien zij de toelatingsprocedure (zoals opgenomen in artikel 4 van het huishoudelijk reglement) volledig (en met goed gevolg) hadden doorlopen, miskennen [eiser] c.s. hierbij de ruime beslissingsbevoegdheid van het bestuur van de vereniging over het al dan niet toelaten van leden. Het stond en het staat het bestuur daarbij vrij om dat zonder opgaaf van redenen te doen. [eiser] c.s. hebben door ondertekening van het aanmeldingsformulier bovendien verklaard zich daarbij neer te leggen. In zoverre hebben [eiser] c.s. dan ook niet redelijkerwijs mogen aannemen dat zij na het doorlopen van de ballotageperiode automatisch als volwaardig lid zouden zijn toegelaten. Er moest dus nog een besluit van het bestuur genomen worden. Dat besluit is door de rechter slechts marginaal toetsbaar. Aan [eiser] c.s. kan worden toegegeven dat de bepaling dat zij zich vooraf zullen neerleggen bij de beslissing onder omstandigheden een bepaling is waarop het bestuur zich niet kan beroepen (bijvoorbeeld indien de weigering zou zijn gebaseerd op een verboden discriminatie), maar zulke omstandigheden zijn gesteld noch gebleken.
5.11.
De stelling van [eiser] c.s., onder verwijzing naar artikel 4.5 onder d van het huishoudelijk reglement, dat een bezwaar tot toelating is voorbehouden aan de overige leden en niet aan het bestuur, reden waarom na zes maanden simpelweg toelating had moeten volgen omdat er bij de leden geen bezwaren bestonden tegen [eiser] c.s. (hetgeen de vereniging overigens heeft betwist), wordt dan ook gepasseerd.
Daarbij komt dat van een schriftelijke bevestiging als bedoeld in artikel 4.5 onder d van het huishoudelijk reglement (nog) geen sprake was.
5.12.
Dat het bestuur van de vereniging ‘geen goed gevoel had’ over toelating van [eiser] c.s. als volwaardig lid van de vereniging en dat het bestuur, in de persoon van de voorzitter, ter zitting niet volledig openheid van zaken lijkt te hebben willen geven over de reden van weigering tot toelating (anders dan de wat gratuite opmerking dat het bestuur van de vereniging niet is gebaat bij nieuwe leden die hun zin proberen door te drijven en het door vader [eiser] maken van een – in de ogen van het bestuur – emotionele opmerking over zijn ex-vrouw), is een nogal zwakke argumentatie en die is begrijpelijkerwijs moeilijk te accepteren voor [eiser] c.s., maar maakt het voorgaande niet anders. Eigen aan het verenigingsrecht is dat een vereniging zwakke argumenten mag hebben om leden te weigeren.
De stelling van [eiser] c.s. dat het bestuur zoon [eiser] in tegenstelling tot vader [eiser] in het geheel zonder enige motivering een volwaardig lidmaatschap heeft ontzegd, kan evenmin leiden tot een andere uitkomst van deze procedure (voor zoon [eiser] ).
5.13.
Het door [eiser] c.s. gestelde belang om als volwaardig lid te kunnen toetreden tot de vereniging omdat zij dan als vader en zoon – in tegenstelling tot bij andere schietverenigingen – gezamenlijk deel kunnen nemen aan de disciplines die zij wensen, maakt niet dat sprake is van een dermate groot belang dat de op zwakke gronden gebaseerde weigering van het lidmaatschap van [eiser] c.s. door het bestuur in strijd is met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
5.14.
Dat partijen – tot slot – verschillen over de wijze waarop het woord
kanin artikel 4.5 van het huishoudelijk reglement moet worden uitgelegd (discretionaire bevoegdheid van het bestuur (de vereniging), of niet ( [eiser] c.s.)), maakt niet dat anders, in het voordeel van [eiser] c.s., moet worden geoordeeld. Artikel 15 van de statuten ondervangt deze situatie bovendien en regelt dat bij verschil van mening over de wijze waarop een bepaling in de statuten of het huishoudelijk reglement moeten worden uitgelegd, en in de gevallen waarin noch de statuten, noch het huishoudelijk reglement voorzien, het bestuur beslist.
conclusie
5.15.
De voorzieningenrechter concludeert dat in de gegeven omstandigheden het bestuur van de vereniging naar zijn voorlopig oordeel niet onrechtmatig heeft gehandeld door [eiser] c.s. als (toekomstig) lid van de vereniging te weigeren, zoals het heeft gedaan bij e-mail van1 maart 2024. Het bestuur heeft gebruik gemaakt en mogen maken van de aan hem toekomende ruime beslissingsbevoegdheid bij de toelating van nieuwe leden. Er is geen sprake van misbruik van bevoegdheid. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan dan ook niet met een voldoende mate van zekerheid worden aangenomen dat in een bodemprocedure de vorderingen van [eiser] c.s. zullen worden toegewezen.
5.16.
[eiser] c.s. worden in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de vereniging worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.973,00.
Voor vergoeding van de daadwerkelijke proceskosten, zoals door de vereniging gevorderd, bestaat geen enkele aanleiding. Er is geen sprake van misbruik van procesbevoegdheid.
5.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt [eiser] c.s. in de proceskosten van € 1.973,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiser] c.s. niet tijdig aan de veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt [eiser] c.s. tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2024.