Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
4.De beoordeling
105,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 september 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Welbions en een gedaagde huurder. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld om de woning te ontruimen en de huurachterstand te betalen. De gedaagde huurde een woning van Welbions, maar de huurovereenkomst was opgezegd omdat de gedaagde niet zelf in de woning verbleef en er een hennepkwekerij was aangetroffen. Na de opzegging verbleef de gedaagde alsnog in de woning, wat leidde tot de vordering van Welbions om ontruiming en betaling van de huurachterstand.
De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 29 augustus 2024. Welbions voerde aan dat de gedaagde zijn verplichtingen niet nakwam, onder andere door de woning niet feitelijk te bewonen en illegale activiteiten te ontplooien. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij wel degelijk zijn hoofdverblijf in de woning had, maar de rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet kon terugkomen op zijn opzegging van de huurovereenkomst. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van ernstige tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst door de gedaagde, wat de ontruiming rechtvaardigde.
De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de huurachterstand van € 1.024,00 te betalen, vermeerderd met rente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 520,50 per maand voor elke maand dat hij de woning blijft gebruiken, alsook tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Welbions direct kan overgaan tot ontruiming indien de gedaagde niet aan de voorwaarden voldoet.