Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
MENZIS ZORGVERZEKERAAR N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Wageningen,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling
Hoofdsom
€ 20,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft Menzis Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een zorgverzekering bij hen had afgesloten. De gedaagde heeft de premie voor de maanden april en mei 2023 niet betaald, wat heeft geleid tot deze rechtszaak. Menzis vordert betaling van het openstaande bedrag van € 308,43, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure is gestart met een dagvaarding op 8 februari 2024, gevolgd door een conclusie van antwoord van de gedaagde op 21 mei 2024 en een conclusie van repliek van Menzis op 16 juli 2024. De gedaagde heeft geen verdere reactie gegeven na de repliek van Menzis.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een betalingsregeling van € 150,00 per maand was overeengekomen, maar dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat de premie voor april en mei 2023 al was betaald. De kantonrechter heeft de hoofdsom van € 248,03 toegewezen, maar de gevorderde wettelijke rente van € 12,00 afgewezen, omdat Menzis geen specificatie van de renteberekening heeft overgelegd. De kantonrechter heeft ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat het beding in de algemene voorwaarden als oneerlijk werd beoordeeld.
De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 10 september 2024 door kantonrechter A.M. van Diggele.