ECLI:NL:RBOVE:2024:4712

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 september 2024
Publicatiedatum
9 september 2024
Zaaknummer
ak_23_1508
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van toestemming voor nevenwerkzaamheden van politiemedewerkster in verband met belangenverstrengeling en incidenten

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld over de intrekking van de toestemming voor nevenwerkzaamheden van een politiemedewerkster, eiseres, door de korpschef. De korpschef had eerder, op 11 september 2008, toestemming verleend voor nevenwerkzaamheden bij de supportersvereniging van voetbalclub Go-Ahead Eagles. Echter, op 31 januari 2023 trok de korpschef deze toestemming in, omdat er incidenten waren voorgevallen die de verenigbaarheid van de nevenwerkzaamheden met de functie van eiseres in twijfel trokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de korpschef op goede gronden heeft gehandeld, gezien de veranderde aard van de nevenwerkzaamheden en de incidenten die zich hebben voorgedaan, waaronder deelname aan een demonstratie, beschuldigingen van wanbeleid en ongepast gedrag tijdens een voetbalwedstrijd. De rechtbank heeft de intrekking van de toestemming in stand gehouden, omdat de betrokkenheid van eiseres bij de supportersvereniging het risico met zich meebracht dat haar nevenwerkzaamheden niet verenigbaar waren met haar functie als Medewerker Intake & Service bij de politie. De rechtbank oordeelde dat de korpschef in redelijkheid tot deze intrekking heeft kunnen besluiten, en dat de gevolgen voor eiseres gerechtvaardigd zijn, gezien de complexe relatie tussen de politie en supportersverenigingen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 23/1508

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. A.A.M. Roza-Verwijs),
en

de korpschef van politie

(gemachtigde: mr. W. Hoogerhuis-Wessels).

Inleiding

1.1.
Bij besluit van 31 januari 2023 heeft de korpschef de eerder op 11 september 2008 aan eiseres verleende toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden ingetrokken met ingang van de datum van uitreiking van dit besluit.
1.2.
Met het bestreden besluit van 22 juni 2023 op het bezwaar van eiseres is de korpschef bij dat besluit gebleven. Namens eiseres is tegen dit besluit beroep ingesteld.
Op 26 april 2024 is namens eiseres een aanvullend beroepschrift ingediend. De korpschef heeft op 5 juni 2024 een verweerschrift ingediend.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 18 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, de gemachtigde van de korpschef, mw. [naam 1] , teamchef BT IJsselland-Zuid, eenheid Oost-Nederland en
[naam 2] , voormalig waarnemend teamchef BT IJsselland-Zuid van dezelfde eenheid.
1.4.
De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en bepaald dat binnen zes weken uitspraak zal worden gedaan, tenzij partijen binnen twee weken mededelen tot een schikking te zijn gekomen. Verder heeft de gemachtigde van de korpschef volgens de ter zitting gemaakte afspraak de notitie “Nevenwerkzaamheden 2014” aan de rechtbank toegezonden. Bij brief van 2 juli 2024 heeft de gemachtigde van de korpschef aan de rechtbank medegedeeld dat het niet gelukt is een schikking te treffen, zodat uitspraak wordt gedaan.

Relevante feiten en omstandigheden

2.1.
Bij besluit van 11 september 2008 heeft de korpschef aan eiseres toestemming verleend om als vrijwilliger activiteiten te organiseren voor de supportersvereniging van
voetbalclub Go Ahead Eagles te Deventer en het op wedstrijddagen verrichten van verschillende hand- en spandiensten bij deze club. De korpschef heeft daarbij geoordeeld dat deze nevenwerkzaamheden de goede vervulling van haar functie niet in de weg staan. Daarbij is door de korpschef de voorwaarde gesteld dat een strikte scheiding wordt aangebracht tussen de ambtelijke functie van eiseres en de privé werkzaamheden van eiseres zodat geen belangenverstrengeling c.q. vermenging kan plaatsvinden. Eiseres heeft tegen dit besluit geen bezwaar gemaakt.
In 2013/2014 is eiseres voorzitter van de supportersvereniging geworden.
2.2.
Bij brief van 2 december 2022 heeft de korpschef aan eiseres het voornemen bekend gemaakt de eerder verleende toestemming te beëindigen.
2.3.
De korpschef heeft daarbij overwogen dat hem in de afgelopen periode een aantal incidenten bekend is geworden, op basis waarvan hij heeft geconcludeerd dat de nevenwerkzaamheden niet meer verenigbaar zijn met de functie en werkzaamheden van eiseres als Medewerker Intake & Service.
Het betreft de volgende door de korpschef in het voornemen genoemde incidenten (door de rechtbank kort samengevat):
  • De deelname van eiseres aan een ‘Zwarte Pieten demonstratie’ op 30 oktober 2019, samen met leden van de supportersvereniging, terwijl op voorhand al bekend was dat de inzet van de politie nodig zou zijn om de openbare orde te handhaven.
  • Een geplaatst stuk op een fanforum op 3 augustus 2021, waarin het bestuur van de supportersvereniging, waarvan eiseres toen voorzitter was, is beschuldigd van ernstig wanbeleid. Eiseres is meerdere keren bij naam genoemd. Door het bestuur is een aangifte/klacht ingediend wegens dwang en smaad. Hierover heeft een gesprek plaatsgevonden en eiseres is in overweging gegeven na te denken over de vraag of haar rol bij de supportersvereniging nog wel verenigbaar is met haar werk bij de politie.
  • Het uitdagende en grensoverschrijdende gedrag van eiseres tijdens de voetbal-wedstrijd Ajax-Go Ahead Eagles op 1 oktober 2022, waarbij eiseres haar shirt (tweemaal) omhoog heeft getrokken in het uitvak van het stadion. Dit moment is op camera-beelden vastgelegd van de Amsterdam Arena en mogelijk ook op beelden van de televisiezender ESPN.
  • De toenmalige vriend van de dochter van eiseres is betrokken geweest bij een (verdenking van) diefstal van vlaggen van de voetbalclub en de daarop volgende bedreigingen door leden van de harde kern. Gebleken is dat eiseres samen met hem naar een prominent lid van de harde kern is gegaan om in gesprek te gaan. De vriend van de dochter van eiseres is toen geslagen en beelden daarvan zijn gedeeld. Daarnaast is online en op een spandoek de naam van eiseres genoemd in relatie tot deze onrust.
De korpschef heeft uit deze incidenten ook afgeleid dat de nevenwerkzaamheden van eiseres in de loop van de jaren zijn veranderd en geïntensiveerd ten opzichte van de eerder door eiseres oorspronkelijk ingediende aanvraag en voor welke nevenwerkzaamheden aan haar toestemming is verleend bij besluit van 11 september 2008. De korpschef heeft opgemerkt dat eiseres geen melding heeft gemaakt van deze wijzigingen, wat wel van haar werd verwacht, en hiervoor ook geen toestemming is verleend. De korpschef heeft in dit verband verwezen naar de gestelde voorwaarde die verbonden is aan de eerder verleende toestemming.
2.4.
Bij brief van 16 december 2022 heeft de gemachtigde van eiseres op dit voornemen gereageerd.
2.5.
Vervolgens heeft besluitvorming plaatsgevonden, zoals aangegeven onder ‘Inleiding’.

Beoordeling door de rechtbank

3.1.
De rechtbank beoordeelt of de korpschef de eerder aan eiseres verleende toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden op goede gronden heeft kunnen intrekken per 31 januari 2023. Daarbij gaat de rechtbank uit van het volgende juridisch kader.

Juridisch kader

3.2.
Artikel 8, lid 1 sub a, van de Ambtenarenwet 2017 (AW 2017) bepaalt dat het de ambtenaar niet is toegestaan nevenwerkzaamheden te verrichten waardoor de goede vervulling van de functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.
Artikel 8, lid 2 van de AW 2017 bepaalt dat de ambtenaar verplicht is aan de overheidswerkgever waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft opgave te doen van de nevenwerkzaamheden die hij verricht of voornemens is te gaan verrichten, die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met zijn functievervulling, kunnen raken.
Artikel 55a van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) bepaalt dat het bevoegd gezag nadere regels kan stellen omtrent het verbod als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Ambtenarenwet 2017.
De korpschef heeft door middel van de notitie “Nevenwerkzaamheden 2014” (verder: de notitie) invulling gegeven aan de mogelijkheid om nadere regels te stellen. In de notitie is opgenomen dat de vraag of bepaalde nevenwerkzaamheden toelaatbaar zijn vanuit de volgende drie aandachtsvelden beantwoord worden:
  • ontoelaatbare belangenverstrengeling.
  • botsing van belangen.
  • schade aan het aanzien van het (politie)ambt.
De drie aandachtsvelden zijn uitgewerkt in een aantal afwegings- en toetsingscriteria die op bladzijde 6 van de notitie zijn opgesomd. Op bladzijde 8 van de notitie is weergegeven dat onder meer als algemene voorwaarde geldt dat bij gewijzigde omstandigheden een eerder verleende toestemming kan worden ingetrokken.

Beoordelingsvrijheid

3.3.
De rechtbank stelt voorop dat de korpschef beoordelingsruimte heeft bij het bepalen of door het verrichten van nevenwerkzaamheden de goede invulling van de functie of de goede functionering van de politieorganisatie (niet) zijn verzekerd. Dit volgt uit de woorden “in redelijkheid” in artikel 8, eerste lid, onder a, van de Ambtenarenwet 2017. Gelet hierop dient de rechtbank het bestreden besluit terughoudend te toetsen.
Is de aard van de door eiseres verrichte nevenwerkzaamheden in de loop der jaren gewijzigd?
3.4.
Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting is de rechtbank van oordeel dat de nevenwerkzaamheden die eiseres is gaan verrichten, in het bijzonder de functie van voorzitter van de suppersvereniging vanaf 2013/2014, niet worden gedekt door het toestemmingsbesluit van 11 september 2008. Een voorzitter van een supportersvereniging wordt niet alleen gezien als het boegbeeld van de supportersverenging, maar ook de uit deze functie voortvloeiende activiteiten gaan veel verder dan het als vrijwilliger organiseren van activiteiten en het verrichten van hand- en spandiensten op wedstrijddagen, waarvoor aan eiseres toestemming is verleend.
3.5.
Eiseres heeft ter zitting bevestigd dat zij het gaan vervullen van de functie van voorzitter van de supportersvereniging niet heeft gemeld bij de korpschef. De rechtbank is gelet op wat onder 3.4. is overwogen, van oordeel dat de korpschef op goede gronden heeft gesteld dat eiseres dit wel bij hem had moeten melden en ook had moeten vragen om toestemming voor het vervullen van deze functie. Dit volgt uit artikel 8, lid 2 van de AW 2017, artikel 55a van het Barp en de notitie. Dat de korpschef op enig moment wel bekend is geworden met het feit dat eiseres voorzitter van de suppersvereniging was geworden, doet aan deze op eiseres rustende verantwoordelijkheid en verplichting niet af.
3.6.
Overigens heeft eiseres, in samenspraak met haar leidinggevenden, ondertussen de voorzittersfunctie aan een ander overgedragen.

Bespreking van de vier aan het besluit ten grondslag gelegde incidenten

Deelname aan de demonstratie
3.7.
Eiseres heeft bevestigd aan de demonstratie te hebben deelgenomen, maar de demonstratie stond volgens haar volledig los van de supportersvereniging. Zij is daar ook niet als lid van de supportersvereniging naartoe gegaan en zij en haar vrienden hebben ook geen uitingen van de voetbalclub gedragen. Ook is eiseres niet bekend welke leden van de supportersvereniging door haar politiecollega’s gezien zouden zijn, temeer nu veel demonstranten geschminkt en verkleed waren. Eiseres heeft op grond van artikel 9 van de Grondwet het recht om te demonstreren, net als ieder ander. De demonstratie verliep gemoedelijk, er is niet geschreeuwd of iets dergelijks. Eiseres is ook nimmer door haar leidinggevenden aangesproken op haar deelname aan de demonstratie.
3.8
De korpschef heeft toegelicht dat het eiseres niet verboden is om te demonstreren. Het is ook juist dat eiseres destijds niet op haar deelname is aangesproken. De deelname aan de demonstratie wordt eiseres ook niet verweten, maar volgens de korpschef is dit incident wel bij de besluitvorming betrokken, omdat het past in het ‘totaalbeeld’, namelijk dat eiseres ten opzichte van de supportersvereniging en de activiteiten van de supportersvereniging geen professionele distantie in acht neemt.
3.9.
De rechtbank overweegt dat de demonstratie al geruime tijd geleden heeft plaatsgevonden, namelijk op 30 oktober 2019. Verder stelt de rechtbank vast dat eiseres destijds niet op haar deelname is aangesproken. Pas in het voornemen van 2 december 2022 is haar dit tegengeworpen. De rechtbank is verder niet gebleken dat de aanwezigheid van eiseres bij de demonstratie is vastgelegd. Ook heeft de korpschef niet concreet gemaakt hoe de deelname van eiseres is gerelateerd aan de (activiteiten) van de supportersvereniging en waarom dit meebrengt dat zij de nevenwerkzaamheden, waarvoor bij besluit van 11 september 2008 toestemming is verleend, niet meer zou kunnen verrichten. Om deze redenen is de rechtbank van oordeel dat de korpschef de deelname van eiseres aan de demonstratie niet ten grondslag heeft kunnen leggen aan het intrekken van de toestemming.
Het verwijt van wanbeleid
3.10.
Namens eiseres is aangevoerd dat geheel ten onrechte een beschuldiging is geuit van wanbeleid. Er was geen sprake van wanbeleid en tot dusverre is er nimmer bewijs op tafel gekomen waaruit blijkt dat dit wel het geval was. Er is destijds aangifte gedaan van smaad en laster. Eiseres is tegenover haar leidinggevenden altijd open en transparant geweest en heeft ook deze beschuldiging met hen besproken. Het besluit om de functie van voorzitter over te dragen aan een ander, heeft eiseres, mede naar aanleiding van dit incident, genomen na overleg met haar leidinggevenden.
3.11.
De korpschef heeft gesteld dat het in het kader van de besluitvorming niet uitmaakt of de beschuldiging van wanbeleid terecht was of niet. Omdat eiseres voorzitter was van de supportersvereniging, was zij verantwoordelijk voor het (financiële) beleid. Een enkele beschuldiging van wanbeleid leidt al tot negatieve beeldvorming en tast haar betrouwbaarheid aan. Daarom kan dit ook haar functie en werkzaamheden als Medewerker Intake & Service en de politieorganisatie negatief beïnvloeden. Daarom heeft de korpschef dit incident (mede) aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd.
3.12.
De rechtbank overweegt dat het voor het functioneren van eiseres als Medewerker Intake & Service bij de politieorganisatie van belang is dat de betrouwbaarheid van eiseres buiten twijfel staat. Een beschuldiging van wanbeleid kan haar betrouwbaarheid aantasten. Daarbij acht de rechtbank niet persé van belang of de beschuldiging van wanbeleid terecht is geuit. De rechtbank realiseert zich dat eiseres hierdoor kwetsbaar is en ook geraakt kan worden door een ten onrechte geuite beschuldiging. Naar het oordeel van de rechtbank is dit echter een risico dat onlosmakelijk verbonden is aan het vervullen van een bestuurlijke nevenfunctie (in dit geval: als voorzitter van de supportersvereniging) in combinatie met het vervullen van een functie bij de politieorganisatie. Dat geldt in het geval van eiseres temeer, gelet op de complexe verhouding tussen betaald voetbal, supporters en supportersverenigingen, en de politieorganisatie. Die verhouding vraagt om extra zorgvuldigheid. De rechtbank is daarom van oordeel dat de korpschef dit incident aan het bestreden besluit ten grondslag heeft kunnen leggen.
Het shirt-incident
3.13.
Eiseres heeft aangevoerd dat zij in een moment van vreugde in het stadion haar shirt (tweemaal) over haar hoofd heeft getrokken. Eiseres erkent dat dit niet slim was en achteraf gezien had zij dit liever niet gedaan. Van wangedrag is volgens eiseres echter geen sprake. De gedragscommissie Go Ahead Eagles heeft niet voor niets besloten om geen sancties op te leggen. Er is geen enkel bewijs door de korpschef geleverd waaruit blijkt dat collega’s eiseres gezien hebben.
3.14.
De korpschef heeft gesteld dat eiseres tijdens het incident voorzitter was van de supportersvereniging. Ook was volgens de korpschef bij de supporters van Go Ahead Eagles bekend dat eiseres bij de politieorganisatie werkt. Zowel de voetbal-coördinator als het veiligheidspersoneel van Go Ahead Eagles voelden zich erg ongemakkelijk bij het zien van eiseres ten tijde van dit incident.
3.15.
Niet ter discussie staat dat het incident, zoals beschreven, heeft plaatsgevonden. De rechtbank gaat er ook vanuit dat personen die het incident hebben waargenomen, wisten dat eiseres voorzitter was van de supportersverenging èn werkzaam is bij de politieorganisatie. Mede gelet op de plek in het stadion waar dit gebeurde en de toelichting ter zitting over door wie en de manier waarop toezicht op het vak werd gehouden, acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat dit incident niet alleen door supporters, maar ook door collega’s van eiseres, werkzaam bij de politie, en de voetbal-coördinator en het veiligheidspersoneel van Go Ahead Eagles, is gezien. Het incident is op camera-beelden van de Amsterdam Arena vastgelegd. Of het incident ook op beelden van de televisiezender ESPN staat, acht de rechtbank voor de beoordeling niet van belang. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het gedrag van eiseres dat zij zich (op dat moment) onvoldoende heeft gerealiseerd dat haar gedrag als in het stadion – dat extra moet zijn opgevallen omdat zij voorzitter van de supportersvereniging was – niet alleen heeft kunnen leiden tot ongemak bij de desbetreffende personen, maar ook een negatieve weerslag heeft op de beeldvorming met betrekking tot haar persoon en de politieorganisatie. De rechtbank is daarom van oordeel dat de korpschef ook dit incident aan de intrekking van de toestemmingsbesluit van 11 september 2008 ten grondslag heeft mogen leggen.
Het incident met de harde kern
3.16.
Eiseres heeft aangevoerd dat zij met de vriend van haar dochter naar de leider van de harde kern is gegaan, omdat er foto’s van haar dochter en haar vriend, alsmede hun adressen, rondgingen in een groepsapp en bedreigingen werden geuit. Eiseres wilde tijdens het gesprek met de leider van de harde kern ‘de lucht klaren’ en verdere escalatie voorkomen.
3.17.
De korpschef heeft gesteld dat niet alleen een goed gesprek is gevoerd, maar de vriend van haar dochter apart is genomen en is geslagen, waarvan beelden via een groepsapp zijn gedeeld. Volgens de korpschef moet het voor eiseres vooraf duidelijk zijn geweest dat er meer zou gebeuren dan het voeren van een goed gesprek met de leider van de harde kern. Daarbij acht de korpschef van belang dat eiseres al ruim 35 jaren lid is van de supportersvereniging, zodat van haar verwacht mag worden dat zij bekend is met de manier waarop leden van de harde kern conflicten ‘oplossen’. De korpschef verwijt eiseres bovendien dat zij van dit incident (de beschuldiging van diefstal, de bedreigingen van haar dochter en haar vriend) geen melding bij collega’s van de politieorganisatie heeft gedaan en niet om advies, hulp en bescherming heeft gevraagd.
3.18.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres met het aangaan van een gesprek met de leider van harde kern een grote inschattingsfout heeft gemaakt, die de korpschef haar ook mag verwijten. Als sprake is van een beschuldiging van diefstal en bedreigingen, is het bij uitstek aan de politieorganisatie om advies, hulp en bescherming te bieden. Omdat eiseres bij deze politieorganisatie werkt, mocht de korpschef in het bijzonder van haar verwachten dat zij zich tot haar collega’s van de politieorganisatie zou hebben gewend, in plaats van zelfstandig met de vriend van haar dochter naar de leider van de harde kern te stappen. Voor zover eiseres heeft gesteld dat zij niet wist dat de vriend van haar dochter zou worden geslagen en daarvan beelden zouden worden gedeeld, heeft eiseres dat risico bewust genomen. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de korpschef ook dit incident aan de intrekking van het toestemmingsbesluit van 11 september 2008 ten grondslag heeft kunnen leggen.

Heeft de korpschef in redelijkheid tot intrekking kunnen besluiten?

3.19.
Uit wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen, concludeert de rechtbank dat eiseres haar nevenwerkzaamheden zonder de daarvoor vereiste toestemming van de korpschef heeft uitgebreid. Ook heeft de korpschef het verwijt van wanbeleid, het shirt-incident en in het bijzonder het incident met de harde kern aan de intrekking van het toestemmingsbesluit van 11 september 2008 ten grondslag mogen leggen. De rechtbank is van oordeel dat hieruit volgt, dat de grote betrokkenheid van eiseres bij de supportersvereniging het reële risico meebrengt, dat zonder expliciete toestemming van de korpschef uitbreiding van de activiteiten plaatsvindt en incidenten plaatsvinden die niet verenigbaar zijn met het functioneren van eiseres als Medewerker Intake & Service in dienst van de politieorganisatie. Daarom oordeelt de rechtbank dat de korpschef in redelijkheid tot intrekking van het toestemmingsbesluit van 11 september 2008 heeft kunnen komen.

Belangenafweging

3.20.
Eiseres heeft aangevoerd dat zij door het bestreden besluit in onevenredige mate wordt geraakt. De supportersvereniging is voor haar in veel opzichten van grote betekenis. Intrekking van het toestemmingsbesluit van 11 september 2008 brengt volgens haar mee dat zij zich op geen enkele manier meer kan inzetten voor de supportersvereniging. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
3.21.
Het oordeel van de rechtbank, dat de intrekking van het toestemmingsbesluit van 11 september 2008 in stand blijft, heeft inderdaad tot gevolg dat eiseres geen toestemming meer heeft voor het als vrijwilliger activiteiten organiseren voor de supportersvereniging van voetbalclub Go Ahead Eagles te Deventer en het op wedstrijddagen verrichten van verschillende hand- en spandiensten en evenmin voor andere nevenwerkzaamheden voor de supportersverenging, waarvoor toestemming van de korpschef ontbreekt. Omdat de supportersvereniging voor eiseres van grote betekenis is, realiseert de rechtbank zich dat dit voor haar ingrijpend is. Gelet op de ruime omschrijving van het toestemmingsbesluit van 11 september 2008 en het onder 3.19. bedoelde risico, vindt de rechtbank dit gevolg echter gerechtvaardigd. Daarbij neemt de rechtbank ook in aanmerking, de complexe verhouding tussen betaald voetbal, supporters en supportersverenigingen, en de politieorganisatie. Die verhouding vraagt om extra zorgvuldigheid bij de beoordeling of activiteiten voor een supportersvereniging verenigbaar zijn met het vervullen van een functie bij de politieorganisatie. Dat is een beoordeling die het beste per concrete activiteit kan plaatsvinden. Naar het oordeel van de rechtbank betekent het in stand blijven van het bestreden besluit dan ook niet automatisch dat eiseres in de toekomst geen enkele activiteit meer voor de supportersvereniging kan verrichten. Het is echter aan eiseres, om de korpschef voor (een) concrete activiteit/activiteiten om toestemming te vragen en aan de korpschef om daarover een besluit te nemen. Dit gevolg acht de rechtbank evenredig.

Conclusies en gevolgen

4. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P.W. Esmeijer, rechter, in aanwezigheid van
C. Kuiper, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.