In deze civiele zaak heeft eiser, een bouwbedrijf, in opdracht van gedaagde bouwwerkzaamheden verricht aan diens woning. Gedaagde heeft een aantal facturen voor deze werkzaamheden onbetaald gelaten en stelt dat eiser een hogere marge op ingekochte materialen heeft doorberekend dan overeengekomen. Eiser vordert betaling van de openstaande facturen. De rechtbank oordeelt dat gedaagde onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn stelling dat er een afspraak was over een marge van 10% op ingekochte materialen. Eiser heeft voldoende aangetoond dat de gehanteerde marge van 30% een redelijke prijs is. De rechtbank wijst de vordering van eiser grotendeels toe, met uitzondering van een bedrag dat gedaagde contant heeft betaald. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 53.542,63, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.