De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een antisociale en een borderline persoonlijkheidsstoornis. Mogelijk is sprake van psychopathie. Daarnaast is sprake van alcohol-, cannabis en cocaïneverslaving, in remissie in een gereguleerde omgeving. De terbeschikkinggestelde functioneert op het niveau van zwakbegaafdheid.
De terbeschikkinggestelde wordt in mei 2021 binnen CTP [locatie] opgenomen op de Intensive Care Unit-afdeling met een EVBG (extreem vlucht- en beheersgevaarlijk)-status. Binnen de ICU-afdeling ervaart de terbeschikkinggestelde relatieve rust waarmee het voor het eerst goed mogelijk is geworden diagnostiek vorm te geven gericht op de kernproblematiek en de risicofactoren. Daarmee is de EVBG-status ook opgeheven.
In juni 2023 is de terbeschikkinggestelde naar aanleiding van een zorgconferentie ter observatie overgeplaatst naar de Oostvaarderskliniek, met als doel om een gemakkelijke overgang te organiseren met het oog op een voorgenomen officiële overplaatsing. CTP [locatie] heeft namelijk geen vervolgafdeling voor terbeschikkinggestelden met een Nederlandse achtergrond en als hoofddiagnose persoonlijkheidsproblematiek. De observatieplaatsing is mislukt. Binnen de Oostvaarderskliniek was de kernproblematiek van de terbeschikkinggestelde erg op de voorgrond aanwezig. Gedurende de observatieperiode was sprake van opruiend- en groepsontwrichtend gedrag en werd gezien dat de terbeschikkinggestelde medepatiënten bewust leek op te zetten tegen het personeel op de afdeling. Nadat de Oostvaarderskliniek had aangegeven de terbeschikkinggestelde niet langer te kunnen bieden wat zij nodig heeft, is de terbeschikkinggestelde in oktober 2023 teruggeplaatst op de ICU-afdeling binnen CTP [locatie]. Na terugkomst heeft zij zich na enige tijd emotioneel weten te herpakken.
De terbeschikkinggestelde lijkt enigszins stabiel te functioneren binnen de huidige setting. De hoge mate van structuur en toezicht lijken hier dan ook aan bij te dragen. De terbeschikkinggestelde is wisselend in haar medewerking aan behandeling. Wanneer zij (te) veel spanning ervaart is ze snel geneigd om haar arbeid te verzuimen en behandelingen/afspraken te weigeren. Wel lijkt ze hierin vaker het gesprek aan te gaan met de sociotherapie om haar gedachten te delen. In april 2023 is de terbeschikkinggestelde gestart met schematherapie. Ook hier lijkt ze meer openheid te tonen over haar belevingswereld.
Binnen de terbeschikkingstelling valt op dat de persoonlijke dynamiek van de terbeschikkinggestelde niet goed samengaat met de kenmerken van het systeem van de terbeschikkingstelling. De veronderstelling is dat de terbeschikkinggestelde enerzijds gebaat is bij het vermogen van een FPC om haar problematiek te beheersen en begrenzen - zij heeft een zeer grote mate van controle en toezicht nodig - en anderzijds is ze gebaat bij een context waarbinnen ze meer individueel aan haar persoonlijke ontwikkeling kan werken. De terbeschikkinggestelde lijkt tot op heden nog niet over de nodige vaardigheden te beschikken om zonder de geboden structuur niet te recidiveren. De huidige geboden
structuur lijkt noodzakelijk voor de terbeschikkinggestelde om enigszins stabiel te kunnen
functioneren. De terbeschikkinggestelde heeft een zeer disfunctioneel woon- en werkverleden, waardoor wordt verwacht dat zij in de toekomst, bij het wegvallen van de huidige structuur, weer zal terugvallen in oude patronen van drugsgebruik, crimineel netwerk en mogelijke prostitutie. Er wordt dan ook verwacht dat de terbeschikkinggestelde zichzelf onder stressverhogende omstandigheden niet staande zal kunnen houden en bijna zeker zal destabiliseren. De zeer complexe problematiek en de gedragingen van de terbeschikkinggestelde brengen een dynamiek teweeg die zeer ontwrichtend werkt voor behandelafdelingen en - teams, waardoor inhoudelijke behandeling van de risicofactoren amper van de grond is gekomen. Er is sprake van risico op ernstige delicten. Bij een beëindiging van de maatregel en in geval van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging wordt het recidiverisico als hoog ingeschat.
Eind vorig jaar heeft opnieuw een zorgconferentie plaatsgevonden waarbij is afgesproken een ‘out of the box’ traject in gang te zetten. Het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) is als externe partij ingeschakeld om mee te denken over het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde. Binnen de kliniek wordt momenteel gekeken naar de mogelijkheid om intern de ruimte om te experimenteren met ander gedrag te verruimen. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheden voor de terbeschikkinggestelde om zich te ontplooien in scholing en voor een betekenisvolle bijdrage vanuit haar persoonlijke ervaringen naar medepatiënten. De komende periode wordt het uitplaatsingstraject verder uitgewerkt. Dit vraagt maatwerk en het zal noodzakelijk zijn langere tijd te toetsen of de terbeschikkinggestelde zich binnen dit traject delictvrij staande kan houden. De kliniek adviseert de maatregel met twee jaar te verlengen.