Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk
Audi), komende uit de richting van de Meester van Engbrinkstraat, gaande in de
richting van de Kuilenweg, daarmede rijdende over de weg de Broekdijk en
roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of
onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl verdachte goed bekend was met de verkeerssituatie en/of
terwijl dit een smalle weg was met een rijbaan van (ongeveer) 4 meter breed en/of
terwijl het wegdek vochtig was en/of
terwijl het mistig was,
heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat
voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met
een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse
geboden was, namelijk met een snelheid gelegen tussen de 97 km/uur en 130
km/uur en/of
terwijl een ander voertuig (personenauto, merk Citroën) doende was vanuit een
uitrit die weg op te rijden,
niet of onvoldoende heeft opgelet op het overige verkeer en/of het overstekende
verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of
in strijd met artikel 19 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990
zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot
stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en
waarover deze vrij was en/of
(heeft geremd en vervolgens) met een snelheid van ongeveer (ten minste) 99
km/uur, althans met een snelheid gelegen tussen de 89 km/uur en 118 km/uur, is
gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met dat andere voertuig
(personenauto, merk Citroën),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 4]
[slachtoffer 4]) werd gedood;
kunnen leiden:
bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Audi), komende uit de richting
van de Meester van Engbrinkstraat, gaande in de richting van de Kuilenweg,
daarmede heeft gereden over de weg de Broekdijk en
heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat
voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met
een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse
geboden was, namelijk met een snelheid van ongeveer tussen de 97 km/uur en 130 km/uur en/of
in strijd met artikel 19 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990
zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot
stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en
waarover deze vrij was, immers was hij niet in staat het door hem bestuurde
voertuig (tijdig) tot stilstand te brengen, bij nadering van ander voertuig
(personenauto, merk Citroën) en/of is hij met ongeveer (ten minste) 99 km/uur,
althans ongeveer (ten minste) 89 km/uur, gebotst tegen, althans in aanrijding
gekomen met dat andere voertuig (personenauto, merk Citroën),
en door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Audi) rijdende op de voor het
openbaar verkeer openstaande weg, de Broekdijk, zijn snelheid niet zodanig heeft
geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers kon hij
niet op tijd stoppen voor een ander voertuig.
3.De bewijsmotivering
onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl verdachte goed bekend was met de verkeerssituatie en
terwijl dit een smalle weg was met een rijbaan van (ongeveer) 4 meter breed en
terwijl het wegdek vochtig was en
terwijl het mistig was,
heeft gereden met een aanzienlijk hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur, namelijk met een snelheid gelegen tussen de 97 km/uur en 130 km/uur en terwijl een ander voertuig (personenauto, merk Citroën) doende was vanuit een uitrit die weg op te rijden, niet of onvoldoende heeft opgelet op het overstekende verkeer en de verkeerssituatie ter plaatse en in strijd met artikel 19 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en (heeft geremd en vervolgens) met een snelheid gelegen tussen de 89 km/uur en 118 km/uur, is gebotst tegen dat andere voertuig (personenauto, merk Citroën), en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander genaamd [slachtoffer 4] werd gedood.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
100 (honderd) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
1 (één) jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 1 (één) jaar.