Op 26 januari 2024 heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk. De proeftijd van de veroordeelde is ingegaan op 11 maart 2021. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 24 maanden behandeld. De veroordeelde had zich in het verleden onttrokken aan klinische behandeling en was opnieuw in behandeling gegaan bij FVK Fivoor, maar had deze voortijdig beëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden heeft gehouden en dat hij zich opnieuw had onttrokken aan de behandeling. De rechtbank heeft echter ook positieve ontwikkelingen opgemerkt, zoals de aanmelding bij Emergis voor ambulante behandeling en het verkrijgen van een tijdelijk arbeidscontract. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om een gedeelte van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, te weten zes maanden, alsnog ten uitvoer te leggen. Tevens zijn de bijzondere voorwaarden gewijzigd, waarbij de klinische opname komt te vervallen en de ambulante behandeling bij Emergis of een soortgelijke zorgverlener wordt opgelegd. De rechtbank benadrukt dat het nu aan de veroordeelde is om zijn behandeling in het ambulante kader succesvol af te ronden.