Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2] B.V.,
3.
[gedaagde 3] B.V.,
4.
[gedaagde 4] B.V.,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 1 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.Inleiding / samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
135,00
6.Beslissing
- a) een bedrag van € 18.379,66 bruto wegens achterstallig salaris,
- b) een bedrag van € 5.513,89 bruto wegens wettelijke verhoging,
- c) een bedrag van € 382,50 bruto wegens éénmalige cao uitkering,
- d) de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over voornoemde bedragen vanaf de dag van dagvaarding, 4 september 2023, tot aan de dag van volledige betaling;