Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
feit 1 primair), dan wel medeplichtig is geweest aan dit misdrijf (
feit 1 subsidiair). Daarnaast wordt hem verweten dat hij in de periode van 1 april 2023 tot en met 10 juli 2023 in [plaats], samen met anderen of alleen, stroom en water heeft gestolen door middel van verbreking (
feit 2 primair en feit 3 primair), dan wel medeplichtig is geweest aan deze misdrijven (
feit 2 subsidiair en feit 3 subsidiair).
3.De bewijsmotivering
Dat ik dat gedaan heb’. [5] Hoewel verdachte vervolgens op de zitting zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerij heeft ontkend, houdt de rechtbank verdachte aan zijn bekennende verklaring die hij bij de politie heeft afgelegd. Dat verdachte met dit antwoord iets heel anders zou hebben bedoeld is naar het oordeel van de rechtbank ongeloofwaardig. Daarbij betrekt de rechtbank evenzeer dat verdachte ter zitting verklaarde dat hij vanaf 1 oktober 2022 de huurpenningen van € 1.300,-- per maand heeft betaald terwijl hij er verder nooit geweest zou zijn, hetgeen eveneens ongeloofwaardig is in het licht van de verklaring van verdachte bij de politie over zijn financiële situatie.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De strafmotivering
7.De vordering tenuitvoerlegging (met parketnummer 16.062191-22)
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
tenuitvoerleggingvan de
gevangenisstrafvan
1 (één) maanddie de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 4 april 2022 aan verdachte voorwaardelijk heeft opgelegd.