ECLI:NL:RBOVE:2024:4440
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing handhavingsverzoek gebedsoproepen in Zwolle
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar handhavingsverzoek van 9 maart 2023 beoordeeld. Eiseres, die in de nabijheid van een moskee woont, heeft verzocht om handhavend op te treden tegen de gebedsoproepen die vanuit de moskee worden gedaan. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, heeft dit verzoek afgewezen met het primaire besluit van 7 juni 2023 en heeft deze afwijzing bevestigd in het bestreden besluit van 24 oktober 2023. De rechtbank heeft op 25 juli 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres aanwezig was met haar gemachtigde, mr. B. Benard, en verweerder vertegenwoordigd was door mr. J.J. van Raalte.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet heeft aangetoond dat de gebedsoproepen een schending van artikel 8 van het EVRM opleveren. De rechtbank stelt vast dat de gebedsoproepen geen wettelijke bepalingen overtreden en dat er geen grondslag is voor handhavend optreden. Eiseres heeft aangevoerd dat de gebedsoproepen een ongerechtvaardigde inbreuk maken op haar privé- en gezinsleven, maar de rechtbank concludeert dat de overlast die eiseres ervaart niet voldoende is om te spreken van een schending van haar rechten onder het EVRM. De rechtbank wijst erop dat de gemeenteraad van Zwolle op 7 november 2022 al een verzoek van eiseres om maatregelen tegen de gebedsoproepen heeft afgewezen, omdat er geen sprake was van een excessieve situatie.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de afwijzing van het handhavingsverzoek in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is gedaan door mr. A. Oosterveld, rechter, in aanwezigheid van mr. P.J.H. Bijleveld, griffier, en is openbaar uitgesproken.