ECLI:NL:RBOVE:2024:4392

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
16 augustus 2024
Zaaknummer
08.205856.23, 08-158216-22 en 08-020831-23 (ttz gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor grootschalige hennepteelt, diefstal van elektriciteit en identiteitsfraude

Op 16 augustus 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 39-jarige man uit Enschede. De man werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan grootschalige hennepteelt, diefstal van elektriciteit en het misbruik van identificerende persoonsgegevens. De feiten vonden plaats tussen 2020 en 2023, waarbij de verdachte op verschillende adressen hennepkwekerijen exploiteerde en elektriciteit illegaal afnam. Daarnaast gebruikte hij de persoonsgegevens van anderen om energiecontracten af te sluiten, wat leidde tot financiële schade voor de slachtoffers. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerijen en de diefstal van elektriciteit bewezen, evenals het gebruik van vervalste documenten om in de zorg te kunnen werken. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de samenleving, en legde een gevangenisstraf op die recht doet aan de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08.205856.23, 08-158216-22 en 08-020831-23 (ttz gevoegd) (P)
Datum vonnis: 16 augustus 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1985 in [geboorteplaats] (Turkije),
wonende aan de [woonplaats] ,
nu verblijvende in de PI [locatie] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 2 augustus 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadslieden mr. J.F.I. Sahebdien en mr. R.N. Sahebdien, advocaten in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
- parketnummer 08.205856.23na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 22 maart 2024:
feit 1:samen met (een) ander(en) dan wel alleen, op drie verschillende adressen, opzettelijk hennep heeft geteeld, bereid, bewerkt of verwerkt, dan wel dat hij op die adressen, opzettelijk hennepplanten aanwezig heeft gehad;
feit 2:samen met (een) ander(en) dan wel alleen, op een of meer tijdstippen in de periode van 16 december 2021 tot en met 18 december 2023 op de drie adressen als genoemd in feit 1 elektriciteit heeft weggenomen;
feit 3:samen met (een) ander(en) dan wel alleen, onbevoegd, identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van anderen heeft gebruikt voor het afsluiten van energiecontracten;
feit 4:samen met (een) ander(en) dan wel alleen, op verschillende adressen stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, waarvan hij en zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren voor hennepteelt;
feit 5:een getuigschrift valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en dit getuigschrift heeft overgelegd, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden om dienststelling te verkrijgen en/of te kunnen werken;
feit 6:een factuur van werkzaamheden valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of hiervan gebruik heeft gemaakt om als bewijsstuk te dienen voor het ontlopen van de last onder dwangsom.
Parketnummer 08-158216-22
feit 1:samen met (een) ander(en) dan wel alleen, in een pand aan de [adres 1] , opzettelijk hennep heeft geteeld, bereid, bewerkt of verwerkt, dan wel dat hij op dat adres, opzettelijk hennepplanten aanwezig heeft gehad;
feit 2:samen met (een) ander(en) dan wel alleen, elektriciteit op dat adres heeft weggenomen.
Parketnummer 08-020831-23
feit 1:samen met (een) ander(en) dan wel alleen, in een pand aan de [adres 2] , opzettelijk hennep heeft geteeld, bereid, bewerkt of verwerkt, dan wel dat hij op dat adres , opzettelijk hennepplanten aanwezig heeft gehad;
feit 2:samen met (een) ander(en) dan wel alleen, elektriciteit op dat adres heeft weggenomen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08.205856.23
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 december 2022 tot en met 17 december 2023 te [plaats 1] en/of [plaats 2] , althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
- (in een pand aan de [adres 3] te [plaats 1] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 480 planten en/of delen daarvan en/of
- (in een pand aan de [adres 4] te [plaats 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1327 planten en/of delen daarvan en/of
- (in een pand aan de [adres 5] te [plaats 1] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 800 planten en/of delen daarvan,
althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 december 2021 tot en met 18 december 2023 te [plaats 1] en/of [plaats 2] , althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) elektriciteit/stroom, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Enexis Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 januari 2020 tot en met
18 december 2023 te [plaats 1] , [plaats 3] en/of [plaats 2] , althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van (een) ander(en) te weten:
- de naam en/of de geboortedatum van [naam 1] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en/of de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 1] ) (bij Budget Energie),
- de naam en/of de geboortedatum van [naam 2] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en/of de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 2] ) (bij Energiedirect),
- de naam en/of de geboortedatum van [naam 3] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en/of de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 4] te [plaats 2] ) (bij Energiedirect),
- de bedrijfsnaam en/of het (zakelijke) bankrekeningnummer van [bedrijf 1] BV (waarvan [naam 4] de eigenaar is) heeft gebruikt door onbevoegd de bedrijfsnaam en/of het bankrekeningnummer te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 2] ) (bij Frank Energie),
- de naam en/of de geboortedatum van [naam 5] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en/of de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 6] ) (bij Greenchoice) en/of
- de naam en/of de geboortedatum van [naam 6] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en/of de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 2] ) (bij Vattenfall)
(telkens) met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander(en) te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2020 tot en met
18 december 2023 te [plaats 1] en/of [plaats 3] , althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd en/of voorhanden gehad, te weten:
in een pand gelegen aan de [adres 7] te [plaats 1]
- 41, althans een of meerdere, transformatoren,
- 41, althans een of meerder, assimilatiekappen,
- 38, althans een of meerdere, assimilatie lampen,
- 5, althans een of meerdere, slakkenhuizen/luchtafzuigers,
- 5, althans een of meerdere, koolstoffilters,
- 8, althans een of meerdere, ventilatoren,
- 2, althans een of meerdere, kachels,
- een flexibel watervat,
- een dompelpomp 550W en/of
- een schakelbord,
en/of
in een pand (zijnde een garagebox) gelegen aan de [adres 8] te [plaats 1]
- 30, althans een of meerdere, lamparmaturen,
- 28, althans een of meerdere, assimilatielampen,
- een of meerdere elektriciteitssnoeren,
- 1 schakelbord,
- 1 tijdsschakelaar,
- 7, althans een of meerdere, transformatoren,
- een of meerdere afzuigslangen en/of koppelstukken,
- 1 koolstoffilter,
- 1 slakkenhuis,
- 2, althans een of meerdere, ventilatoren,
- 4, althans een of meerdere, kachels,
- 1 luchtbevochtiger,
- vijverfolie,
- 5, althans een of meerdere, verpakkingen (cans) groeimiddelen en/of
- cannacutter,
en/of
in een pand (zijnde een garagebox) gelegen aan de [adres 9] te [plaats 3]
- 50, althans een of meerdere, transformatoren a 600W,
- 50, althans een of meerdere, assimilatie lampen a 600W,
- 50, althans een of meerdere, armaturen,
- 3, althans een of meerdere, slakkenhuizen/luchtafzuigers,
- 6, althans een of meerdere, koolstoffilters,
- 14, althans een of meerdere, ventilatoren,
- 6, althans een of meerdere, kachels,
- 9, althans een of meerdere, kannen voedingsmiddelen,
- 22, althans een of meerdere, dozen luchtafvoerslangen en/of
- 6, althans een of meerdere, afstandsregelaars (2 soorten)
en/of
in een pand gelegen aan de [adres 5] te [plaats 1]
- 8, althans een of meerdere, transformatoren,
- 59, althans een of meerdere, assimilatielampen (600W),
- 65, althans een of meerdere, armaturen,
- 3, althans een of meerdere, schakelborden,
- 2, althans een of meerdere, tijdschakelaars,
een of meerdere (aluminium) afzuigbuizen (voor ventilatie),
- 4, althans een of meerdere, koolstoffikers,
- 4, althans een of meerdere, aircleaners,
- 6, althans een of meerdere, slakkenhuizen/luchtafzuigers,
- 8, althans een of meerdere, ventilatoren,
- 2, althans een of meerdere, Opti-Climate systemen,
- 1, althans een of meerdere, Co2-booster(s),
- 2, althans een of meerdere, kachels (2 KW),
- 2, althans een of meerdere, luchtbevochtigers,
- 4, althans een of meerdere, water-, beluchting- en dompelpomps
(800W),
- 16, althans een of meerdere, verpakkingen groeimiddelen,
- 10, althans een of meerdere, thermometers,
- 2, althans een of meerdere, knipbenodigdheden (waaronder
cannacutters),
- een hoeveelheid speciaal verrijkte potgrond,
- een hoeveelheid steenwol (als kweeksubstraat) en/of
- een sealapparaat,
waarvan hij en zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige reden
had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van
de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde
feiten;
5
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met
12 september 2022 te Arnhem, Zwolle en/of [plaats 1] , althans in Nederland,
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een getuigschrift Maatschappelijk werk en Dienstverlening van de Haagse Hogeschool valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst door voornoemd getuigschrift op te stellen in de lay-out van de Haagse Hogeschool en/of hierop zijn, verdachtes, gegevens (naam, geboortedatum en geboorteplaats) te vermelden met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/of
meermalen, althans eenmaal,
gebruik heeft gemaakt van valse en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als waren deze echt en onvervalst, door een (ver)vals(t) getuigschrift Maatschappelijk werk en Dienstverlening van de Haagse Hogeschool, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat geschrift echt en onvervalst, doordat hij, verdachte,
bovengenoemd getuigschrift heeft overgelegd, in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 12 september 2022, aan [bedrijf 7] en/of [bedrijf 2] B.V. en/of [bedrijf 3] , om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden om dienststelling te verkrijgen en/of bij/voor voornoemde instelling(en) te kunnen werken;
6
hij op of omstreeks 13 oktober 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland,
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een factuur (van aannemer [bedrijf 4] ) van werkzaamheden van spant-/dakconstructie valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst door een factuur te maken met lay-out als zijnde deze afkomstig is van aannemer [bedrijf 4] (door het vermelden van onder andere de bedrijfsgegevens en/of het gebruiken van hetzelfde lettertype) en/of
hierop een valse handtekening te zetten en/of hierop werkzaamheden te vermelden die niet (door [bedrijf 4] ) zijn uitgevoerd met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/of
gebruik heeft gemaakt van valse en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als waren deze echt en onvervalst, door een factuur (van aannemer [bedrijf 4] ) van werkzaamheden van spant-/dakconstructie de Gemeente Enschede middels een e-mail (afkomstig van [e-mailadres 1] ) te doen toekomen en/of
deze als bewijsstuk te gebruiken voor herstel van de spant-/dakconstructie van een pand aan de [adres 2] en/of om als bewijsstuk te dienen voor het ontlopen van de last onder dwangsom;
Parketnummer 08.158216.22 -
1
hij op of omstreeks 18 november 2020 te [plaats 1]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1]
[adres 1] te [plaats 1] )
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 401 hennepplanten en/of delen daarvan,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk
geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2020 tot en met 18 november 2020 te
[plaats 1]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
elektriciteit/stroom, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Enexis
Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te
nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking;

parketnummer 08.020831.23

1
hij op of omstreeks 26 juli 2022 te [plaats 1]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] te
[plaats 1] )
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 960 hennepplanten en/of delen daarvan,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk
geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 24 mei 2022 tot en met 26 juli 2022 te [plaats 1]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
elektriciteit/stroom, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Enexis
Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te
nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn , dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Inleiding
Op 29 juni 2023 is door de districtsrecherche Twente, afdeling Thematisch Team, een strafrechtelijk onderzoek gestart. Tijdens het onderzoek heeft het onderzoeksteam enkele hennepkwekerijen die in de periode van 2020 tot en met 2023 werden aangetroffen in woningen/panden die het eigendom waren van verdachte en/of zijn partner [medeverdachte 1] respectievelijk gehuurd dan wel verhuurd werden door verdachte, nader onderzocht. Dit betreffen zowel in werking zijnde hennepkwekerijen, reeds geoogste hennepkwekerijen als hennep gerelateerde goederen in de panden gelegen aan de, [adres 1] te [plaats 1] , [adres 2] , [adres 3] te [plaats 1] , [adres 4] te [plaats 2] , [adres 5] te [plaats 1] , [adres 7] te [plaats 1] , [adres 8] te [plaats 1] en [adres 9] te [plaats 3] .
Door verdachte is aangegeven dat ten tijde van de aanwezigheid van de hennepkwekerij, er steeds sprake was van verhuur van het pand of de woning. Uit het nader onderzoek naar de verhuur volgde dat veelal valse huur- en energiecontracten leken te zijn opgesteld op naam van voormalige huurders van verdachte.
4.2
De verklaring van verdachte ter terechtzitting
Parketnummer 08.205856.23
Verdachte heeft zich tijdens de verhoren door de politie veelal op zijn zwijgrecht beroepen. Op 2 augustus 2024 heeft hij ter terechtzitting verklaard dat hij een gokschuld heeft van ruim € 200.000,- bij mensen van wie hij de naam niet durft te noemen. Om die reden heeft hij de panden aan de [adres 3] te [plaats 1] en [adres 5] te [plaats 1] aan hen ter beschikking gesteld voor het kweken van hennep. Voor het pand aan de [adres 3] heeft hij geregeld dat [naam 7] als katvanger zou fungeren
(feit 1). Ten aanzien van de verdenking van diefstal van elektriciteit stelt verdachte dat algemeen bekend is dat wanneer sprake is van een in werking zijnde hennepkwekerij, er tevens sprake zal zijn van diefstal van elektriciteit
(feit 2).Verdachte blijft bij de eerder bij de politie afgelegde verklaring dat hij bij [bedrijf 2] en bij Siza een vals getuigschrift van de Haagse Hogeschool heeft gebruikt dat hij had gekocht
(feit 5).
Verdachte ontkent enige betrokkenheid bij de overige ten laste gelegde feiten te hebben gehad.
4.3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – zoals verwoord in het schriftelijke requisitoir – het volgende standpunt ingenomen.
Partiële vrijspraak
Verdachte moet worden vrijgesproken van feit 2 in de zaak met parketnummer 08.205856.23 voor zover dit ziet op diefstal van elektriciteit met betrekking tot het pand aan de [adres 5] in [plaats 1] . Ook dient vrijspraak te volgen ten aanzien van feit 4, voor zover dit ziet op voorbereidingshandelingen met betrekking tot het pand aan de [adres 5] te [plaats 1] .
Bewezen
Feit 1, 2, 3, 4, 5 en 6 en in de zaak met parketnummer 08.205856.23, feit 1 en 2 in de zaak met parketnummer 08-158216-22 en feit 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 08-020831-23 kunnen wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De officier van justitie baseert zich daarbij op de in het schriftelijk requisitoir genoemde feiten en omstandigheden en de daarin opgesomde bewijsmiddelen. Verder acht de officier van justitie daartoe het volgende van belang. Op grond van de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting ten aanzien van het ter beschikking stellen van de panden aan de [adres 3] en de [adres 5] te [plaats 1] voor de hennepkweek, kunnen ook de hennepkwekerijen aan de [adres 4] te [plaats 2], [adres 1] en de [adres 2] wettig en overtuigend worden bewezen omdat sprake is van eenzelfde modus operandi. Verdachte heeft telkens getracht een schijnconstructie op te zetten door energiecontracten op naam van anderen af te sluiten voor de panden waar een hennepkwekerij is aangetroffen. De energiecontracten bleken steeds te zijn gekoppeld aan het telefoonnummer en/of het e-mailadres van verdachte. Daarnaast kan ook het medeplegen van diefstal van stroom worden bewezen. Dit gebeurde door middel van verbreking van de zegels en het maken van een aansluiting buiten de meter om. [1]
Ten aanzien van feit 3 in de zaak met parketnummer 08.205856.23 kan niet anders worden geconcludeerd dan dat het verdachte is geweest die op slinkse wijze zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerijen heeft geprobeerd te verhullen door gebruik te maken van identificerende persoonsgegevens van anderen.
Verdachte heeft met betrekking tot het onder 5 in de zaak met parketnummer 08.205856.23 ten laste gelegde feit ter terechtzitting verklaard dat hij gebruik heeft gemaakt van een vals diploma van de Haagse Hogeschool, zodat dit feit ook kan worden bewezen.
Voor de gronden tot bewezenverklaring van feit 4 en feit 6 in de zaak met parketnummer 08.205856.23 wordt verwezen naar de in het schriftelijk requisitoir genoemde feiten en omstandigheden en de daarin opgesomde bewijsmiddelen.
4.4
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – zoals verwoord in zijn schriftelijke pleitnotitie – het volgende standpunt ingenomen.
4.4.1
Parketnummer 08.205856.23
Bewijsuitsluiting
De smartphone van verdachte is op 18 december 2023 door middel van Face ID ontgrendeld tijdens de doorzoeking in zijn woning waarna de smartphone door de opsporingsambtenaar grondig is onderzocht (procesdossier blz. 1820). Voor dit onderzoek is geen toestemming gevraagd aan een officier van justitie of aan de rechter-commissaris. Hierdoor is sprake van een onherstelbaar vormverzuim, zodat alle processen-verbaal in het strafdossier die zien op informatie verkregen uit de smartphone van verdachte, dienen te worden uitgesloten van de bewijsvoering.
Feit 1
[adres 3] en [adres 5] te [plaats 1]
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1, eerste en derde gedachtestreepje.
[adres 4]
Ten aanzien van het ten laste gelegde onder 1, tweede gedachtestreepje, is vrijspraak bepleit. Daartoe is het volgende aangevoerd. In dit pand is, vanaf het moment dat verdachte dit huurde, te weten: 18 mei 2021 tot en met mei/juni 2022, geen hennepkwekerij aanwezig geweest omdat de getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij in genoemde periode toen het pand leeg stond, daarin nooit iets vreemds heeft opgemerkt. De verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] dat zij niet wisten dat het huurcontract door [getuige 2] was overgenomen, dienen als onbetrouwbaar te worden bestempeld waardoor deze niet voor de bewijsvoering kunnen worden gebruikt. De verklaring van [getuige 2] met betrekking tot de [adres 4] dient zelfs als kennelijk leugenachtig te worden bestempeld. Van medeplegen is geen sprake nu uit het procesdossier niet blijkt van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [getuige 2] en verdachte, noch van een significante bijdrage door verdachte aan de exploitatie van de hennepkwekerij.
Feit 2
Verdachte moet worden vrijgesproken van dit feit. Daartoe is aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt dat door verdachte handelingen zijn verricht met betrekking tot het medeplegen van de diefstal van elektriciteit. De betrokkenheid van verdachte bij de hennepkwekerijen die zijn aangetroffen aan de [adres 3] te [plaats 1] en de [adres 5] te [plaats 1] brengt op zichzelf nog niet mee dat hij zich ook schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk wegnemen van elektriciteit. Van medeplegen kan overigens ook geen sprake zijn nu van een nauwe en bewuste samenwerking bij diefstal van elektriciteit niet is gebleken, zodat bewijs daartoe ontbreekt.
Feit 3
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Daartoe is het volgende aangevoerd.
Verdachte wenste het energieverbruik van zijn huurder(s) in te zien om dit te kunnen monitoren. Om die reden heeft hij zijn mobiele telefoonnummer en e-mailadres aangeleverd bij het afsluiten van het energiecontract bij Budget Energie op naam van [naam 1] en bij het afsluiten van het energiecontract bij Energiedirect op naam van [naam 2] . [naam 1] heeft geen aangifte gedaan. Het pand aan de [adres 2] werd door verdachte verhuurd aan [naam 8] , [naam 9] , en [naam 4] . De gegevens van [naam 2] zijn aangeleverd door de huurders van de [adres 2] . Verdachte was zich van geen kwaad bewust en verkeerde in de veronderstelling dat [naam 2] samenwerkte met [naam 8] , [naam 9] en [naam 4] .
De gegevens van [naam 3] zijn aangeleverd door [getuige 2] en ook de betalingen van het energiecontract op naam van [naam 3] werden gedaan vanaf het rekeningnummer van [getuige 2] .
Verdachte ontkent dat hij op naam van [naam 4] / [bedrijf 1] B.V. een energiecontract heeft afgesloten. Uit het dossier blijkt immers dat [naam 4] op 2 mei 2022 een energiecontract afgesloten bij Frank Energie en op 5 mei 2022 zijn bedrijf, [bedrijf 1] heeft ingeschreven in de KvK met als vestigingsadres de [adres 2] .
Met betrekking tot gedachtestreepje 5, gegevens [naam 5] energiecontract bij Greenchoice, en gedachtestreepje 6, gegevens [naam 6] energiecontract bij Vattenfall verwijst de raadsman naar het eerder gevoerde bewijsverweer met betrekking tot het onrechtmatig verkregen bewijs afkomstig uit de smartphone van verdachte. Op die smartphone is een applicatie aangetroffen met daarin gegevens van [naam 5] , terwijl bij het openen van de applicatie bleek dat was ingelogd op een account op naam van [naam 6] . Nu de informatie aangetroffen op de smartphone van verdachte volgens de verdediging moet worden uitgesloten van het bewijs, is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig om te kunnen komen tot een bewezenverklaring van deze onderdelen van de tenlastelegging.
Feit 4
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat de aangetroffen goederen afkomstig waren van een eerdere huurder die een hennepkwekerij aan de [adres 7] exploiteerde. Verdachte had deze goederen opgeslagen in de schuur van de [adres 7] en in de garageboxen aan de [adres 8] en [adres 9] . De in de tenlastelegging genoemde voorwerpen waren dus niet bestemd tot het plegen van bedrijfsmatige dan wel grootschalige hennepteelt.
Feit 5
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het eerste gedeelte van de tenlastelegging, namelijk het valselijk opmaken en/of vervalsen van een getuigschrift Maatschappelijk werk en Dienstverlening van de Haagse Hogeschool.
Ten aanzien van het tweede gedeelte van de tenlastelegging, het gebruik maken van valse en/of vervalste geschriften, refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 6
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het valselijk opmaken en gebruiken van een factuur van het bedrijf [bedrijf 4] nu de verklaringen van de getuige [getuige 3] onbetrouwbaar zijn en het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opstellen van valse facturen. Vrijwel de gehele administratie en alle gegevens zijn in beslag genomen, maar er is geen enkel spoor van valse facturen aangetroffen.
4.4.2.
Parketnummers 08-158216-22 en 08-020831-23
Vormverzuim
In dit onderzoek zijn nieuwe feiten ten aanzien van deze hennepkwekerijen naar voren gekomen, waaronder (valse) huurcontracten en informatie over energiecontracten. Dat neemt niet weg dat opsporingsonderzoek naar de geseponeerde feiten heeft plaatsgevonden vóórdat daarvoor machtiging aan de rechter-commissaris was gevraagd. Dat levert een vormverzuim op.
Primair is aangevoerd dat de nieuwe resultaten van het onderzoek die door het vormverzuim zijn verkregen moeten worden uitgesloten van het bewijs. Het dossier bevat alsdan onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om te kunnen komen toe een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, zodat verdachte moet worden vrijgesproken van deze feiten.
Subsidiair, indien de rechtbank van oordeel is dat de nieuwe resultaten wel mogen bijdragen aan het bewijs van de ten laste gelegde feiten, is vrijspraak bepleit wegens de hierna te noemen omstandigheden.
[adres 1]
In het dossier is onvoldoende bewijs aanwezig om te kunnen komen tot een bewezen verklaring van feit 1 en feit 2, zodat verdachte moet worden vrijgesproken van deze feiten.
[adres 2]
Het dossier bevat onvoldoende concrete aanwijzingen dat verdachte een voldoende gewichtige intellectuele of materiële bijdrage heeft geleverd aan feit 1 zodat hij moet worden vrijgesproken van dit feit. Verdachte dient ook ten aanzien van feit 2, het (mede-)plegen van diefstal van energie, vrijgesproken te worden. Niet aangetoond kan worden dat verdachte in de meterkast is geweest. Hij had evenmin wetenschap van de illegale aftakking van energie.
4.5.
Het oordeel van de rechtbank
De vraag die aan de rechtbank ter beantwoording voorligt is of verdachte, kort samengevat, als (mede)pleger betrokken is geweest bij vijf hennepkwekerijen , de diefstal van elektriciteit ten behoeve van deze hennepkwekerijen, of hij de persoonsgegevens van anderen heeft gebruikt voor het afsluiten van energiecontracten, of hij al dan niet samen met anderen op vier adressen voorbereidingshandelingen heeft gepleegd en of hij zich al dan niet schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift.
Hierna stelt de rechtbank op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast.
De rechtbank zal verder, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, overwegen waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt. De rechtbank zal vervolgens per ten laste gelegd feit aangeven of zij dit, geheel of partieel, bewezen acht.
De voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden blijken uit de in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen [2] .
4.5.1.
Parketnummer 08.205856.23
Bewijsuitsluiting
Voor zover door de verdediging is betoogd dat bewijsuitsluiting moet volgen wegens onrechtmatig verkregen bewijs op grond van de bevindingen als gerelateerd in proces-verbaalnummer 227 [3] , behoeft dit verweer geen beslissing, nu de rechtbank de resultaten van dit onderzoek (in de chats) niet gebruikt voor het bewijs.
Feit 1
Gelet op de verklaring van verdachte ter terechtzitting omtrent zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerijen op de [adres 3] en de [adres 5] te [plaats 1] , zal de rechtbank deze zaken, na vaststelling van de feiten en omstandigheden, gezamenlijk en in onderling verband beoordelen.
[adres 3] te [plaats 1]
In het pand aan de [adres 3] te [plaats 1] werden op 19 december 2022 in totaal 480 hennepplanten aangetroffen. Het pand betreft een twee-onder-een-kapwoning en de hennepplanten waren verdeeld over 3 kweekruimtes. Kweekruimte 1 en kweekruimte 2 bevonden zich op de eerste etage. Kweekruimte 3 bevond zich op de zolder van de woning.
De planten waren een week oud. [4] Er had nog geen eerdere oogst plaatsgevonden.
Verdachte en zijn echtgenote waren sinds 26 september 2022 gezamenlijk eigenaar van de woning. [5]
Verdachte was in het bezit van documenten van [naam 7] [6] . Op de laptop van verdachte werd een huurcontract aangetroffen op naam van [naam 7] , opgemaakt op 29 november 2022 en waarvan de huur inging per 1 december 2022. Bij dit huurcontract werden ook een foto van een bankpas en paspoort van [naam 7] en een contract van Budget Energie op naam van [naam 7] aangetroffen.
De handtekening op het op de laptop aangetroffen huurcontract [adres 3] te [plaats 1] van [naam 7] is vergeleken met zijn handtekening op het huurcontract van een woning die daadwerkelijk door [naam 7] werd gehuurd. Daarbij waren aanzienlijke verschillen zichtbaar. [naam 7] verklaarde dat de handtekening op het huurcontract van de [adres 3] te [plaats 1] niet van hem was. Op het oog zijn er diverse verschillen te zien, waardoor het hoogst onwaarschijnlijk is dat [naam 7] de handtekening op het huurcontract van de [adres 3] te [plaats 1] heeft gezet. [7] [naam 7] deed op 4 januari 2024 aangifte van identiteitsfraude dan wel oplichting. [naam 7] [8] heeft verklaard dat hij een woning aan de [adres 10] te [plaats 1] van verdachte had gehuurd. Hij verklaarde dat de parafen en handtekening op het huurcontract van de [adres 3] te [plaats 1] niet van hem zijn. Daarnaast heeft hij verklaard dat hij de e-mail naar Budget Energie [9] niet heeft gestuurd, hij kan immers geen Nederlands typen en ook niet spreken.
Verdachte leverde een leveringsovereenkomst aan van Budget Energie op naam van
[naam 7] van de [adres 3] 5 te [plaats 1] . Uit navraag bij Budget Energie [10] blijkt dat het energieleveringscontract is aangevraagd op 15 december 2022 om 21.11 uur via www.budgetenergie.nl. Het emailadres [e-mailadres 2] werd bij Budget Energie opgegeven en gebruikt in de communicatie met Budget Energie. Dit is het e-mailadres van verdachte. Op 16 december 2022 werd er middels [e-mailadres 2] een mail gestuurd met de vraag of het leveringscontract eerder in kon gaan, omdat er inmiddels al verhuisd was. De ingangsdatum was 19 januari 2023 en werd 19 december 2022.
Op het leveringscontract staat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Dit is het telefoonnummer van verdachte. Er werd een kopie van de bankpas [rekeningnummer 1] op naam van [naam 7] en kopie van het paspoort van [naam 7] aangeleverd. Op het leveringscontract staat het IBAN-nummer [rekeningnummer 1] t.n.v. [naam 7]
. Dit bankrekeningnummer is van [naam 7] .
[adres 5] te [plaats 1]
Op de [adres 5] te [plaats 1] , werd na een netwerkmeting van Enexis een afwijkend patroon van energieverbruik gemeten. Naar aanleiding daarvan werd op 18 december 2023 in het pand binnengetreden. Het perceel betreft een bedrijfspand op de begane grond. De ruiten van het pand waren volledig afgeplakt met reclame voor kozijnenbedrijf genaamd KGS adviesgroep en “ [e-mailadres 2] ”. In dit pand werd een geruimde hennepkwekerij aangetroffen verdeeld over vier ruimten. Er werden in totaal 800 gebruikte plantenpotten aangetroffen met daarin potgrond en henneprestafval. [11] Ook was sprake van tenminste één eerdere oogst.
Verdachte was per 1 augustus 2023 huurder van dit pand. Het pand werd gehuurd van woningcorporatie Domijn door het bedrijf van verdachte genaamd “ [bedrijf 5] ”. Als e-mailadres was opgegeven [e-mailadres 3] , telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Volgens informatie van de netbeheerder Enexis was de contractant voor dit perceel [naam 10] en de energieleverancier Vattenfall. [12] Tijdens het aangaan van het contract zijn er twee rekeningnummers bekend geworden namelijk: [rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 3] . De betaalwijze was automatische incasso maar geen enkel keer is het afschrijven gelukt. Het gebruikte e-mail adres is [e-mailadres 2] en hiermee is er ook een account gemaakt om in te loggen. Het telefoonnummer van verdachte [telefoonnummer 1] is gebruikt voor de aanvraag. [13]
Bij onderzoek aan de telefoon die bij verdachte [verdachte] in beslag werd genomen werd een afbeelding gevonden op de ID kaart op naam van [naam 10] .Er werden ook drie afbeeldingen gevonden van een huurcontract op naam van [naam 10] betreffende het adres [adres 2] . Dit huurcontract was alleen ondertekend door [verdachte] . Daarnaast werd een foto aangetroffen van het laatste blad van het huurcontract waarop wel een handtekening van [naam 10] stond. [14]
Op de gevel van het pand [adres 5] te [plaats 1] was tijdens het aantreffen van de hennepkwekerij een reclamefolie aangebracht met o. a. de tekst 'KGS adviesgroep’.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat verdachte ter terechtzitting een zeer eenvoudige voorstelling van zaken heeft gegeven door te verklaren dat zijn betrokkenheid bij beide hennepkwekerijen bestond uit het ter beschikkingstellen van de panden en dat hij met betrekking tot de hennepkwekerij aan de [adres 3] [naam 7] als katvanger heeft geregeld.
De rechtbank stelt vast dat de verklaring van verdachte dat [naam 7] als katvanger heeft opgetreden wordt weerlegd door het proces-verbaal van getuigenverhoor van [naam 7] . [naam 7] heeft verklaard dat hij niet degene was die het huurcontract van de [adres 3] heeft ondertekend. Hij heeft door middel van overgelegde contracten door de politie kunnen laten verifiëren dat de handtekeningen niet overeenkomen. De rechtbank acht de verklaring daarom geloofwaardig.
Verder volgt uit de inhoud van de bewijsmiddelen dat de betrokkenheid van verdachte bij de exploitatie van de hennepkwekerijen veel verder ging dan hij ter terechtzitting heeft verklaard. Immers, uit de inhoud van de bewijsmiddelen volgt dat verdachte zeer veel moeite heeft gedaan om niet alleen de aanwezigheid van de hennepkwekerijen te proberen te verhullen, maar ook zijn betrokkenheid hierbij. Er is een schijnconstructie opgesteld door gegevens van niet alleen [naam 7] te gebruiken voor het huurcontract aan de [adres 3] , maar ook door zijn persoonsgegevens en de persoonsgegevens van [naam 10] te gebruiken om een energiecontract aan te gaan bij Budget Enerige, respectievelijk Vattenfall. Gelet op de hiervoor genoemde redengevende feiten en omstandigheden, kan het niet anders zijn dan dat verdachte degene was die deze gegevens heeft gebruikt voor het aanvragen van een energiecontract ten behoeve van de panden aan de [adres 3] respectievelijk de [adres 5] .
De door verdachte gestelde exploitanten van de hennepkwekerijen zijn tot nu toe onbekend gebleven anderen wiens naam verdachte wel kent, maar die hij, omwille van zijn eigen veiligheid, niet wil noemen. Verdachte wist in elk geval dat beide panden zouden worden gebruikt ten behoeve van de hennepexploitatie, omdat hij deze ook ten behoeve daarvan ter beschikking heeft gesteld. Uitgaande van de verklaring van verdachte dat hij onder druk werd gezet vanwege zijn gokschulden bij de eigena(a)r(en) van de hennepkwekerijen, staat vast dat zijn betrokkenheid ook hierin bestond dat hij te voren heeft afgesproken te zullen delen in de opbrengst van de (geslaagde) oogsten van die hennepkwekerijen. Dit om zijn schuld (van ruim twee ton), althans een deel daarvan, af te lossen. Dit impliceert dat verdachte, zoals hij ook ter terechtzitting heeft verklaard, “met eigen ogen” heeft gezien hoe het er voor stond met de hennepkwekerijen en later met de eventuele opbrengst daarvan. Verdachte moest immers kunnen verifiëren wat de feitelijke opbrengst was en zo ook wat het deel was dat van zijn bestaande schuld zou moeten worden afgetrokken.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezen verklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. De bijdrage kan ook bestaan in de vorm van verschillende gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit.
De rechtbank overweegt ten aanzien hiervan dat een hennepkwekerij moet worden opgebouwd met de nodige materialen, er dient onderhoud plaats te vinden, de planten moeten worden verzorgd en er dient uiteindelijk te worden geoogst. Dit alles moet ook in dit geval gepaard zijn gegaan met de nodige bewegingen van personen, spullen en stekken of geoogste toppen. De betrokkenheid van verdachte is hiervoor al uiteengezet. Deze omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien brengen de rechtbank tot het oordeel dat de rol van verdachte die van een medeplichtige overstijgt. Verdachte heeft een rookgordijn op willen trekken, om zo zijn betrokkenheid bij de exploitatie van de hennepkwekerijen te verhullen. De schijn moest worden gewekt dat niet verdachte hierbij betrokken was, maar degene aan wie hij de panden op dat moment had verhuurd en/of op wiens naam het energiecontract stond. De rechtbank is van oordeel dat aldus sprake is van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking van verdachte met anderen dat sprake is van medeplegen van het telen, bewerken en verwerken van de hennep in de panden aan de [adres 3] en de [adres 5] .
[adres 4] te [plaats 2]
Naast de hiervoor uiteengezette betrokkenheid bij de hennepkwekerijen aan de [adres 3] en de [adres 5] in [plaats 1] , komt verdachte in de ten laste gelegde periode van 19 december 2022 tot en met 17 december 2023 wederom in beeld wegens betrokkenheid bij een hennepkwekerij. Ook bij deze hennepkwekerij is sprake van het gebruikmaken van persoonsgegevens van anderen ten behoeve van huurcontracten en energiecontracten.
Op 6 april 2023 werd in een bedrijfspand aan de [adres 4] [plaats 2] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. [15] Het perceel betreft een bedrijfspand verdeeld in drie delen. De hennepkwekerij bevond zich in het rechter en middelste deel. Er bleken 4 kweekruimtes aanwezig te zijn met in totaal 1327 hennepplanten [16] . De aangetroffen hennepplanten in ruimte 1 en ruimte 2 waren ongeveer 3 weken oud. De hennepplanten die in ruimte 3 en 4 werden aangetroffen waren 6 weken oud.
Uit meerdere indicatoren, zoals resten van planten, vervuiling van apparatuur en /of andere materialen, stof, kalkaansleg en materiaal om te knippen en te drongen, volgt dat er sprake moet zijn geweest van zes eerdere oogsten in dit pand. [17]
Er waren geen personen aanwezig in het pand en er stonden ook geen personen ingeschreven volgens de Basis Registratie Personen. Het bedrijfspand werd (middels [bedrijf 6] B.V.) [18] door [getuige 1] verhuurd aan verdachte. Verdachte heeft het huurcontract ondertekend. [19] De beëindiging van de huurovereenkomst d.d. 11 april 2023 is eveneens door verdachte getekend. [20]
De rechtbank stelt vast dat de huur betaald werd vanaf bankrekening [rekeningnummer 4] op naam van [getuige 2] . In de mutaties is te zien dat in de periode 1 juli 2021 tot en met 27 juni 2023 maandelijks bedragen van die bankrekening worden geïncasseerd door [bedrijf 6] B.V. [21]
Vanaf de bankrekening van verdachte [rekeningnummer 5] wordt op 15-04-2023 € 990 overgemaakt naar de bankrekening van [bedrijf 6] B.V. met omschrijving: “Naam: [website] // Omschrijving: Huur april 2023//gestorneerd//IBAN: [rekeningnummer 6] //Datum/Tijd: 15-04-2023 10:18:51 //Valutadatum: 15-04-2023.”
Op de bankrekening van [getuige 2] stond op dat moment kennelijk te weinig saldo. [22]
Hieruit volgt dat verdachte ook op 15 april 2023 (dus na de doorzoeking in het pand) nog inspanningen heeft verricht ten behoeve van dit pand.
Het energiecontract van de energieleverancier, Energiedirect B.V. stond op naam van
[naam 3] . [23] Er werd gebruikgemaakt van het rekeningnummer van [getuige 2] [rekeningnummer 4] , zijn telefoonnummer [telefoonnummer 3] en het e-mailadres [e-mailadres 4] . [naam 3] heeft geen energiecontract afgesloten met Energiedirect. Zijn e-mailadres luidt [e-mailadres 5] . [24] Afsluiting van de leveringsovereenkomst is digitaal verricht. Hiervoor is gebruik gemaakt van een IP-adres uitgegeven aan [bedrijf 7] locatie [adres 11] te [plaats 1] . [25] Verdachte is hier werkzaam geweest en aan de hand van het dienstrooster is af te lezen dat hij werkzaam was op de locatie die gebruik maakt van hetzelfde IP adres aan de [adres 11] . Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte de aanmeldingsbevestiging heeft geopend op zijn werklocatie.
Modus operandi
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier vast dat in dit onderzoek een zich herhalend en op essentiële punten gelijk patroon zichtbaar is. De rechtbank is van oordeel dat de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan de bewezenverklaring van de hennepkwekerijen aan de [adres 3] en de [adres 5] mede redengevend zijn voor het bewijs van betrokkenheid van verdachte bij de hennepkwekerij aan de [adres 4] , nu daaruit blijkt van een modus operandi die bij vrijwel alle kwekerijen nagenoeg overeenkomt (ketenbewijs).
Ten tijde van het aantreffen van een hennepkwekerij in een pand was sprake van verhuur van dat pand (of de woning), terwijl op dat adres volgens de Basisregistratie Personen niemand stond ingeschreven. Bij het nader onderzoek naar de verhuur leken er huurcontracten te zijn opgesteld ( [adres 3] en [adres 4] ) op naam van voormalige huurders van verdachte. Meerdere zogenaamde huurders verklaarden geen huurder (meer) te zijn van de woning/het pand waar een hennepkwekerij was aangetroffen. Veelal bleken zij oud-huurder van andere panden van verdachte te zijn, terwijl verdachte leek te beschikken over ID-bewijzen en/of bankgegevens van deze voormalige huurders. Ook werd de huur voor de panden betaald door een ander persoon dan de op het huurcontract vermelde (oud-)huurder.
Tevens stonden energiecontracten voor panden/woningen waar hennepkwekerijen werden aangetroffen op naam van voormalige huurders of anderen dan verdachte. Deze huurders verklaarden de energiecontracten niet te hebben afgesloten en automatisch geïncasseerde termijnbedragen werden gestorneerd of door de energiemaatschappijen terugbetaald.
Bij nader onderzoek naar deze energiecontracten bleek dat er telkens een e-mailadres en/of telefoonnummer in gebruik bij verdachte aan het contract was verbonden. Op deze manier had verdachte het beheer over deze contracten.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft ter terechtzitting op 2 augustus 2024 verklaard dat er een (derde) controle was in het pand aan de [adres 4] waarbij verhuurder [getuige 1] , diens echtgenote, verdachte en [getuige 2] aanwezig waren. Ten tijde van die controle bevond zich in dat pand geen hennepkwekerij. Verdachte heeft verklaard dat hij [getuige 1] heeft meegedeeld dat hij het pand niet meer wilde huren, maar dat [getuige 2] de huur van de [adres 4] zou overnemen. Volgens verdachte had [getuige 1] daar geen bezwaar tegen.
Deze verklaring wordt weerlegd door de inhoud van het dossier. Verhuurder, [getuige 1] kent [getuige 2] niet [26] . Volgens [getuige 1] heeft alleen verdachte het pand gehuurd. [getuige 1] wist bovendien niet dat [getuige 2] de huur betaalde. [27] De huurovereenkomst van de [adres 4] is niet mondeling overgenomen door [getuige 2] . Alle huurovereenkomsten die door [getuige 1] worden aangegaan zijn schriftelijk. Van enig motief van [getuige 1] om onjuist of in strijd met de waarheid te verklaren is de rechtbank niet gebleken.
Daarnaast heeft verdachte op 11 april 2023 een document genaamd ‘beëindiging huurovereenkomsten met wederzijds goedvinden” ondertekend. De huur van de [adres 4] werd op basis van dit document op die datum beëindigd. Hieruit volgt dat verdachte tot dat moment huurder was van dit pand.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde feit (ten aanzien van alle drie genoemde adressen) heeft begaan.
Feit 2
[adres 3] [plaats 1]
Bij de hennepkwekerij was sprake van diefstal van stroom. De elektriciteit van de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en voorzag de aangesloten installatie van elektriciteit. Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis Netbeheer verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis Netbeheer aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Door het verzwaren van de hoofdzekeringen is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant. Hiervoor heeft Enexis Netbeheer geen toestemming verleend. Enexis Netbeheer B.V.heeft schade geleden. Het totaalbedrag van de schade bedraagt € 1.897,41 (vrij van B.T.W.) [28]
[adres 4] 2 te [plaats 2]
Ook bij deze hennepkwekerij was sprake van diefstal van stroom. [29] Er was een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging gemaakt op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. De illegale kabel is buiten de hoofdveiligheid in de aansluitkast van Enexis Netbeheer om aangesloten. Door buiten de hoofdbeveiliging om aan te sluiten is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft Enexis Netbeheer geen toestemming verleend. Enexis Netbeheer B.V. heeft schade geleden. Het totaalbedrag van de schade bedraagt € 55.869,77 (vrij van B.T.W.). [30]
[adres 5] te [plaats 1]
In het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij [31] wordt door de verbalisanten gerelateerd dat de elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [naam 11] , fraude-inspecteur bij de netbeheerder Enexis, in hun aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Er was een aftakking van de moederkabel afgehaald voor de meter en de zegels waren verbroken.
De bewijsoverweging
De rechtbank overweegt allereerst dat hoewel een aangifte van Enexis ontbreekt, ook diefstal van elektriciteit met betrekking tot de hennepkwekerij aan de [adres 5] te [plaats 1] wettig en overtuigen kan worden bewezen op grond van het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, waarin is vastgesteld dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
Diefstal van elektriciteit dient zelfstandige aandacht te krijgen in de bewijsvoering. De betrokkenheid van de verdachte bij de teelt van hennep, brengt immers op zichzelf nog niet mee dat hij zich ook schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk wegnemen van de daarbij gebruikte elektriciteit. Een en ander geldt ook bij het medeplegen van deze diefstal. De vraag die in deze zaak voorligt is of de verdachte een voldoende significante bijdrage aan de diefstal van elektriciteit heeft geleverd om de kwalificatie ‘medeplegen’ te kunnen rechtvaardigen. In het geval van medeplegen hoeft niet bewezen te worden dat de verdachte zelf een wegnemingshandeling heeft verricht als hiervoor bedoeld, maar wel is vereist dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking met degene die de wegnemingshandeling heeft verricht. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat de verdachte in de hennepkwekerij concrete uitvoeringshandelingen heeft verricht, zoals het verzorgen of onderhouden van de hennepplanten. Als gevolg daarvan kunnen uit de gebezigde bewijsmiddelen ook geen concrete uitvoeringshandelingen worden afgeleid ten aanzien van het wegnemen van elektriciteit ten behoeve van die hennepkwekerij. Wel heeft de rechtbank uit de bewijsmiddelen kunnen afleiden dat tussen de verdachte en de medeverdachte(n) een bewuste en nauwe samenwerking heeft bestaan die was gericht op het telen van hennep en voorts dat het niet anders kan dan dat verdachte degene was die door gebruik te maken van de persoonsgegevens van anderen voor de aanvraag van energielevering een schijnconstructie heeft opgesteld om de hennepkwekerij en zijn betrokkenheid daarbij trachten te verhelen. Het gaat hier bovendien om grootschalige hennepteelt in een professionele setting. Daarbij komt dat verdachte eigenaar dan wel huurder was van de desbetreffende panden en dat hij in zoverre dus zicht heeft gehad op de meetinrichting(en) en het stroomverbruik, althans dat zicht had moeten hebben. Verdachte heeft immers ter terechtzitting verklaard dat hij als huurder inzicht wilde hebben in het energieverbruik van zijn verhuurders. Dit leidt tot de conclusie dat verdachte dus degene was die verantwoordelijk was voor het energiegebruik in de panden.
De rechtbank stelt verder vast dat het gebruikelijk is om de stroom voor een hennepkwekerij illegaal af te tappen, zeker bij grotere kwekerijen. Daarvan is ook sprake in deze zaak; meerdere professioneel opgezette kwekerijen met meerdere ruimten. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij ‘buiten de meter om’ werd weggenomen. Verdachte heeft verklaard dat het een feit van algemene bekendheid is dat wanneer er een hennepkwekerij in een pand is aangelegd, ook de elektriciteit illegaal zal worden afgenomen. Dat wist hij dus.
In dit geval heeft verdachte zich verantwoordelijk verklaard voor de op de [adres 3] en de Benninkbrug te [plaats 1] aangetroffen hennepkwekerijen. Hiermee heeft hij ook de verantwoordelijkheid genomen voor de omstandigheid dat de stroom voor beide kwekerijen illegaal werd verkregen. Gelet op het verband tussen het telen van hennep en de diefstal van de voor die hennepteelt gebruikte elektriciteit, komt de rechtbank tot het oordeel (het niet anders kan zijn dan dat) ook de diefstal van elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij onderdeel uitmaakte van de hiervoor genoemde nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn mededader(s).
Met betrekking van diefstal van elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij aan de [adres 4] in [plaats 2] wijst de rechtbank naar de hiervoor uiteengezette gedragingen van verdachte, waaruit zijn betrokkenheid en dezelfde modus operandi blijkt. Gezien de omvang en professionele opzet van deze kwekerij en de rol die verdachte daarbij speelde (valse energiecontracten opstellen), kan het niet anders zijn dan dat hij wist dat ook de elektriciteit op het aders [adres 4] te [plaats 2] op illegale wijze werd verkregen. Verdachte heeft bij het telen van de hennep zo nauw met de andere betrokkenen samengewerkt dat van het medeplegen van telen kan worden gesproken, zodat ook de diefstal van de elektriciteit onderdeel vormde van de nauwe samenwerking en dat de verdachte die diefstal derhalve heeft medegepleegd.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde feit heeft begaan.
Feit 3
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij samen met anderen dan wel alleen meermalen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van ander(en) heeft gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander(en) te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan.
Aldus moet voor de tenlastegelegde identificerende persoonsgegevens, worden bewezen dat het verdachte is geweest die deze (al dan niet samen met (een) anderen) heeft gebruikt.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
[naam 3]
Dit onderdeel van de tenlastelegging onder feit 3 is reeds aan bod gekomen bij de bespreking van de onder 1 ten laste gelegde hennepkwekerij aan de [adres 4] te [plaats 2] . Ten behoeve van dat adres is een energiecontract afgesloten op naam van [naam 3] bij Energiedirect. De bewijsmiddelen waarop de rechtbank haar bewezenverklaring ten aanzien van de rol van verdachte bij die (afzonderlijke) hennepkwekerij stoelt, gelden hier als herhaald en ingelast.
[naam 1]
De zaak met parketnummer 08-158216-22 betreft een hennepkwekerij aan de [adres 1] , aangetroffen op 18 november 2020 waarbij sprake was van diefstal stroom door middel van verbreking. Bij deze hennepkwekerij valt op dat er op papier een soortgelijke constructie is gehanteerd als bij de hennepkwekerijen aan de [adres 3] , [adres 4] en [adres 5] maar in dit geval met gebruikmaking van de persoonsgegevens van [naam 1] .
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen [32] volgt dat de e-mailadressen, het telefoonnummer en de bankrekeningen [rekeningnummer 5] en [rekeningnummer 7] van verdachte waren gekoppeld aan het energiecontract bij Budgetenergie dat op naam van [naam 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1965 stond. Het rekeningnummer van [naam 1] [rekeningnummer 8] is gedurende korte tijd aan dit contract verbonden, en dat de handtekening op het energiecontract van Budget Energie op naam van [naam 1] niet overeenkomt [33] met zijn handtekening op het huurcontract [34] en die op zijn identiteitskaart.
Tijdens de doorzoeking op 18 december 2023 in de woning van verdachte is de boekhouding in beslag genomen, waaronder huurcontracten. Er waren huurcontracten opgemaakt die zagen op de adressen [adres 7] te [plaats 1] en [adres 1] , op naam van huurder [naam 1] . Op deze huurcontracten was een handtekening gezet. Tevens was er een kopie van een identiteitskaart bijgevoegd van [naam 1] . Hierop was ook een handtekening te zien. Deze handtekeningen van, hoogstwaarschijnlijk, [naam 1] kwamen niet overeen met de handtekening op het energiecontract van Budget Energie. [35]
[naam 2] en [naam 4] / [bedrijf 1] B.V.
De zaak met parketnummer 08-020831-23 betreft een hennepkwekerij aan de [adres 2] die op 26 juli 2022 is aangetroffen en waarbij sprake was van de diefstal van stroom door middel van braak en/of verbreking. Bij deze hennepkwekerij valt op dat er een soortgelijke constructie is gehanteerd als bij de hennepkwekerijen aan de [adres 3] , [adres 4] en [adres 5] maar in dit geval met gebruikmaking van de persoonsgegevens van [naam 2] en [naam 4] / [bedrijf 1] B.V.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] dat bij Essent stond geregistreerd [36] . Uit ontvangen gegevens van Essent/Energiedirect blijkt dat het energiecontract ten behoeve van de [adres 2] op naam van [naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1992 en met als startdatum 17-5-2021, aangevraagd met het e-mailadres [e-mailadres 6] . Het eerder opgegeven telefoonnummer is later gewijzigd naar het nummer ( [telefoonnummer 1] ) waarvan verdachte de gebruiker is. [37]
[naam 2] heeft aangifte gedaan. [38] Hij stelt dat hij tot eind 2019 aan de [adres 7] te [plaats 1] heeft gewoond, dat hij geen energiecontract (bij Energiedirect) had afgesloten maar dat zijn naam en geboortedatum zijn misbruikt. Aangever vermoedt dat verdachte daar mee te maken heeft. Verder blijkt dat twee IP-adressen die zijn gebruikt om het energiecontract bij Energiedirect af te sluiten in gebruik zijn bij [bedrijf 8] waar verdachte volgens zijn CV vanaf 2022 heeft gewerkt. [39] Verdachte heeft van 18 juli tot en met 25 augustus 2022 voor [bedrijf 8] gewerkt.
[naam 4] van [bedrijf 1] BV heeft een soortgelijke ervaring met verdachte.
Ten aanzien van de [adres 2] blijkt dat het energiecontract voor dat adres op 2 mei 2022 om 16:15 is aangevraagd op naam van [naam 4] met e-mailadres [e-mailadres 7] . [40] Daarbij is het telefoonnummer van verdachte
[telefoonnummer 4] vermeld. Een automatische incasso is geaccepteerd zonder verificatie.
Het IP-adres [41] dat is gebruikt om het energiecontract bij Energiedirect af te sluiten is in gebruik bij [bedrijf 7] waar verdachte werkzaam is geweest. Zijn werkrooster komt nagenoeg overeen met de momenten waarop vanuit [bedrijf 7] Energiedirect via internet is benaderd. Gezien deze overeenkomsten kan het niet anders zijn dan dat verdachte het e-mailadres [e-mailadres 6] heeft gekoppeld aan het energiecontract van Energiedirect [42] .
Het e-mailadres [e-mailadres 7] op 1 mei 2022 om 18:01:11 aangemaakt [43] en het e-mailadres mailto: [e-mailadres 8] op 5 mei 2021 om 17:24:108. [44] Beide keren kort voor de aanvraag van het energiecontract.
[naam 4] heeft verklaard dat er geld door Frank Energie van zijn bankrekening werd afgeschreven, terwijl hij zelf geen energiecontract had aangevraagd. [45] Heet geld is teruggestort na contact met Frank energie.
[naam 5]
Bij een onderzoek aan de laptop die werd aangetroffen in de woning van verdachte werd in de mailbox van [e-mailadres 3] een e-mail van energiemaatschappij Greenchoice aangetroffen die geadresseerd was aan dhr. [naam 5] met klantnummer [nummer 1] . [46] Er waren van de bankrekening [rekeningnummer 9] van verdachte twee betalingen gedaan aan Greenchoice met de omschrijving 7601VJ 24, zijnde de postcode en perceelnummer van het adres [adres 12] te [plaats 3] . Op dat adres zijn op 6 april 2023 veel goederen bestemd voor een hennepkwekerij aangetroffen
(feit 4).
[naam 5] is gehoord en heeft verklaard dat hij in het verleden op zoek was geweest naar een kamer. Via een Markplaats-advertentie is hij in contact gekomen met een Turkse man van wie hij op papier een kamer huurde voor 150 euro per maand zodat hij een postadres had. Voor dit contract maakte de Turkse man een foto van de ID-kaart van [naam 5] . [naam 5] kent het adres [adres 6] niet en ook de overige gegevens van het energie-account, buiten zijn eigen naam en geboortedatum, niet. Na het verhoor leverde getuige desgevraagd het huurcontract van de voornoemde Turkse man aan. Op dit contract stond als verhuurder [verdachte] vemeld n en als het gehuurde adres [adres 7] te [plaats 1] . [47]
[naam 5] trof de Turkse man op het station in [plaats 1] en kreeg daar het huurcontract overhandigd. [naam 5] heeft zelf geen energiecontract aangevraagd bij Greenchoice voor het adres [adres 12] te [plaats 3] . Op 2 januari 2024 deed [naam 5] aangifte van identiteitsfraude /oplichting. [48]
[naam 6]
Na de aanhouding van verdachte werd tijdens de doorzoeking een zogenaamde netwerkdoorzoeking verricht met behulp de aangetroffen en inbeslaggenomen telefoon van verdachte. [49] In de telefoon bevond zich een applicatie van energiemaatschappij Vattenfall, waarbij er ingelogd bleek te zijn op een account op naam van [naam 6] , geboren op [geboortedatum 4] 1985, met vermelding van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , klantnummer [nummer 2] , e-mailadres [e-mailadres 9] , automatische incasso van IBAN [rekeningnummer 10] met leveringsadres [adres 2] [plaats 1] .
Het e-mailadres is voorzien van de naam van de vader van verdachte. Het adres [adres 2] is eigendom van verdachte en diens partner [medeverdachte 1] . Het gekoppelde
bankrekeningnummer bleek op naam van een huurder [naam 12] te staan. In de laptop die werd aangetroffen in de woning van verdachte werd in de mailbox van [e-mailadres 9] diverse e-mails van energieleveranciers aangetroffen waaronder één gericht aan [naam 6] .
[naam 6] is als getuige gehoord. [50] Hij verklaarde dat hij in het verleden een kamer huurde aan de [adres 7] te [plaats 1] . De getuige trof de verhuurder bij de Albert Heijn in de wijk Deppenbroek. Hij heeft via WhatsApp een foto van zijn legitimatiebewijs naar de verhuurder gestuurd waarna de verhuurder een contract opstelde. De getuige werd voorgehouden dat op een laptop van verdachte een account voor Vattenvall Energie werd aangetroffen op naam van [naam 6] , geboren [geboortedatum 4] -1985, telefoonnummer [telefoonnummer 5] , klantnummer [nummer 2] , e-mailadres [e-mailadres 9] , automatische incasso van bankrekening [rekeningnummer 10] , leveringsadres [adres 2] [plaats 1] . De getuige herkende zijn naam en geboortedatum. Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , het klantnummer [nummer 2] , het e-mailadres [e-mailadres 9] , het bankrekeningnummer [rekeningnummer 10] en het adres [adres 2] [plaats 1] kent getuige niet. De getuige wil aangifte doen omdat zonder zijn toestemming gebruik is gemaakt van zijn naam en geboortedatum voor het account bij Vattenfall.
Bewijsoverweging
De rechtbank heeft hiervoor bij de bewijsoverwegingen aangaande de [adres 4] reeds vastgesteld dat het op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen, niet anders kan dan dat verdachte degene is geweest die de gegevens van [naam 3] heeft aangeleverd.
Door een energiecontract op naam van [naam 3] aan te gaan heeft verdachte een schijnconstructie gecreëerd met het kennelijke doel om zijn eigen identiteit te verhelen. Aldus heeft hij misbruik gemaakt van de gegevens van [naam 3] .
Ook in de hiervoor omschreven zaken waarin gebruik is gemaakt van de persoonsgegevens van [naam 1] , [naam 2] en [naam 4] / [bedrijf 1] B.V. komt de rechtbank op grond van de genoemde bewijsmiddelen tot het oordeel dat niemand anders dan verdachte verantwoordelijk was voor het misbruiken van identificerende persoonsgegevens.
Met betrekking tot de persoonsgegevens van [naam 5] en [naam 6] is vrijspraak bepleit wegens onrechtmatig verkregen bewijs. Dit verweer behoeft geen beslissing, nu de rechtbank de resultaten van het onderzoek naar de chats niet gebruikt voor het bewijs.
Gelet op de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen kan ook ten aanzien van deze zaak niet anders worden geconcludeerd dan dat het verdachte is geweest die verantwoordelijk was voor het misbruiken van deze identificerende persoonsgegevens.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien met de inhoud van de bewijsmiddelen, verdachte op een slinkse wijze zijn betrokkenheid bij hennepkwekerijen heeft geprobeerd te verhullen. Door zo te handelen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het misbruiken van identificerende persoonsgegevens van anderen waardoor enig nadeel kon ontstaan.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde feit heeft begaan.
Feit 4
[adres 5] te [plaats 1]
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
[adres 7] te [plaats 1]
Verdachte is sinds 14 januari 2010 eigenaar van de woning aan de [adres 7] te [plaats 1] . [51] Op 13 januari 2020 is na aanwijzingen van de mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij in de woning binnengetreden. [52] In de woning werd een bedrijfsmatige, professioneel ingerichte hennepkwekerij aangetroffen. Alle ruimtes in de woning waren omgebouwd tot kweekruimte. De woning was verdeeld over 4 ruimtes met plaats voor 691 planten. Er waren nog geen planten/stekken gepoot. Uit de ruimlijst [53] blijkt dat er 41 transformatoren, 41 assimilatiekappen, 38 assimilatie lampen, 5 slakkenhuizen/luchtafzuigers, 5 koolstoffilters, 8 ventilatoren, 2 kachels, een flexibel watervat, een dompelpomp 550W en een schakelbord, door de politie zijn afgevoerd.
Uit het Mutatatieraport van 29-11-2023 [54] volgt dat in de schuur van de woning potgrond, nieuwe potten en een oudere kweektent zijn aangetroffen. Dit was naar aanleiding van een melding van de huurster. Zij heeft meerdere malen telefonisch contact gehad met verdachte om de schuur leeg te halen. In de gesprekken met verdachte wordt duidelijk dat hij geen politie aan de deur op de [adres 7] wil. Verdachte zegt: “dat is heel belangrijk” “ja, maar nogmaals ik moet daar geen politie aan de deur hebben” [55] Uit het tap-gesprek van 1-12-2023 12:43 [56] : verdachte spreekt met “ [naam 13] ”: [naam 13] wil weten wat voor probleem er is ontstaan. [verdachte] zegt dat hun spullen daar lagen en dat het tot aan de nok toe gevuld was.
[adres 8] te [plaats 1]
Op 6 respectievelijk 7 april 2023 heeft de politie een verscheidenheid aan hennep gerelateerde goederen in beslag genomen in deze garagebox. [57] Ook werd een zak met gedroogde henneptoppen aangetroffen (1.065 kilo). [58] Ten tijde van het aantreffen van deze goederen stond het huurcontract van deze garagbox op naam van verdachte. [59]
[adres 9] te [plaats 3]
De rechtbank merkt op dat het adres foutief is weergegeven in de tenlastelegging. Het gaat om de Boomshoekdwarsweg en niet de Boomshoekdwarsstraat. De rechtbank ziet dit als een kennelijke verschrijving waardoor verdachte redelijkerwijs niet in zijn belangen is geschaad, aangezien op basis van de voorliggende stukken voor eenieder duidelijk moet zijn om welke locatie het gaat.
Op 6 april 2023 werden in deze garagebox bij een controle door de gemeente Almelo veel goederen bestemd voor een hennepkwekerij aangetroffen [60] . Diverse goederen waren nieuw en zaten nog in dozen. [61] Het huurcontract voor deze garagebox stond op naam van verdachte [62] .
Verder is onder feit 3 reeds aan bod gekomen dat op deze locatie een schijnconstructie is bedacht waarbij er een energiecontract is afgesloten op naam van [naam 5] . De bewijsmiddelen waarop de rechtbank haar bewezenverklaring ten aanzien van de rol van verdachten bij deze (afzonderlijke) garagebox mede stoelt, gelden als hier herhaald en ingelast.
De bewijsoverweging
Artikel 11a van de Opiumwet beoogt de voorbereiding, ondersteuning en bevordering van de bedrijfs- en beroepsmatige teelt (artikel 11 lid 3 Ow) en grootschalige hennepteelt (artikel 11 lid 5 Ow) te bestrijden en stelt voorbereidingshandelingen daartoe strafbaar. Voor wat betreft voorbereidingshandelingen gaat het om het bereiden, bewerken, verwerken, te koop aanbieden, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en voorhanden hebben van stoffen en voorwerpen waarvan de verdachte wist of ernstige reden had te vermoeden dat die bestemd waren voor de illegale hennepteelt.
Namens verdachte is aangevoerd dat de aangetroffen goederen afkomstig waren van een eerdere huurder die een hennepkwekerij aan de [adres 7] exploiteerde. Verdachte heeft deze goederen opgeslagen in de schuur van de [adres 7] en in de garageboxen aan de [adres 8] en [adres 9] . De goederen waren daarom niet bestemd voor de hennepteelt. Verder hadden meerdere andere personen toegang tot de garageboxen, zodat het mogelijk is dat in die garageboxen goederen van anderen waren opgeslagen.
De rechtbank stelt voorop dat van een eigenaar/huurder van een pand/garagebox, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, mag worden verwacht dat hij op de hoogte is van wat zich in zijn woning/garagebox afspeelt en welke goederen daarin worden opgeslagen en door wie.
Verdachte kon vrijelijk over deze goederen (blijven) beschikken. Zijn verklaring dat wat in de garageboxen is aangetroffen restanten van de hennepkwekerij op de [adres 7] betrof is onjuist, omdat deze goederen daar onder toezicht van de politie zijn geruimd. Bovendien ging het ten aanzien van de Boomshoekdwarsweg om (gedeeltelijk) nieuwe spullen, zodat deze niet van een eerder geruimde hennepkwekerij afkomstig kunnen zijn.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor opgeslagen goederen in de door hem gehuurde garageboxen.
De rechtbank overweegt dat de door de politie aangetroffen voorwerpen kunnen worden beoordeeld als een gezamenlijkheid van goederen die, gelet op de aard en de hoeveelheid, wijst op een gerichtheid op en daarmee op een bestemming tot bedrijfsmatige en/of grootschalige hennepteelt ter bevordering van een optimale oogst en een optimale financiële opbrengst van de hennepkwekerijen. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat de verdachte wetenschap had of (ernstige) redenen had om te vermoeden dat de voorwerpen bestemd waren voor de illegale hennepteelt. Gelet op de hiervoor uiteengezette rol van verdachte bij verschillende professionele hennepkwekerijen, op diverse locaties en over een lange periode is daarmee voor de rechtbank het bewijs van de criminele intentie gegeven.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 4 tenlastegelegde feit heeft begaan.
Feit 5
Bij een sollicitatie bij detacheringsbureau [bedrijf 2] B.V. leverde verdachte een vervalst getuigschrift Maatschappelijk Werk & Dienstverlening van de Haagse Hoge School aan. [63] Ook bij zorginstelling [bedrijf 3] heeft hij een vervalst getuigschrift van de Haagse Hoge School gepresenteerd. [64] Op grond daarvan is hij aangenomen en heeft hij zowel bij [bedrijf 7] als bij zorginstelling [bedrijf 3] werkzaamheden verricht.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij gebruik heeft gemaakt van een vervalst getuigschrift. [65]
Conclusie
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 5 ten laste gelegde feit.
Feit 6
De gemeente [plaats 1] heeft geconstateerd dat er om in het pand aan de [adres 2] verbouwingen zijn gedaan waar geen vergunningen voor zijn aangevraagd. Als gevolg van deze overtreding is aan verdachte op 3 mei 2023 een last onder dwangsom (tot het herstel van de oude situatie) opgelegd door de gemeente [plaats 1] [66] . Om aan deze last te voldoen heeft de vader van verdachte een e-mail naar de gemeente [plaats 1] gestuurd met daarin als bijlage een factuur van aannemer [bedrijf 4] , waarbij werd aangegeven dat door deze aannemer de woning weer in oude staat was hersteld. [67] De handtekeningen op deze factuur lijken gekunsteld en het adres correspondeert niet met het adres waarop [bedrijf 4] bij de KvK staat geregistreerd. [68]
Hierop heeft de gemeente [plaats 1] een e-mailbericht verzonden aan [getuige 3] van bedrijf [bedrijf 4] [69] .
[getuige 3] is als getuige gehoord. [70] Hij heeft ten aanzien van de factuur, waarop het bedrag van € 499,75 staat vermeld voor het uitvoeren van herstelwerkzaamheden aan de dakconstructie, verklaard dat hij de werkzaamheden niet heeft uitgevoerd en de factuur niet door hem was opgemaakt.
Bewijsoverweging
Namens verdachte is vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat vrijwel de gehele administratie van verdachte in beslag is genomen, maar dat geen enkel spoor van valse facturen is aangetroffen op de in beslag genomen laptops, computers en telefoons van verdachte.
Dit verweer wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen. [71]
Tijdens die doorzoeking in de woning van verdachte aan de [adres 13] in [plaats 1] op 18 december 2023, werden meerdere goederen in beslag genomen waaronder een laptop van het merk Medion type SF20PA3. In de laptop bevonden zich meerdere PDF documenten met betrekking tot [bedrijf 4] . Zo ook een factuur van [bedrijf 4] factuur nummer [nummer 3] , gericht aan [verdachte] / [medeverdachte 1] , [adres 2] te [plaats 1] . Op de factuur stond “schade in en rondom [adres 2] ”. Als bedrag was op deze factuur vermeld: “€ 499,75”.
De aanleiding en het gebruik van de factuur blijkt uit de hiervoor genoemde aangifte van de gemeente [plaats 1] .
Van enig motief van [getuige 3] om onjuist of in strijd met de waarheid te verklaren is de rechtbank niet gebleken.
Conclusie
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 6 ten laste gelegde feit.
4.5.2
Vormverzuim
Parketnummers 08-158216-22 en 08-020831-23
[verdachte] werd verdacht van betrokkenheid bij twee hennepkwekerijen inclusief diefstal van stroom door middel van braak en/of verbreking, aangetroffen op 26 juli 2022 aan de [adres 2] (08-020831-23) en op 18 november 2020 aan de [adres 1] (08-158216- 22). Vast staat dat in deze zaken een onvoorwaardelijk sepot is bevolen door het Openbaar Ministerie en aan verdachte is medegedeeld. Deze twee strafzaken zijn bij brieven van 22 januari 2023 respectievelijk van 27 juni 2022 geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
Nadien is het onderzoek, Geelster23, naar [verdachte] en zijn (mogelijke) betrokkenheid bij een verscheidenheid aan hennepkwekerijen gestart. In dit onderzoek zijn nieuwe feiten ten aanzien van de hennepkwekerijen aan de [adres 1] en de [adres 2] naar voren gekomen, waaronder (valse) huurcontracten en informatie over energiecontracten. Dat neemt niet weg dat opsporingsonderzoek naar de geseponeerde feiten heeft plaatsgevonden vóórdat daarvoor machtiging aan de rechter-commissaris [72] was gevraagd.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden weliswaar sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, doch dat het nadeel dat verdachte hiervan heeft ondervonden in de zin van schending van een eerlijk proces redelijkerwijs niet zodanig is geweest dat dit zou moeten leiden tot de consequentie dat verkregen belastend bewijsmoet worden uitgesloten.
In dit verband merkt de rechtbank op dat het gaat om het te laat aanvragen en verkrijgen van een machtiging en niet om het ontbreken van een dergelijke machtiging. Niet is gebleken dat deze gang van zaken enig invloed heeft gehad op het onderzoeksproces. De rechtbank komt derhalve tot de slotsom dat moet worden volstaan met het – slechts – constateren van het verzuim.
4.5.3
Parketnummer 08-158216-22
De rechtbank stelt hierna op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Feit 1
Op 18 november 2020 werd een hennepkwekerij aangetroffen aan de [adres 1] . In de woning waren drie kweekruimtes volledig ingericht als hennepkwekerij. In alle drie de ruimtes stonden planten, hingen assimilatielampen en was er een aan- en afzuigingsinstallatie aanwezig. Er werden drie kweekruimtes aangetroffen met totaal 401 planten van zeven weken oud. [73] [74] Er waren meerdere indicatoren dat er tenminste één eerdere oogst is geweest. [75]
In de woning werd niemand aangetroffen. Op het moment van binnentreden door de politie stonden er meerdere personen ingeschreven op het adres. Er waren echter geen indicaties dat zij daar daadwerkelijk woonachtig waren. De woning was volledig ingericht als hennepkwekerij. De desbetreffende woning is eigendom van [verdachte] en zijn vrouw [medeverdachte 1] . [76]
Op het adres [adres 1] , stonden in de basisregistratie personen (BRP) ten tijde van het aantreffen van de hennepkwekerij vijf personen ingeschreven, waaronder [naam 1] en [naam 14] . [77] [naam 14] verklaarde dat hij nooit daadwerkelijk aan de [adres 1] te [plaats 1] had verbleven. [78] Uit de bevindingen ter plaatse bleek dat de volledige woning werd gebruikt voor de hennepteelt en dat er niemand feitelijk woonachtig was.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat Sarkazi hier bleef wonen. Dit komt niet overeen met zijn verklaring bij de politie waarin hij verklaarde dat hij voor dit adres een huurovereenkomst met [naam 15] had gesloten. [79] Uit het dossier volgt dat [naam 15] een kamer op de [adres 7] te [plaats 1] en niet op de [adres 1] bewoonde. Bovendien huurde hij één kamer en niet de hele woning.
Het energiecontract stond op naam van [naam 1] . De redengevende feiten en omstandigheden en de bewijsmiddelen met betrekking tot het gebruik van de identificerende persoonsgegevens van [naam 1] zijn hiervoor onder het kopje “
parketnummer 08.205856.23” “
feit 3” reeds aan de orde geweest en gelden hierna als herhaald en ingelast.
Op het adres [adres 1] is de levering van energie door Budgetenergie aangevangen op 14 februari 2020 en de datum beëindiging was 20 november 2020. Het energiecontract voor het pand aan de [adres 1] stond op naam van [naam 1] . De handtekening van [naam 1] onder dit contract kwam niet overeen andere handtekeningen onder zijn naam.
Feit 2
Op dit adres was tevens sprake van diefstal elektriciteit door middel van het maken van illegale aftakkingen/aansluitingen in de meterkast, buiten de normale zekeringskast om. [80] Gezien de zeven weken oude aangetroffen hennepplanten, de aanwijzingen voor een eerdere oogst en de door Enexis aangegeven periode van diefstal stroom, lijkt er sprake te zijn van een totale kweekperiode van 16 weken aanvangende rond 29 juli 2020.
Bewijsoverweging
Ook ten aanzien van de hennepkwekerij aan de [adres 1] is sprake van een zelfde modus operandi als bij de andere hennepkwekerijen. Verdachte was eigenaar van de woning die volledig werd gebruikt voor de hennepteelt. Er waren wel meerder personen ingeschreven op dat adres, terwijl er feitelijk niemand woonachtig was. Wederom is getracht een schijnconstructie op te zetten door onder andere persoonsgegevens van anderen te gebruiken voor het aangaan van een energiecontract om de aanwezigheid van de hennepkwekerij in het pand en verdachtes betrokkenheid bij die hennepkwekerij te verhullen.
Dit alles maakt dat de rechtbank van oordeel is dat er sprake is van een door verdachte gehanteerde zelfde modus operandi als in andere hem in dit vonnis verweten feiten en aldus (naast de reeds genoemde bewijsmiddelen) van voldoende wettig en overtuigend bewijs van medeplegen van het telen, bewerken en verwerken van de hennep in het pand aan de [adres 1] te [plaats 1] .
Ook hier dient diefstal van elektriciteit zelfstandige aandacht te krijgen in de bewijsvoering.
De gebezigde bewijsmiddelen brengen de rechtbank tot het oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte degene is geweest die het energiecontract heeft afgesloten op naam van [naam 1] . Dit leidt tot de conclusie dat verdachte verantwoordelijk was voor het energieverbruik in het pand. Dit wordt bevestigd door de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat zijn telefoonnummer en e-mailadres waren verbonden aan het energiecontract op naam van [naam 1] omdat hij als verhuurder van het pand inzicht wilde krijgen in het stroom/energieverbruik van zijn huurder. Gezien de omvang en professionele opzet van deze kwekerij en de rol die verdachte daarbij speelde (opstellen vals energiecontract), kan het niet anders zijn dan dat verdachte ook elektriciteit heeft weggenomen ten behoeve van die teelt.
Conclusie
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
4.5.4
Parketnummer 08-020831-23
De rechtbank stelt hierna op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Feit 1
Op het adres [adres 2] in [plaats 1] , werd vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet binnengetreden op 26 juli 2022. Na binnentreding werd er in de achterzijde van het bedrijfspand een inwerking zijnde hennepkwekerij aangetroffen waar zich zes kweektenten bevonden. Er stonden 960 hennepplanten. Er werd geen aanwijzingen van een eerdere oogst vastgesteld. [81] Verdachte en zijn echtgenote waren op dat moment eigenaar van dit pand.
In een keukentje, aangrenzend en slechts gescheiden door een doek van de kwekerij, werd verdachte [medeverdachte 2] (Vietnamees) aangetroffen. Er waren aanwijzingen dat [medeverdachte 2] in dat keukentje verbleef. Dit omdat er een matras, etensresten en peuken in de asbak werden aangetroffen. [82]
Op dit adres is een leveringscontract voor energie aangevraagd waarbij gebruik is gemaakt van de identificerende persoonsgegevens van [naam 2] (Energiedirect), [naam 4] / [bedrijf 1] B.V (Frank energie) en [naam 6] (Vattenfal).
De redengevende feiten en omstandigheden en de bewijsmiddelen met betrekking tot het gebruik van de identificerende persoonsgegevens van [naam 2] , [naam 4] / [bedrijf 1] B.V en [naam 6] zijn hiervoor onder het kopje “
parketnummer 08.205856.23” “
feit 3” reeds aan de orde geweest en gelden hierna als herhaald en ingelast.
Feit 2
Er werd geconstateerd dat er sprake was van diefstal van elektriciteit door middel van het maken van illegale aftakkingen/aansluitingen in de meterkast, buiten de normale zekeringskast om. Hierdoor heeft Enexis Netbeheer B.V. schade geleden. Het totaalbedrag van de schade bedraagt € 11.162,59 (vrij van B.T.W.). [83]
Bewijsoverweging
Ook bij deze hennepkwekerij is sprake van een door verdachte gehanteerde zelfde modus operandi als bij de andere in dit vonnis verweten feiten Verdachte was eigenaar van het bedrijfspand waarvan is gebleken dat een groot deel van de ruimte werd gebruikt voor de hennepteelt. Voor de betaling van de huur leken meerdere personen verantwoordelijk, hetgeen niet het geval was. Wederom is getracht een schijnconstructie op te zetten door de persoonsgegevens van anderen te gebruiken voor het aangaan van een energiecontract om de aanwezigheid van de hennepkwekerij in het pand en verdachtes betrokkenheid bij die hennepkwekerij te verhullen. Dit alles maakt dat de rechtbank van oordeel is dat er sprake is van voldoende wettig en overtuigend bewijs van medeplegen van het telen, bewerken en verwerken van de hennep in het pand aan de [adres 2] te [plaats 1] .
Zoals eerder overwogen dient diefstal van elektriciteit zelfstandige aandacht te krijgen in de bewijsvoering. De gebezigde bewijsmiddelen brengen de rechtbank tot het oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte degene is geweest die de energiecontracten heeft afgesloten met gebruikmaking van persoonsgegevens van anderen.
Dit leidt tot de conclusie dat verdachte verantwoordelijk was voor het energieverbruik in het pand. Dit wordt bevestigd door de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat zijn gebruikelijke werkwijze om zijn telefoonnummer en e-mailadres te verbinden aan energiecontracten was omdat hij als verhuurder van het betreffende pand inzicht wilde krijgen in het stroom/energieverbruik van zijn huurder. Gezien de omvang en professionele opzet van deze hennepkwekerij en de rol die verdachte daarbij speelde (opstellen vals energiecontract), kan het niet anders zijn dan dat de verdachte ook elektriciteit heeft weggenomen ten behoeve van deze hennepteelt.
Conclusie
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
4.6
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de voetnoten opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08.205856.23
1
hij in de periode van 19 december 2022 tot en met 17 december 2023 te [plaats 1] en [plaats 2] ,
meermalen,
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk heeft geteeld en/of bewerkt en/of verwerkt, - (in een pand aan de [adres 3] te [plaats 1] ) een hoeveelheid van 480 planten en/of delen daarvan en
- (in een pand aan de [adres 4] te [plaats 2] ) een hoeveelheid van 1327 planten en/of delen daarvan en- (in een pand aan de [adres 5] te [plaats 1] ) een hoeveelheid van 800 planten en/of delen daarvan,
(telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2
hij in de periode van 16 december 2021 tot en met 18 december 2023 te [plaats 1] en [plaats 2] ,
meermalen, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, (telkens) elektriciteit/stroom, die geheel of ten dele aan Enexis Netbeheer B.V. toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
3
hij in de periode van 23 januari 2020 tot en met 18 december 2023 te [plaats 1] , [plaats 3] en/of [plaats 2] , althans in Nederland,
meermalen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van (een) ander(en) te weten:
- de naam en de geboortedatum van [naam 1] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 1] ) (bij Budget Energie),
- de naam en de geboortedatum van [naam 2] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 2] ) (bij Energiedirect),
- de naam en de geboortedatum van [naam 3] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 4] te [plaats 2] ) (bij Energiedirect),
- de bedrijfsnaam en/of het (zakelijke) bankrekeningnummer van [bedrijf 1] BV (waarvan [naam 4] de eigenaar is) heeft gebruikt door onbevoegd de bedrijfsnaam en het bankrekeningnummer te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 2] ) (bij Frank Energie),
- de naam en de geboortedatum van [naam 5] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 6] ) (bij Greenchoice) en
- de naam en/of de geboortedatum van [naam 6] heeft gebruikt door onbevoegd de naam en de geboortedatum te gebruiken (als klantgegevens) voor het afsluiten van een energiecontract (voor de [adres 2] ) (bij Vattenfall)
(telkens) met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander(en) te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
4
hij in de periode van 14 januari 2020 tot en met 18 december 2023 te [plaats 1] en [plaats 3] , (telkens)
voorwerpen voorhanden gehad, te weten:
in een pand gelegen aan de [adres 7] te [plaats 1]
- 41, althans een of meerdere, transformatoren,
- 41, althans een of meerder, assimilatiekappen,
- 38, althans een of meerdere, assimilatie lampen,
- 5, althans een of meerdere, slakkenhuizen/luchtafzuigers,
- 5, althans een of meerdere, koolstoffilters,
- 8, althans een of meerdere, ventilatoren,
- 2, althans een of meerdere, kachels,
- een flexibel watervat,
- een dompelpomp 550W en/of
- een schakelbord,
en
in een garagebox gelegen aan de [adres 8] te [plaats 1]
- 30, althans een of meerdere, lamparmaturen,
- 28, althans een of meerdere, assimilatielampen,
- een of meerdere elektriciteitssnoeren,
- 1 schakelbord,
- 1 tijdsschakelaar,
- 7, althans een of meerdere, transformatoren,
- een of meerdere afzuigslangen en/of koppelstukken,
- 1 koolstoffilter,
- 1 slakkenhuis,
- 2, althans een of meerdere, ventilatoren,
- 4, althans een of meerdere, kachels,
- 1 luchtbevochtiger,
- vijverfolie,
- 5, althans een of meerdere, verpakkingen (cans) groeimiddelen en/of
- cannacutter,
en
in een garagebox gelegen aan de [adres 9] te [plaats 3]
- 50, althans een of meerdere, transformatoren a 600W,
- 50, althans een of meerdere, assimilatie lampen a 600W,
- 50, althans een of meerdere, armaturen,
- 3, althans een of meerdere, slakkenhuizen/luchtafzuigers,
- 6, althans een of meerdere, koolstoffilters,
- 14, althans een of meerdere, ventilatoren,
- 6, althans een of meerdere, kachels,
- 9, althans een of meerdere, kannen voedingsmiddelen,
- 22, althans een of meerdere, dozen luchtafvoerslangen en/of
- 6, althans een of meerdere, afstandsregelaars (2 soorten)
waarvan hij (telkens) wist dat zij bestemd waren tot het plegen van een van
de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde
feiten;
5
hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met
12 september 2022 te Arnhem, Zwolle en/of [plaats 1] , althans in Nederland,
meermalen,
gebruik heeft gemaakt van vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als waren deze echt en onvervalst, door een vervalst getuigschrift Maatschappelijk werk en Dienstverlening van de Haagse Hogeschool, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat geschrift echt en onvervalst, doordat hij, verdachte,
bovengenoemd getuigschrift heeft overgelegd, in de periode van 1 januari 2020 tot en met 12 september 2022, aan [bedrijf 7] en [bedrijf 2] B.V. en [bedrijf 3] , om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden om dienststelling te verkrijgen en/of bij/voor voornoemde instellingen te kunnen werken;
6
hij op 13 oktober 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland,
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een factuur (van aannemer [bedrijf 4] ) van werkzaamheden van spant-/dakconstructie heeft vervalst door een factuur te maken met lay-out als zijnde deze afkomstig is van aannemer [bedrijf 4] (door het vermelden van onder andere de bedrijfsgegevens en/of het gebruiken van hetzelfde lettertype) en
hierop een valse handtekening te zetten en hierop werkzaamheden te vermelden die niet (door [bedrijf 4] ) zijn uitgevoerd met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
engebruik heeft gemaakt van vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als waren deze echt en onvervalst, door een factuur (van aannemer [bedrijf 4] ) van werkzaamheden van spant-/dakconstructie de Gemeente [plaats 1] middels een e-mail (afkomstig van [e-mailadres 1] ) te doen toekomen en
deze als bewijsstuk te gebruiken voor herstel van de spant-/dakconstructie van een pand aan de [adres 2] en/of om als bewijsstuk te dienen voor het ontlopen van de last onder dwangsom;
parketnummer 08.158216.22 -
1
hij op 18 november 2020 te [plaats 1]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
(in een pand aan de [adres 1] )
een hoeveelheid van (in totaal) 401 hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
2
hij in de periode van 15 juli 2020 tot en met 18 november 2020 te
[plaats 1]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, elektriciteit/stroom, die geheel of ten dele aan Enexis Netbeheer B.V., toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te
nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
parketnummer 08.020831.23
1
hij op 26 juli 2022 te [plaats 1]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
(in een pand aan de [adres 2] )
een hoeveelheid van (in totaal) 960 hennepplanten en/of delen daarvan,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2
hij in de periode van 24 mei 2022 tot en met 26 juli 2022 te [plaats 1]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
elektriciteit/stroom, die geheel of ten dele aan Enexis Netbeheer B.V., heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 231b, 225, 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 3, 11 en 11a van de Opiumwet.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08.205856.23, feit 1
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
parketnummer 08.158216.22, feit 1 en parketnummer 08.020831.23, feit 1
telkens het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 08.205856.23, feit 2, parketnummer 08.158216.22, feit 2 en parketnummer 08.020831.23, feit 2
telkens het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
parketnummer 08.205856.23
feit 3
het misdrijf:
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf:
voorhanden hebben van voorwerpen, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, meermalen gepleegd;
feit 5
het misdrijf:
opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, meermalen gepleegd;
feit 6
het misdrijf:
valsheid in geschrift en opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte ter zake van de door hem bewezen geachte feiten moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd die door verdachte reeds in voorarrest is doorgebracht, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een strafmaatverweer gevoerd. Daartoe is aangevoerd dat bij het bepalen van de hoogte van de straf, rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat sprake is van schending redelijke termijn in de zaak met parketnummer 08-158216-22, met het vormverzuim in de zaken met parketnummers 08-158216-22 en 08-020831-23 en de omstandigheid van onrechtmatig verkregen bewijs (smartphone van verdachte).
In de zaak met parketnummer 08-158216-22 is de redelijke termijn aangevangen op de datum van het verhoor van verdachte op 5 mei 2021. Het eventuele vonnis in deze zaak had gereed moeten zijn op 5 mei 2023. Daarmee is de redelijke termijn in aanzienlijke mate, te weten met bijna anderhalf jaar overschreden. Bij een eventuele straftoemeting dient deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg hebben.
De raadsman heeft bepleit aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest met eventueel een voorwaardelijk gedeelte als stok achter de deur in combinatie met een taakstraf gelet op de omstandigheid dat verdachte volledige medewerking heeft verleend aan het onderzoek, zijn persoonlijke omstandigheden, de vele vormverzuimen in dit dossier en de schending van redelijke termijnen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van het telen, bereiden, bewerken en verwerken van hennep, onder andere in woningen, en diefstal van elektriciteit. Verdachte heeft een essentiële rol vervuld bij de grootschalige kweek en de handel van hennep door zijn intensieve betrokkenheid bij vijf professioneel ingerichte hennepkwekerijen, telkens met grote hoeveelheden hennepplanten (aantal planten: 480, 1327, 800, 960 en 401). Daarnaast heeft verdachte gebruik/misbruik gemaakt van identificerende persoonsgegevens om de aanwezigheid van de hennepkwekerijen dan wel zijn betrokkenheid bij die hennepkwekerijen te verhullen.
Verdacht heeft daarnaast een groot aantal voorwerpen voorhanden gehad die bestemd waren voor de hennepteelt.
Door zijn handelen heeft verdachte een aandeel geleverd in de handel in softdrugs. Hennep is een softdrug die bij langdurig gebruik een gevaar vormt voor de gezondheid. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat met deze handel in softdrugs aanzienlijke financiële belangen zijn gemoeid en grote winsten worden behaald. De illegale handel in softdrugs is ondermijnend voor de samenleving. Aan dergelijke handel bijdragen, op welke wijze dan ook, is daarom kwalijk en de rechtbank verwijt dit verdachte. Daarnaast heeft verdachte ten behoeve van de hennepkwekerijen onrechtmatig elektriciteit afgetapt. Diefstal is een kwalijk feit en veroorzaakt schade. Ook is het een feit van algemene bekendheid dat het illegaal aftappen van elektriciteit kan leiden tot gevaarlijke situaties, zoals kortsluiting en brand. Verdachte heeft zich om deze gevolgen blijkbaar niet bekommerd en alleen gehandeld uit eigen financieel gewin.
Door het misbruiken van identificerende persoonsgegevens van anderen om (digitaal) energiecontracten aan te gaan met energieleveranciers is voor de slachtoffers nadeel ontstaan. Zo zijn verschillende slachtoffers, waarvan enkele in kwetsbare posities, in problemen gekomen doordat er bijvoorbeeld een incassobureau werd ingeschakeld. Door zijn handelen heeft verdachte tevens misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in het algemeen nodig is om een dergelijke dienstverlening mogelijk te maken.
Ook heeft verdachte meermalen gebruik gemaakt van een vervalst zorgdiploma waardoor hij geruime tijd in de zorg werkzaam kon zijn. Verdachte was daarvoor niet gekwalificeerd, maar kreeg als ZZP-er goed betaald. Het werken als onbevoegde hulpverlener heeft enorme risico’s meegebracht omdat er gewerkt werd t met een zeer kwetsbare doelgroep. Ook hier was weer sprake van kwetsbare slachtoffers waar verdachte misbruik van heeft gemaakt voor zijn eigen financiële gewin.
Tot slot heeft verdachte een factuur vervalst en daarvan gebruik gemaakt om als bewijsstuk te dienen voor het ontlopen van een last onder dwangsom.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft – strafverzwarende zin - acht geslagen op het strafblad van verdachte van 26 juni 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de inhoud van een over verdachte opgemaakt reclasseringsrapport van 24 april 2024. Hieruit volgt dat uit de Verdiepingsdiagnostiek “enkele paranoïde, dwangmatige, narcistische en antisociale trekken naar voren komen, maar dit alles niet in zodanige mate dat kan worden gesproken van een persoonlijkheidsstoornis. Verdachte komt over als gemiddeld intelligent en geeft geen blijk van andere psychische problemen behoudens zijn stemming op dit moment door de zorgen die hij heeft omtrent zijn partner en zijn kinderen. Het risico op delictgedrag wordt op dit moment als laag ingeschat en de reclassering ziet daarom geen meerwaarde in het opleggen van interventies vanuit de reclassering. De reclassering adviseert oplegging van straf zonder bijzondere voorwaarden.
Redelijke termijn parketnummer 08-158216- 22
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat door de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Als uitgangspunt geldt dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn advocaat op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank constateert dat verdachte, in de zaak met betrekking tot de verdenking van betrokkenheid bij de hennepkwekerij die op 18 november 2020 aan de [adres 1] is aangetroffen, verdachte op 5 mei 2021 voor de eerste maal gehoord.
Hierna is in de zaak een onvoorwaardelijk sepot bevolen door het Openbaar Ministerie. Per brief van 27 juni 2022 is aan verdachte meegedeeld dat de zaak is geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. De aanvang van de redelijke termijn is gestuit door het sepot. Van overschrijding van de redelijke termijn, zoals door de raadsman is bepleit, is daarom geen sprake.
Vormverzuim
De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal, zoals reeds gezegd, volstaan met deze constatering en zal daaraan geen consequenties verbinden die leiden tot enige mate van strafvermindering.
Strafoplegging
Verdachte was een veelvuldig gewaarschuwd mens. Niet alleen is verdachte in het verleden politieagent geweest en had hij vanuit die achtergrond beter moeten weten, ook is hij in 2022 veroordeeld tot het verrichten van een taakstraf vanwege een hennepkwekerij, is er op 30 augustus 2022 een bewustwordingsgesprek met hem gevoerd en heeft hij een waarschuwingsbrief van de gemeente Enschede gekregen vanwege de hennepkwekerij in het pand aan de [adres 7] te [plaats 1] . Gelet op het feit dat in meer panden van verdachte hennepgerelateerde activiteiten zijn ontplooid én gezien zijn eerdere veroordelingen lijkt verdachte vooral oog te hebben voor de lucratieve kanten van de hennephandel en daarnaar te handelen. De rechtbank houdt hiermee bij het bepalen van de straf in strafverzwarende zin rekening.
Gelet op de voorgaande overwegingen, de omvang en de ernst van de feiten en de ernstige gevolgen voor de maatschappij brengen de rechtbank tot het oordeel dat in beginsel slechts een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. Voor oplegging van een taakstraf zoals door de raadsman is bepleit, is geen plaats. De feiten zijn daarvoor eenvoudigweg te ernstig.
De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf recht doet aan de ernst van de feiten en dat bovendien daarvan het signaal aan anderen uitgaat dat betrokkenheid bij grootschalige hennephandel op zware bestraffing kan rekenen. Om te voorkomen dat verdachte zich in de toekomst nogmaals schuldig zal maken aan (soortgelijke) strafbare feiten, zal de rechtbank verdachte een deels voorwaardelijk opleggen. De rechtbank zal een groter deel voorwaardelijk opleggen dan door de officier van justitie gevorderd, waarbij de rechtbank de proeftijd zal bepalen op drie jaren.
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd die reeds door verdachte in voorarrest is doorgebracht en met een proeftijd van drie jaren passend en geboden.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
Parketnummer 08-205856-23Op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen worden vermeld:
[code 1] : Iphone 14, Apple
[code 2] : notebook PC, merk Medion
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de op de beslaglijst genoemde voorwerpen moeten worden verbeurdverklaard.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen moet worden verbeurdverklaard, omdat deze voorwerpen betreffen met behulp waarvan de (meerdere) feiten zijn begaan of voorbereid.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vordering van de benadeelde partijen
Parketnummer - 08-205856-23, feit 3
[naam 4] en [bedrijf 1] BV
[naam 4] heeft zich zowel als natuurlijk persoon als namens de rechtspersoon [bedrijf 1] B.V. waarvan hij de eigenaar is, als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een bedrag van € 1.000 (immateriële schade) en € 1.357,00 aan advocaatkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
Parketnummer - 08-205856-23, feit 5
[bedrijf 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 4.345,25 (gewerkte uren door verdachte) en € 852,90 aan proceskosten (inzet P&O adviseur), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
Parketnummer 08-020831-23, feit 2
Enexis heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.1162,59 aan materiele schade.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
Parketnummer - 08-205856-23, feit 3
[naam 4] en [bedrijf 1] BV
De officier van justitie van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [naam 4] voor wat betreft € 1.357 advocaatkosten kan worden toegewezen. Ten aanzien van vergoeding van de immateriële schade heeft de officier van justitie zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De vordering van [bedrijf 1] B.V. betreft dezelfde vordering als die van [naam 4] en dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Parketnummer - 08-205856-23, feit 5
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de benadeelde partij voor wat betreft de gevorderde schadevergoeding door Twentse Zorgcentra van € 4345,25 materiële (gewerkte uren door verdachte) + € 852,90 proceskosten (inzet P&O adviseur) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Parketnummer 08-020831-23, feit 2
Enexis een vordering heeft ingediend: € 11.162,59 aan materiele schade. De posten in die vordering zijn duidelijk onderbouwd en berekend. Deze vordering kan daarom worden toegewezen.
De officier van justitie heeft verzocht de bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en om de schadevergoedingsmaatregel toe te passen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
Parketnummer - 08-205856-23, feit 3
[naam 4] en [bedrijf 1] BV
De raadsman heeft primair bepleit de benadeelde partij [naam 4] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering gelet op de door hem bepleite vrijspraak. Subsidiair is bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren omdat de behandeling van de vordering vanwege onder meer de complexiteit een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Om te kunnen vaststellen of er voldoende causaal verband bestaat tussen het bewezenverklaarde handelen van verdachte en de gevorderde schadepost, is nader onderzoek en expertise op dat gebied nodig. Volgens de verdediging kan dit niet op basis van de thans voorliggende stukken worden vastgesteld. Meer subsidiair is bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren omdat de opgevoerde schadepost onvoldoende is onderbouwd.
Parketnummer 08-205856-23, feit 5
De raadsman heeft primair afwijzing van de vordering van [bedrijf 7] bepleit omdat verdachte heeft afgezien van betaling van de gewerkte uren bij locaties van [bedrijf 7] en derhalve nimmer is uitbetaald. Er is aldus geen sprake van schade en het schadevergoedingsverzoek is daarnaast onduidelijk en bevat geen bewijs van betaling(en) aan verdachte. Subsidiair zijn de opgevoerde uren aan P&O-advies door een P&O-adviseur niet nader gespecificeerd. Meer subsidiair is bepleit de vordering te verlagen met de 30 aangevoerde uren.
Parketnummer 08-020831-23, feit 2
De raadsman heeft primair aangevoerd dat gelet op de door hem bepleite vrijspraak ten aanzien van dit feit, de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering. Subsidiair is aangevoerd dat in het formulier van het verzoek tot schadevergoeding wordt een pleegdatum van 18 januari 2023 genoemd en dat de diefstal van stroom heeft plaatsgevonden in Coevorden. Hiervan is simpelweg geen sprake.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
parketnummer - 08-205856-23, feit 3
[naam 4]
Proceskosten
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij [naam 4] . De rechtbank zal de gevorderde vergoeding van proceskosten € 135,00 daarom toewijzen te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 30 mei 2022, de datum waarop de schade is ontstaan. [84]
Immateriële schade
De door [naam 4] opgevoerde schadepost voor vergoeding van immateriële schade is onvoldoende onderbouwd. Gesteld noch gebleken is dat [naam 4] als gevolg van het feit geestelijk letsel heeft opgelopen. Uit de onderbouwing van de vordering blijkt dat [naam 4] overlast heeft gehad, dat zijn eer en naam, zowel privé als zakelijk, is geschaad en dat hij levensvreugde heeft gederfd. Dit vormt, zonder nadere onderbouwing, hoe vervelend ook, onvoldoende grond om in aanmerking te komen voor smartengeld. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
[bedrijf 1] BV
De vordering van [bedrijf 1] B.V. betreft dezelfde vordering als die van [naam 4] en de rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
parketnummer 08-205856-23, feit 5
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is niet komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. Verdachte heeft gewerkt voor [bedrijf 7] . Niet onderbouwd zijn de proceskosten met betrekking tot inzet P&O adviseur. Die vordering is ook gemotiveerd weersproken. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Parketnummer 08-020831-23, feit 2
De vordering van Enexis Netbeheer B.V. ziet op een andere situatie, namelijk op een pleegdatum van 18 januari 2023 en diefstal van stroom in Coevorden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
Parketnummer - 08-205856-23, feit 3, [naam 4]
De proceskosten ad € 135,00 worden toegewezen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 10 juni 2024, de datum (van het opstellen en indienen van de schadevergoeding) waarop de schade is ontstaan.
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 2 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De maatregel kostenverhaal op grond van artikel 13d OW

Op vordering van het OM kan de rechter bepalen dat aan degene die is veroordeeld wegens een feit strafbaar gesteld in de artikelen 10, 10a, eerste lid, 11, eerste tot en met vijfde lid, 11a of 11b van de Opiumwet de verplichting wordt opgelegd tot het vergoeden van de kosten die ten laste van de staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid en ten aanzien waarvan:
a. de maatregel, bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, wordt opgelegd;
b. de maatregel, bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, had kunnen worden opgelegd maar waarvan door de veroordeelde afstand is gedaan op de wijze, bedoeld in artikel 116, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering; of
c. een machtiging tot vernietiging als bedoeld in artikel 117, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, is verleend voor zover het voorwerpen betreft die van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Deze bepaling is ingevoerd bij wet van 4 november 2021, Stb. 2021, 544 (i.w.tr. op 1 juli 2022.
8.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte de verplichting wordt opgelegd tot betaling van een bedrag € 11. 508,91 aan de Staat ter vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 13d Opiumwet.
8.2.
het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard met betrekking tot de kosten die gepaard zijn gegaan met de ruiming van de panden aan de [adres 4] te [plaats 2] en de [adres 2] , nu de verdediging vrijspraak bepleit van hetgeen ten laste is gelegd met betrekking tot deze panden.
Subsidiair verzoekt de verdediging om matiging van de ruimingskosten van het pand [adres 4] . Deze ruimingskosten bedragen € 4.383,99, wat de verdediging exorbitant hoog vindt voor de ruiming van een hennepkwekerij.
Voor het overige refereert de verdediging zich aan het oordeel van Uw Rechtbank.
8.3
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een aanvullend proces-verbaal (nummer 447, pagina 3192) waarin een berekening is gemaakt van de kosten van ruiming van de hennepkwekerijen en de hennep gerelateerde goederen in het onderzoek Geelster23.
Dit betreft de ruiming van de hennepkwekerijen die werden aangetroffen in de panden aan de [adres 5] te [plaats 1] , [adres 4] te [plaats 2], [adres 3] te [plaats 1] , de [adres 2] en de hennep gerelateerde goederen die werden aangetroffen in de garageboxen aan de [adres 9] te [plaats 3] en de [adres 8] te [plaats 1] .
Door de Domeinen Roerende Zaken zijn kosten gemaakt bij het ruimen van de aangetroffen
hennepkwekerijen en/of hennep gerelateerde goederen. Er is een overzicht gemaakt van de kosten die gerelateerd zijn aan hennepkwekerijen/hennep gerelateerde goederen die werden aangetroffen in onderzoek Geelster23 waarbij een totaalbedrag a € 11.508,91 euro werd berekend. Van de voornoemde kosten werd een proces-verbaal opgemaakt voorzien van het proces-verbaalnummer 443, procesdossier van onderzoek Geelster23 voorzien van de paginanummers 3198 t/m. 3207.
De rechtbank is van oordeel dat aan de voorwaarden voor oplegging van de maatregel is voldaan. Verder zijn de kosten die zijn opgenomen in het door de officier van justitie ingebrachte aanvullend proces-verbaal in het onderzoek Geelster23 voldoende onderbouwd en zijn aan te merken als kosten in de zin van artikel 13d Opiumwet. De rechtbank ziet geen aanleiding om de kosten te matigen. Het enkele feit dat de verdediging deze, zonder nadere toelichting die ontbreekt, als exorbitant hoog aanmerkt is daartoe onvoldoende.
De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling van na te melden bedrag aan de Staat ter vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 13d Opiumwet.
Gijzeling
Het rechtbank zal bij het opleggen van de maatregel ook de duur van de gijzeling bepalen die, met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, in dit geval ten hoogste kan worden gevorderd.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 92 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder
parketnummer 08.205856.23, onder 1, 2, 3, 4 5 en 6,
parketnummer08-158216-22, onder 1 en 2,
parketnummer 08-020831-23 onder 1 en 2,
ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08.205856.23, feit 1,
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
parketnummer 08.158216.22, feit 1 en parketnummer 08.020831.23, feit 1,
telkens het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 08.205856.23, feit 2, parketnummer 08.158216.22, feit 2 en parketnummer 08.020831.23, feit 2,
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
parketnummer 08.205856.23:feit 3,het misdrijf: identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, meermalen gepleegd;
feit 4,het misdrijf:voorhanden hebben van voorwerpen, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, meermalen gepleegd;
feit 5,het misdrijf: opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, meermalen gepleegd;
feit 6,het misdrijf: valsheid in geschrift en opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
10 (tien maanden) niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie ) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
parketnummer 08-205856-23
- wijst de vordering van de benadeelde partij [naam 4] (feit 3) toe tot een bedrag van € `135,00 (bestaande uit proceskosten);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 4] van een bedrag van € 135,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2024);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 135,00 (zegge: honderdvijfendertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
2 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [naam 4] , voor het meer of anders gevorderde of verzochte niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[bedrijf 1] B.V.(feit 3) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;

parketnummer - 08-205856-23

- bepaalt dat de benadeelde partij: [bedrijf 7] (feit 5) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen/veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
parketnummer 08-020831-23
- bepaalt dat de benadeelde partij: Enexis Netbeheer B.V. (feit 3) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen/veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers:
[code 1] : Iphone 14, Apple
[code 2] : notebook PC, merk Medion
- legt de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ter vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 13d Opiumwet een bedrag van
€ 11.508,91 (elfduizend vijfhonderdacht euro en eenennegentig eurocent);
- bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd op
92 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J.C. Hangx, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. R.G.J. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2024.
Buiten staat
Mr. G.H. Meijer is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.[adres 3] te [plaats 1] , [adres 4] te [plaats 2] , [adres 5] te [plaats 1] (parketnummer 08.205856.23, feit 2), [adres 1] te [plaats 1] (parketnummer 08-158216-22, feit 2) en de [adres 2] (parketnummer 08-020831-23, feit 2),
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, Districtsrecherche Twente, onderzoek Geelster23/ON2R023048. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Proces-verbaal van bevindingen, pag.1820
4.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, pag. 821 t/m 827 en Ruimlijst hennep pag. 828.
5.Een geschrift, te weten eigendomsinformatie van het Kadaster, pag. 816 en 817.
6.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1825 t/m 1829.
7.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 922 en 923.
8.Proces-verbaal van verhoor pag. 964, proces-verbaal van verhoor pag. 968 t/m 970, aangifte pag. 974 en 975.
9.Proces-verbaal van bevindingen pag. 885
10.Proces-verbaal van bevindingen pag. 879 t/m 882.
11.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, pag. 290 t/m 294 en ruimlijst hennep, pag. 297
12.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 298.
13.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 288 en 289.
14.Proces-verbaal van bevindingen pag. 132 en 133.
15.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 350.
16.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, pagina 361 tot en met 364 (en de daarbij gevoegde bijlagen tot en met pag. 420).
17.Proces-verbaal van bevindingen pag. 353
18.Proces-verbaal van bevindingen huur en energiebetalingen [adres 4] [plaats 2] , pag. 506 en 507.
19.Een geschrift, te weten een huurovereenkomst van 27-9-2021, pag. 531 – 535
20.Een geschrift, te weten beëindiging huurovereenkomst van 11 april 2023, pag. 597
21.Proces-verbaal van bevindingen pag. 506 en 507.
22.Proces-verbaal van bevindingen pag. 507.
23.Proces-verbaal van bevindingen pag. 456.
24.Proces-verbaal van vehoor pag. 516 en 517.
25.Processen-verbaal van bevindingen pag. 482, 485 en 486, 487 en 488.
26.Proces-verbaal van verhoor pag. 560 t/m 564.
27.Het proces-verbaal van verhoor van getuige opgemaakt door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank op 16 juli 2024.
28.Proces-verbaal van aangifte en de daarbij gevoegde bijlagen, pag. 833 t/m 855.
29.Proces-verbaal van aangifte Enexis en de daarbij gevoegde bijlagen, pag. 421 t/m 455.
30.Een geschrift te weten een formulier aangifte diefstal/verduistering (elektriciteit) pag. 426 t/m 428.
31.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, pag. 290 t/m 293.
32.Proces-verbaal van bevindingen inzake budget energie, pag. 1449 t/m 1455.
33.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1455 e.v.
34.Een geschrift te weten een huurcontract kamer, pag. 1456, 1458 en 1459.
35.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1336 e.v.
36.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1069 in combinatie met proces-verbaal van bevindingen pag. 1071.
37.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1074 tot en met pag. 1076.
38.Proces-verbaal van aangifte en de daarbij gevoegd bijlagen pag. 1079 t/m pag. 1118.
39.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1137 en 1138.
40.Proces-verbaal van bevindingen informatie van Frank Energie, pag. 1124 t/m 1130.
41.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 1131 en 1132.
42.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 1142 en 1143.
43.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 1133.
44.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 1135.
45.Proces-verbaal van verhoor, pag. 1223 t/m 1232.
46.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1822 t/m 1824.
47.Processen-verbaal van verhoor pag. 1769 en pag. 1776
48.Proces-verbaal van aangifte pag. 1780 en de daarbij gevoegde bijlage (huurcontract).
49.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1784 en 1785.
50.Proces-verbaal van verhoor getuige, pag. 1786 t/m 1791.
51.Een geschrift, te weten uittreksel “eigendomsinformatie Kadaster, pag. 1491.
52.Het proces-verbaal van bevindingen, pag. 1492 en 1493.
53.Een geschrift, te weten een Ruimlijst Hennep, pagina1507.
54.Mutatierapport pag. 1515
55.Tapgesprekken pag. 1511 en 1513.
56.pag. 1519
57.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 779 en 778 en Ruimlijst Hennep, pag. 783.
58.Hennepbericht, pag. 788 t/m 790.
59.Een geschrift te weten een huurovereenkomst, pag. 584.
60.Proces-verbaal van bevindingen en de daarbij gevoegde bijlage pag. 760 - 771 en Ruimlijst Hennep pag. 764.
61.Proces-verbaal van bevindingen en de daarbij gevoegde bijlage pag. 761 e.v..
62.Een geschrift, te weten een huurovereenkomst, pag. 590.
63.Proces-verbaal van aangifte, pag. 1570 t/m 1576.
64.Proces-verbaal van aangifte pag. 1549 t/m 1567 en proces-verbaal van aangifte pag. 1618.
65.Proces-verbaal ter terechtzitting van 2 augustus 2024.
66.Proces-verbaal van aangifte pag. 1645 en 1646
67.Een geschrift, te weten een factuur nummer [nummer 3] , pag. 66.
68.Een geschrift, te weten een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel pag. 1702.
69.Een geschrift te weten een e-mailbericht van de gemeente Enschede , pag. 1704.
70.Het proces-verbaal van getuigenverhoor, pag. 1714 en 1732.
71.Proces-verbaal van bevindingen pag. 1824,1845 en 1847
72.Op grond van artikel 255, lid 4, Wetboek van Strafvordering.
73.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, pag. 1344 t/m 1348.
74.Een geschrift, te weten een Ruimlijst Hennep, pag. 1507.
75.Het proces-verbaal van bevindingen eerdere oogst en de daarbij gevoegde bijlage, pag. 1355 t/m 1389.
76.Een geschrift, te weten uittreksel “eigendomsinformatie Kadaster, pag. 1353 en 1354.
77.Relaas proces-verbaal, pag 1332.
78.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 1435 en 1436.
79.Proces-verbaal van verhoor, pag. 1462en 1463.
80.Een geschrift, te ween aangifte diefstal/verduistering (elektriciteit) van Enexis Netbeheer en de daarbij gevoegde bijlagen, pag. 1395 t/m 1418
81.Proces-verbaal van aantreffen Hennepkwekerij pag. 1004 t/m 1008.
82.Proces-verbaal van bevindingen en fotobijlage, pag. 1009 e.v.
83.Proces-verbaal van aangifte en de daarbij gevoegde bijlage, pag. 1035 e.v.
84.Proces-verbaal van verhoor, pag. 1227 e.v..