In deze zaak heeft eiser administratiewerkzaamheden verricht voor gedaagde en een factuur gestuurd die gedaagde niet heeft betaald. Gedaagde betwist de volledige factuur en stelt dat zij slechts voor één van de posten opdracht heeft gegeven. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet de gehele factuur hoeft te betalen, maar wel het bedrag voor de werkzaamheden waarvoor zij opdracht heeft gegeven. De kantonrechter wijst de vordering van eiser tot betaling van € 365,00 toe, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf 3 mei 2023. Daarnaast wordt een bedrag van € 54,75 aan buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door kantonrechter A.M. Koene op 13 augustus 2024.