Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
“ [omschrijving] ” en/of “ [omschrijving] ” tot een totaalbedrag van EUR 118.986,96, althans enig geldbedrag, verstuurd/laten sturen aan [bedrijf 1] B.V. (zie DOC-063, p. 1337 e.v.);
EUR 118.986,96, althans enig geldbedrag, (laten) ontvangen op een bankrekening ten name van [bedrijf 2] GmbH (zie DOC-040-02, p. 1241 en DOC-118, p. 2103);
“ [omschrijving] ” tot een totaalbedrag van EUR 931.983,49, althans enig geldbedrag, verstuurd/laten sturen aan [bedrijf 3] (zie DOC-062, p. 1313 e.v. );
“ [omschrijving] ” tot een totaalbedrag van EUR 931.983,49, althans enig geldbedrag, (laten) ontvangen op een bankrekening ten name van [bedrijf 2] GmbH (zie DOC-119, p. 2104);
3.De procesafspraken
4.De voorvragen
[naam 1] , de ex-echtgenote van verdachte. [5]
- het proces-verbaal van bevindingen (het gebruik van e-mailaccounts door [verdachte] ) van 15 september 2020 (AMB-012);
- het proces-verbaal van bevindingen (aansluiting administraties 2014 t/m 2019 [bedrijf 2] GmbH) van 13 oktober 2020 (AMB-013);
- het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] van 15 juli 2020 (G-004-01)
- het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 28 juli 2020 (G-010-01);
- een geschrift, te weten een aangifte van [getuige] van 8 januari 2019, inclusief bijlagen (DOC-001);
- een geschrift, te weten een overzicht van de ontvangsten door [bedrijf 2] van [bedrijf 1] B.V. (DOC-040-02);
- een geschrift, te weten een overzicht van de verkoopfacturen van [bedrijf 2] GmbH aan [bedrijf 1] B.V. (DOC-063);
- een geschrift, te weten een e-mailbericht van [verdachte] aan [naam 4] van 30 augustus 2018 (DOC-070);
- een geschrift, te weten een e-mailbericht van [verdachte] aan [naam 3] van 4 augustus 2016 (DOC-080);
- een geschrift, te weten een overzicht van de contactmomenten tussen [getuige] en [verdachte] (DOC-084);
- een geschrift, te weten een overzicht van de ontvangen betalingen van [bedrijf 1] B.V. i.v.m. werkzaamheden [verdachte] (DOC-118).
- het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] van 15 juli 2020 (G-003-01-01);
- een geschrift, te weten een overzicht van de verkoopfacturen van [bedrijf 2] GmbH aan [bedrijf 3] (DOC-062);
- geschriften, te weten e-mailberichten van [verdachte] aan [naam 2] van 3 juli 2017 en 16 maart 2018 (DOC-076);
- een geschrift, te weten een overzicht van de ontvangen betalingen van [bedrijf 3] i.v.m. werkzaamheden [verdachte] (DOC-119).
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van bedrieglijke bankbreuk, meermalen gepleegd;
medeplegen van het als degene die in staat van faillissement is verklaard, tijdens het faillissement enig goed aan de boedel onttrekken, terwijl hij weet dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld, meermalen gepleegd.
7.De strafbaarheid van verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
- het (netto) benadelingsbedrag is vastgesteld op € 580.000,00;
- verdachte en de curator een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten voor een bedrag van € 580.000,00 en dat dit bedrag reeds door verdachte aan de boedelrekening is voldaan;
- de oriëntatiepunten voor fraude van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) bij een benadelingsbedrag van € 580.000,00 een gevangenisstraf van 18 tot 24 maanden in overweging geven;
- het lange tijdsverloop in de afdoening van de strafzaak;
- het recidiverende karakter van verdachte zoals blijkt uit het uittreksel uit zijn justitiële documentatie.
€ 580.000,00 uit de vaststellingsovereenkomst reeds aan de boedelrekening heeft voldaan en als gevolg daarvan zijn persoonlijk faillissement is opgeheven, het niet-geringe tijdsverloop en de overschrijding van de redelijke termijn.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
medeplegen van bedrieglijke bankbreuk, meermalen gepleegd;
medeplegen van het als degene die in staat van faillissement is verklaard, tijdens het faillissement enig goed aan de boedel onttrekken, terwijl hij weet dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen.