In deze zaak heeft ST Transport aan eiser, handelend onder de naam [bedrijf 1], opdracht gegeven om twee vrachtwagens te behandelen tegen bedwantsen. Eiser heeft hiervoor een rekening van € 1.103,52 gestuurd, welke niet is betaald door ST Transport. Eiser vordert in deze procedure betaling van deze rekening, inclusief rente en incassokosten, wat het totaalbedrag op € 1.316,13 brengt. ST Transport betwist de vordering en stelt dat eiser heeft gegarandeerd dat de bedwantsen zouden wegblijven en dat extra behandelingen gratis zouden zijn. Na de behandeling kwamen de bedwansen echter terug, wat leidde tot een verlies bij de verkoop van de vrachtwagens door ST Transport.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat ST Transport niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde garantie van eiser. De garantie op de website van eiser vermeldt enkel dat de behandeling professioneel en veilig wordt uitgevoerd, zonder resultaatgarantie. Bovendien heeft ST Transport in januari 2024 aangegeven dat de factuur betaald zou worden, terwijl zij al wist dat de bedwantsen nog aanwezig waren. De kantonrechter oordeelt dat ST Transport zijn verplichtingen moet nakomen en de rekening van eiser moet betalen.
De kantonrechter heeft ST Transport veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De proceskosten zijn begroot op € 686,37. Dit vonnis is uitgesproken op 6 augustus 2024 door mr. A.M. van Diggele.