Op 6 augustus 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 32-jarige man. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met een proeftijd van twee jaar. De man was beschuldigd van het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal op zijn telefoon, waarbij hij een gewoonte had gemaakt van dit gedrag. De tenlastelegging betrof de periode van 1 maart 2022 tot en met 1 februari 2023, waarin de verdachte in Deventer meerdere keren afbeeldingen en video's van seksuele gedragingen met minderjarigen had verworven en in bezit had gehad. Tijdens de zitting op 23 juli 2024 heeft de verdachte een bekennende verklaring afgelegd, en de rechtbank heeft op basis van de beschikbare bewijsmiddelen, waaronder proces-verbalen van de politie en de bekennende verklaring van de verdachte, vastgesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kon worden.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het gepleegd is, en de persoon van de verdachte. De verdachte had in totaal 233 kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon, waarvan 106 gemakkelijk toegankelijk waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt, zoals bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft ook de rehabilitatie van de verdachte in overweging genomen, aangezien hij vrijwillig therapie volgt voor zijn gedrag. De rechtbank heeft besloten om af te wijken van de gebruikelijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gezien de positieve ontwikkeling van de verdachte in therapie.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2024.