Uitspraak
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
.De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H. Gümüs, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. Eiseres vordert betaling van achterstallig loon en een aanzegvergoeding. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 juli 2024, waarbij alleen eiseres aanwezig was. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen gedaagde. De vorderingen van eiseres zijn beoordeeld, waarbij de kantonrechter heeft vastgesteld dat de aanzegvergoeding niet kan worden toegewezen omdat deze niet tijdig is ingediend. Eiseres vorderde ook achterstallig loon over februari en maart 2024, maar de gevorderde bedragen kwamen niet overeen met de loonstroken. Uiteindelijk heeft de kantonrechter een bedrag van € 1.579,13 bruto aan achterstallig loon toegewezen, vermeerderd met vakantiebijslag en wettelijke verhoging. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van het loon vanaf april 2024 en de wettelijke rente. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke kosten en proceskosten toegewezen, en gedaagde moet binnen veertien dagen deugdelijke bruto/netto-specificaties verstrekken. Het vonnis is uitgesproken op 5 augustus 2024.