3.4Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het procesverbaal van de terechtzitting van 18 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het procesverbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 24 januari 2022, met bijlagen, pagina’s 6-18.
In de doos die bij verdachte en [betrokkene] op het moment van aanhouding op de grond stond, zaten 45 stuks vuurwerk met het opschrift Retorno 100.Het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (COV) heeft onderzoek verricht naar dit vuurwerk. Daaruit blijkt dat het vuurwerk wordt aangemerkt als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit.
Voorhanden hebben in de auto
[betrokkene] heeft verklaard dat hij via Snapchat twee pakjes Retorno 100 had besteld. Op het moment dat het bestelde vuurwerk werd bezorgd met de auto met kenteken [kenteken] en [betrokkene] met verdachte stond te praten bij die auto, kwam de politie aanrijden.De verklaring van [betrokkene] dat hij vuurwerk heeft gekocht, vindt steun in het dossier. In de telefoon van [betrokkene] is een Snapchat-gesprek [met verdachte] van 24 november 2021 aangetroffen waarin over vuurwerk wordt gesproken en hij zijn adres noemt.De auto met kenteken [kenteken] is in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte].Uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden volgt dat het vuurwerk aanwezig was in de auto waarin verdachte en medeverdachte [medeverdachte] naar Kesteren zijn gereden. Verdachte ontkent ook niet dat dit vuurwerk zich in de auto bevond.
Overwegingen rechtbank feit 2
De verklaring van verdachte ter zitting dat hij samen met [medeverdachte] aquariumspullen ging ophalen, acht de rechtbank niet aannemelijk. Verdachte heeft daarover in het politieverhoor niets verklaard. Pas ter terechtzitting, nadat verdachte bekend was met de inhoud van de verklaring van [medeverdachte], heeft hij net als [medeverdachte] verklaard dat het de bedoeling was om samen aquariumspullen op te halen.
Op vragen van de rechtbank over de aard en de kosten van de aquariumspullen die hij zou ophalen, wist verdachte geen adequaat antwoord te geven. In zijn verklaring ter zitting ontbreekt ieder detail hierover. Ook blijkt uit het dossier niet dat er bij de aanhouding van verdachte aquariumspullen zijn aangetroffen en heeft [betrokkene] niets verklaard over het verkopen van aquariumspullen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij samen met [medeverdachte] aquariumspullen ging ophalen en dus niets wist van het vuurwerk achterin de auto, niet aannemelijk.
Gelet op het standpunt van de verdediging, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit tezamen en in vereniging heeft gepleegd. De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard als is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Bij de beoordeling of sprake is van medeplegen kan onder meer rekening worden gehouden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, zijn aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de bijdrage van verdachte van een zodanig gewicht is geweest dat van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] kan worden gesproken. Op grond van het dossier, waaruit onder meer blijkt dat met de telefoon van [medeverdachte] een uur voor de aanhouding een foto is gemaakt van vuurwerk van het type Retorno 100, stelt de rechtbank vast dat ook [medeverdachte] wetenschap had van de aanwezigheid van het professionele vuurwerk in de auto.[medeverdachte] bestuurde de auto en reed samen met verdachte naar een adres dat verdachte had verstrekt terwijl het professionele vuurwerk in de auto aanwezig was. Verdachte heeft, aangekomen bij de woning van [betrokkene], de doos met vuurwerk uit de auto gehaald. Daarnaast is in de telefoon van [betrokkene] een Snapchatgesprek van 24 november 2021 aangetroffen waarin over vuurwerk wordt gesproken en hij zijn adres noemt.
Gelet op het voorgaande, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen met een ander professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad in een auto.
Overwegingen rechtbank feit 3
Verdachte heeft wisselende verklaringen afgelegd over de transactie tussen hem en [betrokkene]. Eerst heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij een doos aan [betrokkene] gaf, waarna hij ter zitting verklaarde dat hij daarmee bedoelde dat hij de koper van het vuurwerk was en de doos overhandigd kreeg van [betrokkene]. In het politieverhoor heeft verdachte verklaard dat hij niet wist wie de andere twee aangehouden personen waren en dat hij niet wist van wie het vuurwerk was en waar dat was gekocht. Gelet op de inconsistentie van de verklaringen van verdachte, en gelet op de hiervoor genoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij de koper van het vuurwerk was, niet geloofwaardig. Daarbij wordt deze verklaring ook weerlegd met het in de telefoon van in de telefoon van [betrokkene] aangetroffen Snapchat-gesprek van 24 november 2021 waarin over vuurwerk wordt gesproken en hij zijn adres noemt.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte het professionele vuurwerk aan [betrokkene] ter beschikking gesteld door dit vuurwerk in aanwezigheid van [betrokkene] uit de auto te halen en neer te zetten op een wijze waardoor het aan [betrokkene] ter beschikking stond. Daarbij geldt dat verdachte een geldbedrag van [betrokkene] in ontvangst had genomen, , waarna - indien de afwikkeling van de transactie niet was verstoord - [betrokkene] het door hem betaalde vuurwerk had kunnen meenemen.