ECLI:NL:RBOVE:2024:4042

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 juli 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
71.147489.22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake jeugddetentie met wijziging van opgelegde straf

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 juli 2024 een herstelvonnis uitgesproken met betrekking tot de opgelegde jeugddetentie van een verdachte, geboren in 2003. In het eerdere vonnis van 16 juli 2024 was een jeugddetentie van 730 dagen opgelegd, waarvan 149 dagen voorwaardelijk. De rechtbank constateerde echter dat deze straf niet in overeenstemming was met de wettelijke maximale duur van jeugddetentie, die 720 dagen bedraagt, zoals bepaald in artikel 77i van het Wetboek van Strafrecht. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis.

De rechtbank heeft de opgelegde straf aangepast en de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 720 dagen, waarvan 139 dagen voorwaardelijk. De rechtbank heeft benadrukt dat deze wijziging noodzakelijk was om de rechtszekerheid te waarborgen en dat het herstelvonnis geen nieuwe termijn voor hoger beroep inluidt. De tekst van het eerdere vonnis is aangepast om de juiste duur van de jeugddetentie weer te geven. Dit herstelvonnis is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, met uitzondering van de voorzitter, die niet in de gelegenheid was om te ondertekenen.

Het herstelvonnis laat het oorspronkelijke vonnis, voor zover niet gewijzigd, volledig in stand en vormt een onverbrekelijk geheel met het oorspronkelijke vonnis. De griffier zal dit herstelvonnis aan het oorspronkelijke vonnis hechten en aan de betrokken partijen toezenden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.147489.22
Datum herstelvonnis: 26 juli 2024
Herstelvonnis van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2003 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.De aanleiding en de beoordeling

De rechtbank heeft geconstateerd dat in het vonnis van 16 juli 2024 op pagina 17, onder het kopje “
Strafoplegging” staat vermeld: “Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste jeugddetentie voor de duur van 730 dagen, waarvan 149 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden is.” En in het dictum op pagina 19 staat vermeld:
“- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
730 (zevenhonderddertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
149 (honderdnegenenveertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.”
De rechtbank heeft vastgesteld dat hier sprake is van een kennelijke fout, aangezien op grond van artikel 77i , eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) de maximale duur van de jeugddetentie vierentwintig maanden is, wat gelet op het bepaalde in artikel 88 Sr gelijk staat aan 720 dagen (te weten vierentwintig maal dertig) in plaats van de in het vonnis opgenomen 730 dagen. Hierdoor dient ook het voorwaardelijke deel van de jeugddetentie te worden gewijzigd in 139 dagen in plaats van 149 dagen.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

2.De beslissing

De rechtbank bepaalt dat de tekst onder het kopje “
Strafoplegging” op pagina 17 van het vonnis als volgt (bij herstel) dient te worden gelezen:
Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een jeugddetentie voor de duur van 720 dagen, waarvan 139 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden is.
Verder bepaalt de rechtbank dat de tekst onder het kopje “
straf”onder het kopje
“8. De beslissing”, op pagina 19 van het vonnis als volgt (bij herstel) dient te worden gelezen:
straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
720 (zevenhonderdtwintig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
139 (honderdnegenendertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
Dit herstelvonnis laat het oorspronkelijke vonnis, voor zover niet gewijzigd, volledig in stand en vormt een onverbrekelijk geheel met het oorspronkelijke vonnis en doet geen nieuwe termijn voor hoger beroep ingaan. De griffier zal dit herstelvonnis hechten aan het oorspronkelijke vonnis en aan partijen toezenden.
Deze herstelbeslissing is opgemaakt door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. N.J.C. Monincx en mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, bijgestaan door mr. L.C. Folkerts, griffier, en ondertekend op 26 juli 2024.
Buiten staat
Mr. S.K. Huisman is niet in de gelegenheid dit herstelvonnis mede te ondertekenen.