Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(effecten), 5 inch) (Pag. 13 COV-rapport C) en/of
COV-rapport C) en/of
(Pag. 20 COV-rapport C) en/of
(Pag. 23 COV-rapport C) en/of
COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
(effecten)) (Pag. 42 COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
61 COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
(Pag. 71 COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
COV-rapport) en/of
Zwart) (Pag. 10 COV-rapport) en/of
170 Rood) (Pag. 14 COV-rapport) en/of
-rapport) en/of
-rapport) en/of
-rapport) en/of
-rapport) en/of
31 COV-rapport) en/of
-rapport) en/of
-rapport) en/of
-rapport) en/of
3.De bewijsmotivering
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
handelen in strijd met een in art. 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
handelen in strijd met een in art. 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderd en tachtig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;