Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.Inleiding / samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
op 23 juli 2024. (ap)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft een werknemer, [eiser], een vordering ingesteld tegen zijn werkgever, Jumbo Distributiecentrum B.V., met betrekking tot een arbeidsovereenkomst. De werknemer stelt dat hij in de periode van 2020 tot en met 2023 niet het loon heeft ontvangen waar hij recht op heeft. Hij beweert dat de werkgever ten onrechte 108 vakantie-uren heeft afgeboekt en dat de korting op zijn salaris vanwege arbeidsongeschiktheid niet correct is. Naast de vordering van achterstallig salaris heeft de werknemer ook andere vorderingen ingesteld, waaronder vergoedingen voor reiskosten, werkschoenen en een heftruckcertificaat. De kantonrechter heeft de vorderingen van de werknemer afgewezen. De rechter oordeelt dat Jumbo de salarisbetalingen correct heeft uitgevoerd en dat de werknemer niet voldoende heeft onderbouwd dat hij recht heeft op meer salaris. Ook de vordering tot vernietiging van een afspraak over de salarisbetaling van 50% werd afgewezen, omdat de kantonrechter niet kon vaststellen dat een dergelijke afspraak bestond. De vorderingen met betrekking tot reiskosten, werkschoenen en het heftruckcertificaat werden eveneens afgewezen, omdat de werknemer niet aan de vereisten voldeed om deze vergoedingen te ontvangen. Tot slot werd de werknemer veroordeeld in de proceskosten, omdat hij in het ongelijk was gesteld.