ECLI:NL:RBOVE:2024:3933

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
08/333228-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor poging tot zware mishandeling en openlijke geweldpleging tijdens voetbalwedstrijd

Op 23 juli 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 39-jarige man, die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot zware mishandeling en openlijke geweldpleging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van drie jaren, en een locatieverbod van vijf jaren rondom het stadion de Grolsch Veste. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 27 juli 2023 tijdens de voetbalwedstrijd tussen FC Twente en Hammarby IF, waarbij de verdachte samen met anderen geweld heeft gepleegd tegen een supporter van Hammarby, die zwaar letsel opliep.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een groep andere supporters, de hoofdtribune heeft bestormd en daarbij de Hammarby-supporters heeft aangevallen. De verdachte heeft een vuistslag uitgedeeld aan het slachtoffer, die vervolgens van de tribune viel en ernstig gewond raakte. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten, wat leidde tot de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten.

De rechtbank heeft het beroep op noodweer van de verdachte verworpen, omdat er geen sprake was van een ogenblikkelijke aanranding. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen en de rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafoplegging. De rechtbank benadrukte dat dergelijk geweld in het openbaar onacceptabel is en dat het de veiligheid van de samenleving in gevaar brengt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/333228-23 (P)
Datum vonnis: 23 juli 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1985 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
9 juli 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J.C. Stam, advocaat in Borne, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 27 juli 2023 te Enschede:
feit 1:(
primair)alleen dan wel samen met anderen heeft geprobeerd [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
(subsidiair)alleen dan wel samen met anderen die [slachtoffer] heeft mishandeld;
feit 2:in het stadion de Grolsch Veste openlijk geweld heeft gepleegd tegen personen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
Hij op of omstreeks 27 juli 2023 te Enschede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn/haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- Een of meerdere malen (met gebalde vuisten) in de richting van die [slachtoffer] heeft geslagen,
- Een of meerdere malen in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd, van die [slachtoffer] heeft geslagen,
- Een of meerdere malen (met vuisten) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen,
- Een of meerdere malen een trap/schop in de richting het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] heeft gegeven en/of
- (met kracht) Heeft getrapt/geschopt met als gevolg dat die [slachtoffer] van een trap is gevallen en/of
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 juli 2023 te Enschede, Tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft mishandeld door
- Een of meerdere malen (met gebalde vuisten) in de richting van die [slachtoffer] te slaan,
- Een of meerdere malen in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd, van die [slachtoffer] te slaan
- Een of meerdere malen (met vuisten) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] te slaan,
- Een of meerdere malen een trap/schop in de richting het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] heeft te geven en/of
- (met kracht) Te trappen/schoppen met als gevolg dat die [slachtoffer] van een trap is gevallen;
2.
hij op of omstreeks 27 juli 2023 te Enschede, openlijk, te weten in Stadion de Grolsch Veste gevestigd op/aan Colosseum 65, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor publiek toegankelijke plaats, in vereniging, geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed te weten een of meerdere onbekend gebleven personen door
- Zich op de hoofdtribune bevinden,
- Een of meerdere malen een onbekend gebleven persoon aan de haren te pakken/te trekken,
- Een of meerdere malen (met kracht) met vuisten op/tegen het hoofd, althans het lichaam, te slaan,
- Een of meerdere malen in/op/tegen het gezicht, althans het lichaam, te slaan,
- Een of meerdere malen (met kracht) op/tegen het hoofd, althans het lichaam, te schoppen/trappen en/of
- Een of meerdere malen (met kracht) tegen het lichaam te schoppen/trappen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair en het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, overeenkomstig zijn pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte van de onder 1 primair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling van [slachtoffer] moet worden vrijgesproken. Het geven van een enkele klap kan niet gekwalificeerd worden als het medeplegen van een poging tot zware mishandeling. Verder is geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerkingen en heeft verdachte geen (voorwaardelijk) opzet gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Daarnaast heeft de raadsman bepleit dat verdachte van het onder 2 tenlastegelegde eveneens moet worden vrijgesproken nu verdachte geen wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld.
4.3
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting de navolgende feiten en omstandigheden vast.
Op 27 juli 2023 heeft in Enschede de voetbalwedstrijd tussen FC Twente en Hammarby IF uit Zweden plaatsgevonden in voetbalstadion De Grolsch Veste. Na afloop van die wedstrijd zijn ongeregeldheden ontstaan. Een groep personen is uit het FC Twente thuisvak “ [locatie 1] ” ( [locatie 1] ) naar de hoofdtribune ( [locatie 2] ) gelopen waar zich onder andere nietsvermoedende supporters van Hammarby IF, waaronder ook kinderen, bevonden. [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] maakten deel uit van deze groep. De personen in deze groep waren veelal in het zwart gekleed en droegen petjes, capuchons en gezichtsbedekkende kleding. De groep zocht zichtbaar de confrontatie met Hammarby IF supporters en gebruikte excessief geweld. Er is door deze groep aan de haren getrokken en geslagen en geschopt tegen het hoofd en lichaam van meerdere onbekend gebleven personen.
Gedurende deze confrontatie is een Hammarby IF supporter, [slachtoffer] , geschopt en geslagen op zijn hoofd en lichaam. Vervolgens is hij aan zijn kleding naar beneden getrokken, waarbij [slachtoffer] een aantal rijen met stoelen naar beneden viel en onderin het vak terechtkwam. Daar werd [slachtoffer] opnieuw geslagen en getrapt. Hij kwam daarbij ten val, waarna hij al liggend op de grond nogmaals geslagen en op zijn hoofd getrapt werd. Nadat [slachtoffer] was opgestaan en zich nabij de trap richting de gracht bevond, kreeg hij een vuistslag in zijn gezicht. Daarna werd hij van achteren geschopt, waarna hij voorover van de trap viel. [slachtoffer] heeft vervolgens op het veld eerste hulp gekregen. Hij was buiten bewustzijn en is geïntubeerd. Vervolgens is hij naar het ziekenhuis vervoerd.
De politie heeft op basis van camerabeelden onderzoek gedaan naar het supportersgeweld. Als verdachten zijn (onder meer) aangemerkt: [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Verdachte is in eerste instantie door de politie aangeduid als NN7. Verdachte heeft zichzelf herkend als NN7.
4.3.1
Feit 1
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of het aan verdachte ten laste gelegde medeplegen van een poging tot zware mishandeling van [slachtoffer] bewezen kan worden verklaard.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] bij het tenlastegelegde het volgende af.
In aanvulling op de onder 4.3 vastgestelde feiten en omstandigheden overweegt de rechtbank dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] zich als onderdeel van een grote groep vanuit ‘ [locatie 1] ’ naar de hoofdtribune hebben begeven, waar zij niets te zoeken hadden. [verdachte] stond niet in ‘ [locatie 1] ’ maar bevond zich tijdens de wedstrijd in [locatie 2] . [verdachte] stond in de gracht toen het begon te escaleren. Hij heeft naar eigen zeggen een Zweedse vrouw met jong kind naar beneden gebracht en is vervolgens naar het plateau van de trap voor de hoofdtribune gelopen. [medeverdachte 4] stond hoger op de tribune en deelde als eerste een kaakslag uit aan [slachtoffer] . [medeverdachte 1] stond er vlakbij en ook hij sloeg met gebalde vuist naar [slachtoffer] . [slachtoffer] werd vervolgens de menigte ingetrokken. [medeverdachte 1] sloeg [slachtoffer] daarbij minimaal vier keer. Ook [medeverdachte 4] begaf zich in de menigte en pakte [slachtoffer] in de nek beet. [medeverdachte 2] bevond zich in de menigte en sloeg enkel keren in de richting van [slachtoffer] . [slachtoffer] werd voorover over de kuipstoeltjes de tribune afgeduwd/getrokken door verschillende personen en werd daarbij meerdere keren geslagen. [medeverdachte 5] stond beneden te wachten en zag dat [slachtoffer] via de tribune met geweld naar beneden werd geduwd/geslagen/getrokken door personen die (met [medeverdachte 5] ) de hoofdtribune bestormd hadden. [medeverdachte 5] sloeg [slachtoffer] vervolgens tien keer en schopte daarna in de richting van diens hoofd. [slachtoffer] wist desalniettemin overeind te komen, maar werd opnieuw aangevallen. [verdachte] en [medeverdachte 3] zagen de op [slachtoffer] toegepaste geweldshandelingen plaatsvinden. Op het moment dat [slachtoffer] zich op plateau van de trap bevond, kreeg [slachtoffer] een vuistslag op zijn gezicht van [verdachte] en werd hij van achteren door [medeverdachte 3] de trap afgeschopt. Zowel [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] als [verdachte] hebben hiermee een significante bijdrage geleverd aan de aaneenschakeling van tegen [slachtoffer] toegepaste geweldshandelingen. Bovendien hebben zij de groep relschoppers getalsmatig vermeerderd, waardoor het [slachtoffer] en de andere Hammarby-supporters werd bemoeilijkt om zich aan het geweld te onttrekken en de tribune te ontvluchten. Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering.
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [verdachte] allen voorwaardelijk opzet hebben gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer] . In de aaneenschakeling van de door verdachten verrichte geweldshandelingen is richting het hoofd van [slachtoffer] getrapt en is [slachtoffer] van een metershoge betonnen trap geschopt, naast tal van overige klappen en schoppen die aan hem zijn uitgedeeld. Er bestond een aanmerkelijke kans dat [slachtoffer] door deze geweldshandelingen zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Voor zover verdachten deze geweldshandelingen niet zelf hebben uitgevoerd, geldt dat zij zich bewust moeten zijn geweest van de aanmerkelijke kans dat door anderen binnen de groep dergelijk geweld zou worden toegepast. Door niettemin aan het tegen [slachtoffer] toegepaste geweld bij te dragen en deel uit te blijven maken van de aanvallende groep, kan het niet anders zijn dan dat verdachten de aanmerkelijke kans dat [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel zou oplopen bewust hebben aanvaard. Van contra-indicaties is niet gebleken.
Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen van een poging tot zware mishandeling van [slachtoffer] bewezen.
4.3.2
Feit 2
[verdachte] heeft ontkend dat hij openlijk geweld heeft gepleegd.
De rechtbank stelt voorop dat van het "in vereniging" plegen van geweld sprake is, indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die "in vereniging" geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
De rechtbank heeft reeds vastgesteld (zie 4.3.1) dat [verdachte] , toen het eerste geweld op de hoofdtribune was losgebarsten, vanaf de gracht naar het plateau van de trap voor de hoofdtribune is gelopen. [verdachte] zag de gewelddadigheden die boven hem op de tribune plaatsvonden en zag ook dat [slachtoffer] werd geslagen en een groot aantal rijen naar beneden viel, zo heeft hij ter terechtzitting verklaard. [verdachte] is niettemin op het plateau blijven staan en niet, zoals hij ter zitting heeft verklaard, louter op zoek naar zijn broer en/of vrienden, gelet op de onmiskenbaar agressieve pose waarin hij met opgestoken middelvinger op camera is vastgelegd. Op het moment dat [slachtoffer] zich op het plateau bevond heeft [verdachte] [slachtoffer] een vuistslag in het gezicht gegeven. [verdachte] heeft zich zodoende verenigd met de aanvallende groep en zelf een significante bijdrage aan het openlijke geweld geleverd.
De rechtbank acht de onder 2 tenlastegelegde openlijke geweldpleging wettig en overtuigend bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 27 juli 2023 te Enschede tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- meerdere malen (met gebalde vuisten) in de richting van die [slachtoffer] heeft geslagen,
- meerdere malen in/op/tegen het gezicht, van die [slachtoffer] heeft geslagen,
- meerdere malen (met vuisten) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen,
- een trap/schop in de richting het hoofd van die [slachtoffer] heeft gegeven en
- (met kracht) heeft getrapt/geschopt met als gevolg dat die [slachtoffer] van een trap is gevallen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 27 juli 2023 te Enschede, openlijk, te weten in Stadion De Grolsch Veste gevestigd op/aan Colosseum 65, in vereniging, geweld heeft gepleegd tegen meerdere onbekend gebleven personen door
- zich op de hoofdtribune bevinden,
- een onbekend gebleven persoon aan de haren te pakken/te trekken,
- (met kracht) met vuisten op/tegen het hoofd, te slaan,
- in/op/tegen het gezicht te slaan,
- (met kracht) op/tegen het hoofd te schoppen/trappen en
- (met kracht) tegen het lichaam te schoppen/trappen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en onder 2 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

5.1
Het beroep op noodweer
5.1.1
Het standpunt van raadsman
De raadsman van verdachte heeft een beroep gedaan op noodweer. Verdachte stelt dat hij de klap aan [slachtoffer] heeft uitgedeeld om zichzelf te verdedigen tegen een dreigende aanval door aangever. Verdachte licht toe dat [slachtoffer] ineens voor hem stond, dat hij enorm angstig was en dat hij [slachtoffer] even daarvoor iemand over de reling van de tribune had zien gooien.
5.1.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het beroep op noodweer niet slaagt.
5.1.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verwerpt het beroep op noodweer.
Voor noodweer is vereist dat verdachte zich noodzakelijkerwijs heeft verdedigd tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. Van een ogenblikkelijke aanranding is ook sprake bij een onmiddellijk dreigend gevaar voor een aanranding. Enkele vrees voor zo'n aanranding is daartoe echter niet voldoende. De gestelde aanranding moet in redelijkheid beschouwd zodanig bedreigend zijn voor de verdachte dat deze kan worden aangemerkt als een ogenblikkelijke aanranding in de zin van artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Naar het oordeel van de rechtbank is niet aannemelijk geworden dat sprake was van een noodweersituatie toen verdachte [slachtoffer] sloeg. De ter terechtzitting getoonde camerabeelden ondersteunen niet dat de gang van zaken direct voorafgaand aan de door verdachte uitgedeelde klap, in redelijkheid beschouwd een onmiddellijk dreigend gevaar voor hem opleverde. Op de beelden is te zien dat op het moment dat [slachtoffer] de klap van verdachte ontving, [slachtoffer] half over de trap hing waar hij een ogenblik later door een andere verdachte vanaf zou worden geschopt, terwijl die andere verdachte hem van achteren bij zijn trui vasthield, en [slachtoffer] zijn rechterhand om de trapleuning had geklemd en zijn linkerarm (kennelijk ter bescherming) rond zijn eigen hoofd had gevouwen. De rechtbank ziet geen enkele aanwijzing dat [slachtoffer] aanstalten maakte om verdachte aan te vallen (voor zover dat in zijn positie überhaupt nog mogelijk was). Het lijkt er eerder op dat [slachtoffer] , die de momenten voorafgaand aan de klap van verdachte naar beneden keek, verdachte in de hectiek niet eens heeft opgemerkt. Kortom: de beelden laten naar het oordeel van de rechtbank geen ander oordeel toe dan dat [slachtoffer] zich voorafgaand aan de door verdachte uitgedeelde kaakslag onmiskenbaar in een benarde toestand bevond waarin hij zichzelf niet eens behoorlijk kon verdedigen, laat staan aanvallen. Dat sprake was van een (dreigend gevaar voor een) ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding is daarmee niet aannemelijk geworden.
5.2.
Kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 47 en 302 Sr. Het onder 2 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 141 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 en 2:
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van poging tot zware mishandeling
en
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

6.1
Het standpunt van raadsman
De verdediging beroept zich op putatief noodweer.
6.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat dit beroep faalt.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verwerpt het beroep op putatief noodweer.
Van putatief noodweer is sprake indien verdachte verschoonbaar heeft gedwaald over het bestaan van een noodzaak tot verdediging tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Daarvan kan sprake zijn als verdachte het dreigende gevaar heeft ingebeeld of de aard van de dreiging verkeerd heeft beoordeeld.
De rechtbank is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte in de (onterechte) veronderstelling verkeerde dat hij zich moest verdedigen tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Uit de omschrijving van wat de rechtbank op de camerabeelden heeft waargenomen (zie 5.1.3) volgt niet alleen dat feitelijk geen sprake was van een onmiddellijk dreigend gevaar voor een aanval door [slachtoffer] , maar ook dat verdachte niet in redelijkheid bij vergissing kan hebben verondersteld dat hij door [slachtoffer] zou worden aangevallen.
Ook voor het overige zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier en een halve maand.
Voorts heeft de officier van justitie oplegging van de maatregel ex artikel 38v Sr voor de duur van vijf jaar gevorderd inhoudende een locatieverbod in een straal van 500 meter rondom het stadion de Grolsch Veste, gevestigd aan het Colosseum 65 in Enschede, op het moment dat er activiteiten zijn van FC Twente heren 1. Iedere keer dat verdachte deze maatregel overtreedt zal vervangende hechtenis moeten worden toegepast voor de duur van twee weken.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een geheel voorwaardelijke straf op te leggen. Mocht de rechtbank een onvoorwaardelijke straf passend achten, dan verzoekt de raadsman in ieder geval geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou leiden tot ontwrichting van het leven van verdachte en zijn gezin. Voorts deelt de raadsman mee dat de gebeurtenissen een traumatiserend effect op verdachte hebben gehad. Verdachte heeft inmiddels een behandeling gevolgd en de kans op herhaling is sterk verkleind.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van [slachtoffer] en aan openlijke geweldpleging tegen onbekend gebleven personen. Verdachte heeft na afloop van de wedstrijd FC Twente – Hammarby IF samen met een grote groep supporters de hoofdtribune aangevallen waarop zich supporters van Hammarby IF bevonden. Verdachte en zijn mededaders waren veelal in het zwart gekleed, droegen petjes, capuchons en gezichtsbedekkende kleding om herkenning te bemoeilijken. Zij hebben zich op zeer gewelddadige wijze tegen de op dat moment nietsvermoedende supporters van Hammarby IF gekeerd. Onder de Hammarby IF bezoekers van de hoofdtribune bevonden zich onder meer kleine kinderen. Verdachte heeft zich bij deze groep gevoegd. [slachtoffer] werd geslagen en geschopt, de menigte ingetrokken, en is van de tribune gevallen, waarna [slachtoffer] opnieuw klappen en trappen kreeg. Nadat [slachtoffer] weer op de been was gekomen kreeg hij van verdachte nog een vuistslag in zijn gezicht, waarna [slachtoffer] van de trap is geschopt. [slachtoffer] is vervolgens op het veld geïntubeerd omdat hij buiten bewustzijn was.
Verdachte heeft met zijn handelen actief bijgedragen aan de rellen die na afloop van de wedstrijd FC Twente – Hammarby IF zijn ontstaan tijdens, wat had moeten zijn, een feestelijke avond om een voetbaloverwinning te vieren. De rechtbank vindt het handelen van verdachte zeer laakbaar. Dat supporters van een club die te gast zijn op een dergelijke wijze worden belaagd is dan ook volstrekt onacceptabel. Verdachte heeft grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] . Bovendien had dit voor [slachtoffer] veel ernstiger kunnen aflopen, dat dit niet is gebeurd is niet verdachte te wijten. Dit alles rekent de rechtbank verdachte aan. Dat geldt ook voor het geweld dat op andere personen die op de hoofdtribune zaten is toegepast. Het geweld is heel beangstigend geweest, niet alleen voor de supporters van Hammarby IF die werden aangevallen, maar ook voor FC Twente supporters die zich op de hoofdtribune bevonden, waaronder ook ouders met kinderen. Het is een feit van algemene bekendheid dat feiten als deze, die zich in het openbaar afspelen, leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Mensen vragen zich af of het nog wel veilig is om naar een voetbalwedstrijd te gaan, en of zij hun kinderen nog wel kunnen meenemen naar het voetbalstadion. Verdachte heeft met zijn gedrag hieraan bijgedragen. Het gaat om ontoelaatbaar gedrag en dat rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoon van de verdachte
Verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 11 juni 2024 in het verleden veroordeeld voor openlijk geweld (voetbalvandalisme).
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 27 juni 2024.
Verdachte komt volgens de reclassering over als een positief ingestelde, hardwerkende en gedreven familieman die doorgaans problemen uit de weg gaat en geen criminele carrière nastreeft. Er worden hoofdzakelijk beschermende factoren gevonden, waaronder de huisvestings-, werk- en financiële situatie, de steunende gezins- en netwerkrelaties, alsmede in de responsiviteit van verdachte voor het behandelingstraject dat hij op eigen initiatief is aangegaan. Alles bij elkaar genomen heeft de delict situatie grote gevolgen voor verdachte -en zijn gezin - gehad, waaronder psychische problemen dan wel trauma gerelateerde klachten, relatieproblemen, problemen in de buurt en de aandacht voor deze zaak vanuit de media.
Verdachte neemt volgens de reclassering verantwoordelijkheid voor het feit dat hij iemand een klap gegeven heeft en dat hij zich daarvoor moet verantwoorden bij de rechtbank. De impact van het delict en de gevolgen die het voor hem en zijn gezin heeft gehad lijken op hem een doorvoelde indruk te hebben achtergelaten, waardoor hij lering heeft getrokken uit de situatie. Om deze redenen, alsmede de lage risicoschatting op recidive, acht de reclassering interventies niet geïndiceerd.
De op te leggen straf
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank onder meer gekeken naar de LOVS-oriëntatiepunten. In de LOVS-oriëntatiepunten wordt voor zware mishandeling zonder gebruik te maken van een wapen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden tot uitgangspunt genomen. Nu het gaat om een poging zal het uitgangspunt met een derde worden verminderd. De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaarde gedragingen poging zware mishandeling en openlijke geweldpleging een zodanig samenhangend feitencomplex opleveren dat er sprake is van eendaadse samenloop. De rechtbank zal als uitgangspunt een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden hanteren. Bij het bepalen van de hoogte van de straf houdt de rechtbank ook rekening met het aantal en soort geweldshandelingen die door verdachte zijn toegepast, het aantal slachtoffers waarop verdachte geweld heeft uitgeoefend en de proceshouding van verdachte.
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij het gevoel heeft dat het hem is overkomen. Verdachte neemt daarmee geen verantwoordelijkheid voor zijn eigen handelen. Verdachte heeft een vrouw en kind in veiligheid gebracht omdat hij zag dat het op de tribune escaleerde maar is vervolgens wel teruggekeerd naar de tribune en heeft zich daar bij de agressors gevoegd en [slachtoffer] een vuistslag gegeven.
Desalniettemin zal de rechtbank afwijken van het hiervoor gestelde uitgangspunt nu verdachte zijn aandeel in het geheel beperkt is gebleven. De rechtbank zal om die reden aan verdachte een taakstraf voor de duur van 240 uren opleggen en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank is van oordeel dat herhaling moet worden voorkomen. Verdachte moet niet alleen gestraft worden, maar de strafoplegging moet ook voorkomen dat verdachte zich in de toekomst opnieuw in zo’n situatie gaat begeven. Om die reden zal de rechtbank de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen als stok achter de deur.
De rechtbank acht ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten het noodzakelijk een locatieverbod op te leggen, in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van 38v Sr. Het locatieverbod houdt in dat verdachte zich niet in een straal van 500 meter rondom het stadion de Grolsch Veste, gevestigd aan het Colosseum 65 in Enschede, mag bevinden op het moment dat er activiteiten zijn van FC Twente heren 1. Het locatieverbod geldt gedurende een periode van vijf jaren. Iedere overtreding van dit locatieverbod levert steeds twee weken vervangende hechtenis op, tot een maximum van zes maanden.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 38w en 55 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 2:
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van poging tot zware mishandeling
en
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
maatregel
- legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidals
bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van
5 (vijf) jaren;
- beveelt dat de verdachte zich niet mag bevinden in een straal van 500 meter rondom het stadion de Grolsch Veste, gevestigd aan het Colosseum 65 in Enschede, op het moment dat er activiteiten zijn van FC Twente heren 1;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel per overtreding wordt vervangen door
2 (twee) wekenhechtenis en bepaalt daarbij dat de maximale hechtenis zes maanden bedraagt;
- toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en
mr. H.J. Berends, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2024.
Buiten staat
Mr. A.M.G. Ellenbroek is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600 2023539405. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feiten 1 en 2
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 1 augustus 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 76 t/m 78:
Op 27 juli 2023 bevond ik mij samen met collega’s, allen voetbalbegeleiders van de politie, in burger gekleed in het voetbalstadion van FC Twente. In het stadion van FC Twente, De Grolsch Veste werd de wedstrijd FC Twente tegen Hammarby IF gespeeld. Tijdens de wedstrijd namen wij plaats in [locatie 2] gezien de aanwezigheid van de Hammarby supporters op deze vakken. Ik zag na het eindsignaal van de wedstrijd dat vanuit de richting van [locatie 1] een grote groep “supporters”, veelal in het zwart gekleed en met gezichtsbedekking, [locatie 2] opstormde. Ik zag dat deze groep de confrontatie zocht met de supporters van Hammarby die op [locatie 2] stonden. Deze groep gebruikt excessief geweld tegen de fans van Hammarby. De groep Twente “supporters” had zich verspreid over [locatie 2] van boven naar beneden. Ik zag dat de groep “hooligans” vol in de aanval ging met de supporters van Hammarby op [locatie 2] . Ik zag dat een deel ervan probeerde te vluchten, maar dat dit lastig was doordat overal in het vak nog mensen waren en dat de stoelen een sta in de weg waren. Een klein deel dat niet zo snel weg kon bleef staan en verweerde zich. Ik zag dat er voluit werd geslagen en getrapt.
Ik zag dat een supporter van Hammarby, een manspersoon met een ietwat fors postuur, gekleed in een lichtblauw shirt, staande in [locatie 2] , door kennelijk Twentehooligans aan zijn kleding naar beneden werd getrokken waarbij hij enkele rijen met stoelen naar beneden viel. Ik zag dat deze persoon onderin het vak terechtkwam en door minimaal 3 a 4 “hooligans” werd belaagd. Ik zag dat hij werd geslagen en getrapt. Ik zag dat deze man ten val werd gebracht en dat hij al liggend op de grond meermalen werd geslagen en getrapt. Ik zag dat de groep “hooligans” met kracht sloegen en dat enkelen van hen zelfs met hun hakken op deze persoon aan het intrappen waren. Ik zag dat hij over zijn hele lichaam en op zijn hoofd werd geraakt. Nadat het geweld was gestaakt trachtte deze persoon op te staan. Toen hij wankelend op zijn benen stond greep hij naar zijn hoofd en hield met zijn andere hand de railing aan de voorzijde van het plateau vast. Ik zag dat deze persoon vervolgens deels over de railing hing. Ik zag dat hij voorover viel en rollend van de betonnen trap viel. De bedoelde persoon viel onderaan de trap op de grond. De bewuste man lag bewegingsloos op de grond en werd door omstanders daar weggedragen in de richting van het speelveld.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 3° Sv, te weten hoofdaangifte van [slachtoffer] van 1 augustus 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s
92 – 101:
Op 27 juli 2023 speelde Hammarby uit tegen Twente in het voetbalstadion van Twente in Enschede. Aan het einde van de wedstrijd kwam een aantal personen via het veld naar de hoofdtribune van Hammarby. Onbekende personen hebben gezamenlijk en in onderlinge overeenstemming aangever geschopt waardoor letsel is ontstaan. Onbekende personen hebben ervoor gezorgd dat aangever van de tribune op het veld is gevallen. Hij viel ongeveer vier meter, aangever heeft als gevolg van de val letsel opgelopen. Aangever vertelt dat honderden supporters van het thuisspelende team op het veld kwamen en naar de tribune waar hij stond renden. Vervolgens klommen de supporters op de tribune en vielen aangever aan toen hij andere bezoekers probeerde te beschermen.
Aangever vertelt dat hij een hartstilstand kreeg en pas later in het ziekenhuis wakker werd toen hij aan de beademing lag. Nu op 1 augustus 2023 heeft hij pijn in zijn hele lichaam, schaafwonden op zijn rug en blauwe plekken op zijn achterhoofd.
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 28 november 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina 104:
Op 27 november 2023 heeft verbalisant gebeld met aangever. Aangever heeft verklaard dat hij op het veld door medisch personeel is geïntubeerd toen hij buiten bewustzijn was.
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 16 augustus 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 156 – 176:
Ik, verbalisant, bekeek de videobeelden ( [bestandsnaam 1] ) die na afloop van de wedstrijd FC Twente – Hammarby IF op 27 juli 2023 zijn gemaakt. Op de volgende momenten zag ik de volgende gedragingen van NN1:
Camerapunt 1:
0.36: Ik zag dat NN1 tweemaal een schoppende/stampende beweging maken naar een man in
een grijze jas, met zwarte bandana om het hoofd.
0.43: Ik zag dat NN1 een harde schop uitdeelde, gericht op het hoofd van een staande man. Ik zag dat de schop het hoofd schampte.
0.52: Ik zag dat hij twee schoppen uitdeelde aan een man met blonde haren. Ik zag dat de man met blonde haren een ander persoon betrof dan de man met de grijze jas.
0.56: Ik zag dat NN1 met zijn linkerhand een persoon met capuchon op ter hoogte van zijn schouder aan de jas beetpakte. Ik zag dat NN1 tweemaal met een gebalde vuist van de rechterhand, en met kracht, gericht sloeg richting het hoofd van de persoon met capuchon op.
1.35: Ik zag NN1 bovenaan de balustrade. Ik zag dat hij zich met beide handen vasthield aan het hekwerk van de balustrade. Ik zag dat hij op snelheid in beeld kwam en met zijn rechterbeen schopte op een persoon wie probeerde op te staan. Ik zag dat de persoon werd geraakt op zijn borst danwel de buik.
1.44: Ik zag dat NN1 met een gebalde rechtervuist één kaakslag uitdeelde aan een man in een licht blauwe trui. Ik zag dat NN1 de man raakte op de linker kaak.
2.01: Ik zag dat NN1 achteruit de menigte in liep nadat NN1 de vuistslag had uitgedeeld. De man in blauwe trui werd vervolgens de menigte in getrokken. Ik zag dat NN1 zich in de menige begaf. Ik zag dat NN1 de man in lichtblauwe trui in de nek beetpakte met zijn rechterhand. Ik zag dat de man in de lichtblauwe trui voorover over de kuipstoeltjes van de tribune werd geduwd/getrokken door verschillende personen. Ik zag dat NN1 hierbij stond.
Verdachte
Achternaam : [medeverdachte 4]
Voornamen : [medeverdachte 4]
Geboren : [geboortedatum 2] 2001 in [geboorteplaats 2]
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 16 augustus 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 217 – 230:
Ik, verbalisant, bekeek de videobeelden ( [bestandsnaam 1] ) die na afloop van de wedstrijd FC Twente – Hammarby IF op 27 juli 2023 zijn gemaakt. Op de volgend genoemde tijden, zag ik de volgende gedragingen van NN2:
Camerapunt 1
0.34: Ik zag dat NN2 gericht liep naar de plek waar gevochten werd. Ik zag dat NN2 met een gebalde vuist sloeg in de richting van het hoofd van een man in grijze jas met zwarte bandana om het hoofd. Ik zag dat de eerste vuistslag langs het hoofd ging. Vervolgens zag ik dat NN2 nogmaals krachtig sloeg met gebalde vuist. Ik zag dat deze vuistslag op het gezicht terecht kwam bij de man in grijze jas. Ik zag dat de man in grijze jas onderuitging na de
vuistslag.
0.38: Ik zag dat NN2 een krachtige vuistslag plaatste op het achterhoofd van de man in grijze jas. Vervolgens deed NN2 een poging om een man met blonde haren met een vuistslag te slaan. Ik zag dat NN2 mis sloeg.
0.51: Ik zag dat NN2 zich door de menigte heen bewoog. Ik zag dat NN2 probeerde om bij een man met blonde haren te komen. Ik zag dat NN2 de man te pakken kreeg door met zijn linkerhand de blonde man bij de haren vast te pakken.
1.55: Ik zag dat NN2 krachtig met een gebalde vuist sloeg naar een man in een lichtblauwe trui.
1.57: Ik zag dat de man in een lichtblauwe trui de menigte in werd getrokken. Ik zag dat NN2 minimaal vier keer sloeg naar de man.
Verdachte
Achternaam : [medeverdachte 1]
Voornamen : [medeverdachte 1]
Geboren : [geboortedatum 3] 1997 in [geboorteplaats 3]
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 16 augustus 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 305 - 311:
Ik, verbalisant [verbalisant 4], bekeek de volgende mediabestanden:
- [bestandsnaam 1] (video)
- rellen FC Twente-Hammarby 27-07-23 ( foto's)
- PTZ videowal bezoekers
Op de volgende momenten zag ik de volgende gedragingen van NN5:
Ik zag dat NN5 voor het eerst in beeld verscheen. Ik zag dat NN5 een donkere jas droeg en een capuchon op had.
PTZ videowal [locatie 1] :
06.35: Ik zag dat NN5 het Zweedse slachtoffer, met blauwe trui, met zijn linker hand vasthoud. Ik zag dat NN5 zichzelf met zijn rechterhand aan de railing vasthoud. Hierna zie ik dat NN5 zijn been optilt en het Zweedse slachtoffer van de trap afschopt.
[bestandsnaam 2]
Ik zag dat dit het moment betrof waar NN5 het Zweedse slachtoffer van de trap af schopte. Ik zag aan het gezicht van NN5 dat hij zich inspande ofwel kracht zette.
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 17 augustus 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 319 - 324:
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , bekeek de volgende mediabestanden:
1. UTC+02_00) [bestandsnaam 3]
2. 27 07 2023 21 57 15 ( UTC+02_00) [bestandsnaam 4]
Op de volgende momenten zag ik de volgende gedragingen van NN6:
27_07_2023 21_57_11 (UTC+02_00) [bestandsnaam 3]
5.52: Ik zag dat NN6 zijn gezichtsveld in het publiek gericht was. Ik zag dat NN6 de tribune omhoogkeek naar de plek waar meerdere personen van boven naar beneden vielen over de stoeltjes. Onder de personen herkende ik de persoon in de lichtblauwe trui als de Zweed die in het ziekenhuis was beland. Ik zag NN6 minimaal negen keer slaan in de richting van de man in de lichtblauwe trui. Ik zag dat NN6 dit slaan in snel opvolgend tempo deed. Ik zag dat NN6 de man met zijn linkerhand vastpakte bij de trui, ter hoogte van de rug. Ik zag dat NN6 met zijn rechterhand, uithaalde in de richting van het (achter)hoofd van de man in de lichtblauwe trui.
27_07_2023 21_57_15 ( UTC+02_00) [bestandsnaam 4]
5.51: Ik zag hetzelfde moment als bovenstaand beschreven, uit een andere hoek. Vanuit deze hoek zag ik NN6 minimaal tien keer slaan. Ik zag dat deze opvolging van slaan werd afgesloten met een schop in de richting van het hoofd van de man in de lichtblauwe trui.
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 17 augustus 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 363 - 371:
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , bekeek het volgende mediabestand:
27_07_2023 21_57_15 ( UTC+02_00) [bestandsnaam 4]
Het betreffen videobeelden gemaakt door de toezichtcamera's van FC Twente. Ik zag op de beelden dat er een stadion vak vol voetbalsupporters gefilmd werd. Ik zag dat er tientallen donker geklede personen op de beelden stonden. Tevens zag ik dat er een heel aantal gezicht bedekkende kledingstukken droegen in de vorm van bivakmutsen of een combinatie van een hoge boord met een capuchon.
Op de volgend genoemde tijden, zag ik de volgende gedragingen van NN7:
4.34: Ik zag dat NN7 zich draaide in de richting van het veld. Ik zag dat NN7 zijn linkerarm strekte en een middelvinger opstak in de richting van het veld. Ik kon niet zien naar wie deze gericht was. Ik zag dat NN7 enkele seconden bleef staan met de gestrekte arm en opgestoken middelvinger.
[afbeelding]
06.35: Ik zag dat NN7 een vuistslag uitdeelde aan een man in een lichtblauwe trui. Ik zag één vuistslag van NN7.
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 17 augustus 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 411 - 426:
Ik, verbalisant, bekeek de videobeelden ( [bestandsnaam 1] ) die na afloop van de wedstrijd FC Twente – Hammarby IF op 27 juli 2023 zijn gemaakt. Op de volgend genoemde tijden, zag ik de volgende gedragingen van NN8:
Camerapunt 1:
0.17: Ik zag NN8, gekleed in een blauwe jas met capuchon op en grijsachtige klep van een pet, goed in beeld. Ik zag dat NN8 minimaal drie keer insloeg en één keer trapte naar een jongen met blonde haren.
0.46: Ik zag dat NN8, een andere blonde jongen, vastpakte met zijn linkerhand. Ik zag dat NN8 zijn rechterhand tot vuist balde en minimaal vier keer gericht sloeg naar het hoofd van de blonde jongen.
0.54: Ik zag dat NN8 een persoon in zwarte jas vasthield met zijn linkerhand. Ik zag dat NN8 met zijn rechterhand, gebald tot vuist, minimaal 5 keer sloeg naar de persoon in zwarte jas.
1.19: Ik zag dat NN8 contact maakte met een ander persoon. Ik zag dat NN8 wees in de
richting van een groep personen.
02:00: Ik zag dat een man in een lichtblauwe trui de menigte in werd getrokken. Ik herkende de man in de lichtblauwe trui als de Zweedse man die de nacht in het ziekenhuis doorbracht.
Ik zag dat NN8 zich binnen de menigte bevond. Ik zag dat NN8 enkele keren sloeg richting de man in de lichtblauwe trui.
Verdachte
Achternaam : [medeverdachte 2]
Voornamen : [medeverdachte 2]
Geboren : [geboortedatum 4] 1988 in [geboorteplaats 4]
Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 27 juni 2014, zakelijk weergegeven, inhoudende:
Op 25 augustus 2023 heeft de politie 6 geblurde foto's online laten zetten in de media. Dit betroffen nog niet herkende verdachten van openlijke geweldpleging na FC Twente - Hammarby IF op 27 juli 2023.
Op 29 augustus 2023 heeft [medeverdachte 5] contact opgenomen met de politie. Hij herkende zichzelf als NN6.
Op 31 augustus 2023 meldde [medeverdachte 3] , geboren [geboortedatum 5] 1998 te [geboorteplaats 5] , zich op het politiebureau in Enschede. [medeverdachte 3] herkende zichzelf als NN5.
Op 1 september 2023 meldde [verdachte] zich bij de politie. Hij herkende zichzelf als NN7.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 juli 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, de verklaring van verdachte:
Op 27 juli 2023 was ik in het stadion de Grolsch Veste in Enschede. Ik droeg een pet. Ik zag een grote groep mensen achter mij langs lopen de trap op. Ik ben ook de trap opgelopen. Ik ben blijven staan op het plateau. Ik heb mijn middelvinger opgestoken naar het veld. Ik zag dat het op de tribune hommeles was. Ik zag dat de man met de blauwe trui werd geslagen en acht rijen naar beneden viel. Toen de man met de lichtblauwe trui naast mij stond heb ik hem geslagen.