Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[partij B1] B.V.,
2.
[partij B2] B.V.,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 16 juli 2024, waarbij partijen (vertegenwoordigd) zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van pleitaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt tijdens de mondelinge behandeling.
2.Samenvatting
3.Feiten
19 oktober 2023 en een brief van 3 december 2023 aan [partij A] laten betekenen. In de brief van 19 oktober 2023 staat, voor zover van belang, het navolgende:
4.Het geschil in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
5.De beoordeling
6 juni 2024, doch dat betekent op zichzelf nog niet dat dat vonnis kennelijke misslagen bevat. Van een kennelijke misslag is pas sprake wanneer de beslissing van de voorzieningenrechter duidelijk onjuist is en niet al wanneer ook een andere beslissing mogelijk zou zijn geweest. Of het oordeel van de voorzieningenrechter op de door [partij A] aangehaalde punten juist is of niet, zal te zijner tijd worden beoordeeld in hoger beroep.
6.De beslissing
22 juli 2024.