In deze zaak vordert Granit Zwolle B.V. ontruiming van een kantoorruimte door [partij] B.V. wegens een betalingsachterstand van € 47.637,58 in huur en servicekosten tot en met juni 2024. Granit stelt dat [partij] niet voldoet aan de huurbetalingen en vordert daarnaast betaling van een contractuele boete en buitengerechtelijke invorderingskosten. De kantonrechter wijst de vorderingen van Granit af, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond. In reconventie vordert [partij] een huurprijsvermindering vanwege gebreken aan het gehuurde. De kantonrechter oordeelt dat [partij] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van gebreken die een huurprijsvermindering rechtvaardigen. De kantonrechter concludeert dat de vorderingen van Granit en [partij] in beide procedures worden afgewezen, en dat de proceskosten voor beide partijen worden toegewezen.